Operation Manual

14
83
Du
Geen geluid
Probleem Oplossing
Er klinkt geen geluid nadat u een
ingangsbron hebt geselecteerd.
Er klinkt geen geluid uit de
voorluidsprekers.
• Controleer het volume, of het geluid is gedempt (druk op MUTE) en de luidsprekerinstelling (druk op
SPEAKERS).
• Controleer of u de juiste ingangsbron hebt geselecteerd.
• Controleer of de MCACC-instelmicrofoon wel is losgekoppeld.
• Controleer of u het juiste ingangsignaal hebt geselecteerd (druk op SIGNAL SELECT). Wanneer u PCM
hebt geselecteerd, wordt geen geluid met een andere signaalindeling weergegeven.
• Controleer of het bronapparaat goed is aangesloten (zie De apparatuur aansluiten op bladzijde 12).
• Controleer of de luidsprekers goed zijn aangesloten (zie De luidsprekers aansluiten op bladzijde 19).
Er klinkt geen geluid uit de
surround-luidsprekers of de
middenluidspreker.
• Controleer of de Stereo-luisterfunctie of de functie Geavanceerde voorpodium-surround niet is
geselecteerd; selecteer een van de surround-luisterfuncties (zie Luisteren in surround-geluid op
bladzijde 28).
• Controleer of de surround-/middenluidsprekers niet zijn ingesteld op NO (zie Luidsprekerinstellingen op
bladzijde 50).
• Controleer de kanaalniveau-instellingen (zie Kanaalniveau op bladzijde 51).
• Controleer de aansluitingen van de luidsprekers (zie De luidsprekers aansluiten op bladzijde 19).
Er klinkt geen geluid uit de
surround-achterluidsprekers.
• Controleer of de surround-/middenluidsprekers zijn ingesteld op LARGE of SMALL (zie
Luidsprekerinstellingen op bladzijde 50).
• Controleer of de surround-achterverwerking is ingesteld op SBch ON (zie Surround-achterkanaalverwerking
gebruiken op bladzijde 31).
• Als de bron van het type Dolby Surround EX of DTS-ES is zonder markering van compatibiliteit met 6.1,
klinkt er geen geluid uit de surround-achterluidsprekers als de surround-achterverwerking is ingesteld op
SBch Auto. Stel de verwerking in dit geval in op SBch ON (zie Surround-achterkanaalverwerking gebruiken
op bladzijde 31).
• Als de bron niet beschikt over 6.1-weergavekanalen, controleert u of de surround-achterverwerking is
ingesteld op SBch ON en of een surround-luisterfunctie is geselecteerd (zie Luisteren in surround-geluid op
bladzijde 28).
• Controleer de aansluitingen van de luidsprekers (zie De luidsprekers aansluiten op bladzijde 19). Als er
slechts een surround-achterluidspreker is aangesloten, controleert u of deze is aangesloten op de
aansluiting voor de linkerkanaalluidspreker.
Er klinkt geen geluid uit de
subwoofer.
• Controleer of de subwoofer goed is aangesloten, aan staat en of het volume op een hoorbaar niveau staat.
• Als de subwoofer een slaapstand heeft, controleert u of deze is uitgeschakeld.
• Controleer of de subwoofer is ingesteld op YES of PLUS (zie Luidsprekerinstellingen op bladzijde 50).
• De crossoverfrequentie is mogelijk te laag ingesteld. Probeer een hogere instelling die overeenkomt met
de eigenschappen van de andere luidsprekers (zie Luidsprekerinstellingen op bladzijde 50).
• Als er weinig informatie over lage frequenties beschikbaar is in het bronmateriaal, wijzigt u de
luidsprekerinstellingen in SMALL / Subwoofer: YES voor de subwoofer of LARGE / Subwoofer: PLUS (zie
Luidsprekerinstellingen op bladzijde 50).
• Controleer of het LFE-kanaal niet is ingesteld op OFF of een hele stille instelling (zie De audio-opties
instellen op bladzijde 70).
• Controleer de niveau-instellingen van de luidspreker (zie Kanaalniveau op bladzijde 51).
Er klinkt geen geluid uit één
luidspreker.
• Controleer de aansluiting van de luidspreker (zie De luidsprekers aansluiten op bladzijde 19).
• Controleer de niveau-instellingen van de luidspreker (zie Kanaalniveau op bladzijde 51).
• Controleer of de luidsprekers niet is ingesteld op NO (zie Luidsprekerinstellingen op bladzijde 50).
• Het kanaal is mogelijk niet opgenomen in de bron. Als u een van de luisterfuncties met geavanceerde
effecten gebruikt, kunt u mogelijk het ontbrekende kanaal toevoegen (zie Luisteren in surround-geluid op
bladzijde 28).
Het geluid van analoge
apparaten wordt weergegeven,
maar dat van digitale apparaten
(DVD, LD, CD-ROM en dergelijke)
niet.
• Controleer of het type ingangsignaal is ingesteld op DIGITAL (zie Het ingangssignaal kiezen op
bladzijde 31).
• Controleer of de digitale ingang op de juiste wijze is toegewezen aan de ingangsaansluiting waarop het
apparaat is aangesloten (zie Het menu Input Setup op bladzijde 66).
• Controleer de instellingen van de digitale uitgang op het bronapparaat.
• Als het bronapparaat een digitale volumeregeling heeft, controleert u of deze niet helemaal zacht staat.
• Controleer of geen analoge ingangen met meerdere kanalen zijn geselecteerd. Selecteer een andere
ingangsbron.
Er is geen geluid of juist ruis
hoorbaar wanneer Dolby Digital/
DTS-software wordt afgespeeld.
• Controleer of de DVD-speler geschikt is voor Dolby Digital-/DTS-discs.
• Controleer de instellingen van de digitale uitgang van de DVD-speler. Controleer of de DTS-signaaluitgang
is ingesteld op On.
• Als het bronapparaat een digitale volumeregeling heeft, controleert u of deze niet helemaal zacht staat.
Er klinkt geen geluid wanneer u
het menu System Setup of Status
gebruikt.
• Als de HDMI-ingangsbron is geselecteerd, staat het geluid uit totdat u deze menu's verlaat.
• Als het geluid uit staat in de secundaire zone (ZONE 2), gaat het weer aan als u het menu System Setup
afsluit.
VSX_LX60LX70_Du.book Page 83 Monday, June 4, 2007 3:50 PM