Operation Manual

08
47
Du
3 Als u ‘Reverb Measurement’ hebt geselecteerd,
selecteert u EQ ON of OFF en vervolgens START.
De volgende opties bepalen hoe de galmeigenschappen
van uw luisterruimte in Reverb View en Output PC
(Data Management) worden weergegeven:
EQ OFF – Selecteer deze optie als u de akoestische
eigenschappen van de luisterruimte wilt bekijken
zonder egalisatie van de receiver (voor kalibratie).
EQ ON – Selecteer deze optie als u de akoestische
eigenschappen van de luisterruimte wilt bekijken met
egalisatie van de receiver (na kalibratie).
1
Merk op dat
de EQ-respons wellicht niet geheel vlak lijkt, vanwege
correcties die nodig zijn voor uw luisterruimte.
Wanneer het meten van de galm voltooid is, kunt u
Reverb View selecteren om de resultaten op het scherm
te zien. Zie Grafische uitvoer professionele kalibratie-EQ op
bladzijde 86 voor informatie over het oplossen van
problemen.
4 Als u ‘Reverb View’ hebt geselecteerd, kunt u de
galmeigenschappen van elk kanaal controleren.
Druk op RETURN wanneer u klaar bent.
Dit wordt weergegevens volgens de instelling die u
gekozen hebt bij Reverb Measurement (stap 3
hierboven). Gebruik de knoppen / om het kanaal en
de frequentie te selecteren die u wilt controleren. Gebruik
de knoppen / om tussen deze twee te schakelen. De
markeringen op de verticale as geven decibellen aan met
intervallen van 2 dB.
5 Als ‘Advanced EQ Setup’ wordt geselecteerd,
moet u de gewenste tijdinstelling voor de kalibratie
invoeren. Druk op om naar het volgende scherm
te gaan en selecteer dan START.
Op basis van de meting van de galmeigenschappen kunt
u de tijdsperiode kiezen die wordt gebruikt voor de
uiteindelijke aanpassing van de frequentie en kalibratie.
Hoewel u dit ook kunt instellen zonder meting van de
galmeigenschappen, is het beter om de resultaten van de
meting te gebruiken als referentie voor de tijdsinstelling.
De aanbevolen tijdsinstelling voor een optimale kalibratie
van het systeem op basis van direct geluid uit de
luidsprekers is 30~50ms.
Gebruik de knoppen / om het kanaal, de frequentie
en de tijdsinstelling te selecteren. Gebruik de knoppen
/ om hiertussen te schakelen.
U kunt schakelen tussen de aangesloten luidsprekers,
behalve de subwoofer, en de metingen voor de volgende
frequenties weergeven: 63Hz, 125Hz, 250Hz, 500Hz,
1kHz, 2kHz, 4kHz, 8kHz en 16kHz.
Selecteer de instelling uit de volgende tijdsperioden (in
milliseconden): 0~20ms, 10~30ms, 20~40ms,
30~50ms, 40~60ms, 50~70ms en 60~80ms. Deze
instelling geldt voor alle kanalen tijdens de kalibratie.
Selecteer START wanneer u klaar bent. De kalibratie
duurt ongeveer 2 tot 4 minuten.
Nadat de akoestische kalibratie-egalisatie is ingesteld,
krijgt u de optie om de instellingen op het scherm te
controleren.
Breedband-fasecontrole
De breedband-fasecontrole kalibreert de frequentiefase-
karakteristieken van de aangesloten luidsprekers en
corrigeert de fasevervorming. Deze receiver analyseert de
frequentiefase-karakteristieken van de luidsprekers door
de testsignaalweergave van de luidsprekers te kalibreren
met de bijgeleverde microfoon en op deze wijze de
geanalyseerde frequentiefase-karakteristieken vlak te
maken tijdens weergave van het audiosignaal. De
correctie minimaliseert de groepvertraging tussen de
midden- en lagefrequentiebereiken en verbetert de
fasekarakteristieken over alle bereiken. Bovendien
zorgen de verbeterde frequentiefase-karakteristieken
tussen de kanalen voor een betere surroundgeluid-
integratie voor meerkanaals bronnen. Zie Gebruik van
breedband-fasecontrole op bladzijde 11 voor verdere
informatie.
In deze paragraaf wordt beschreven hoe de
frequentiefase-karakteristieken van de luidsprekers
gekalibreerd kunnen worden. Wanneer u de kalibratie
met Automatic MCACC ingesteld als standaardinstelling
hebt uitgevoerd of met CUSTOM ingesteld op ALL, zal de
breedband-faseconrole reeds zijn gedaan (in dit geval
worden de vorige instellingen overschreven als u de
kalibratie opnieuw uitvoert zoals hier beschreven).
Opmerking
1 De kalibratie die overeenkomt met de momenteel geselecteerde voorgedefinieerde MCACC-instelling wordt gebruikt wanneer EQ ON is geselecteerd. Als
u een andere voorgedefinieerde MCACC-instelling wilt gebruiken, sluit u het menu System Setup en
drukt u op MCACC om deze te selecteren voordat
u op
SETUP
drukt.
MCACC : M1. MEMORY 1
Reverb Measure with
EQ OFF
[ Start ]
:Cancel
3e1. Reverb Measurement
DVD/LD
-
55.0
dB
Now Analyzing
( 2/ 5)
Environment Check
Ambient Noise [ OK]
Microphone [ ]
Speaker Level [ ]
:Cancel
3e1. Reverb Measurement
DVD/LD
0.0
dB
M1 : EQ OFF
Ch L Fq [ 125Hz ]
:Return
0 80 160ms
dB
3e2.
Reverb View
DVD/LD
-
55.0
dB
Ch L Fq [ 125Hz ]
Tm [30
-
50ms]
:Cancel
0 80 160ms
dB
3e3. Adv. EQ Setup (1/2)
DVD/LD
-
55.0
dB
MCACC :M1.MEMORY 1
EQ Type SYMMETRY
Stand.Wave Multi-Point
[ NO ]
[ START ]
: Cancel
3e3. Adv. EQ Setup (2/2)
DVD/LD
-
55.0
dB
VSX_LX60LX70_Du.book Page 47 Monday, June 4, 2007 3:50 PM