Operation Manual
12
78
Du
Geen geluid
Probleem Oplossing
Er klinkt geen geluid nadat u een
ingangsbron hebt geselecteerd.
Er klinkt geen geluid uit de
voorluidsprekers.
• Controleer het volume, of het geluid is gedempt (druk op MUTE) en de luidsprekerinstelling
(druk op SPEAKERS).
• Controleer of u de juiste ingangsbron hebt geselecteerd.
• Controleer of de MCACC-instelmicrofoon wel is losgekoppeld.
• Controleer of u het juiste ingangsignaal hebt geselecteerd. (Druk op SIGNAL SELECT.) Wanneer u PCM
hebt geselecteerd, wordt geen geluid met een andere signaalindeling weergegeven.
• Controleer of het bronapparaat goed is aangesloten (zie De apparatuur aansluiten op bladzijde 10).
• Controleer of de luidsprekers goed zijn aangesloten (zie De luidsprekers aansluiten op bladzijde 17).
Er klinkt geen geluid uit de
surround-luidsprekers of de
middenluidspreker.
• Controleer of de luisterfunctie Stereo niet is geselecteerd. Selecteer een van de surround-luisterfuncties
(zie Luisteren in surround-geluid op bladzijde 27).
• Controleer of de surround-/middenluidsprekers niet zijn ingesteld op NO (zie Luidsprekerinstellingen op
bladzijde 45).
• Controleer de kanaalniveau-instellingen (zie Kanaalniveau op bladzijde 45).
• Controleer de aansluitingen van de luidsprekers (zie De luidsprekers aansluiten op bladzijde 17).
Er klinkt geen geluid uit de
surround-achterluidsprekers.
• Controleer of de surround-/middenluidsprekers zijn ingesteld op LARGE of SMALL (zie
Luidsprekerinstellingen op bladzijde 45).
• Controleer of de surround-achterverwerking is ingesteld op SBch ON (zie Surround-achterkanaalverwerking
gebruiken op bladzijde 30).
• Als de bron van het type Dolby Surround EX of DTS-ES is zonder markering van compatibiliteit met 6.1,
klinkt er geen geluid uit de surround-achterluidsprekers als de surround-achterverwerking is ingesteld op
SBch Auto. Stel de verwerking in dit geval in op SBch ON (zie Surround-achterkanaalverwerking gebruiken
op bladzijde 30).
• Als de bron niet beschikt over 6.1-weergavekanalen, controleert u of de surround-achterverwerking is
ingesteld op SBch ON en of een surround-luisterfunctie is geselecteerd (zie Luisteren in surround-geluid op
bladzijde 27).
• Controleer de aansluitingen van de luidsprekers (zie De luidsprekers aansluiten op bladzijde 17). Als er
slechts een surround-achterluidspreker is aangesloten, controleert u of deze is aangesloten op de
aansluiting voor de linkerkanaalluidspreker.
Er klinkt geen geluid uit de
subwoofer.
• Controleer of de subwoofer goed is aangesloten, aan staat en of het volume op een hoorbaar niveau staat.
• Als de subwoofer een slaapstand heeft, controleert u of deze is uitgeschakeld.
• Controleer of de subwoofer is ingesteld op YES of PLUS (zie Luidsprekerinstellingen op bladzijde 45).
• De crossoverfrequentie is mogelijk te laag ingesteld. Probeer een hogere instelling die overeenkomt met
de eigenschappen van de andere luidsprekers (zie Luidsprekerinstellingen op bladzijde 45).
• Als er weinig informatie over lage frequenties beschikbaar is in het bronmateriaal, wijzigt u de
luidsprekerinstellingen in SMALL voor de voorluidsprekers en YES voor de subwoofer of LARGE voor de
voorluidsprekers en PLUS voor de subwoofer (zie Luidsprekerinstellingen op bladzijde 45).
• Controleer of het LFE-kanaal niet is ingesteld op –80 dB of een hele stille instelling (zie Piekniveau voor
bastonen op bladzijde 46).
• Controleer de niveau-instellingen van de luidspreker (zie Kanaalniveau op bladzijde 45).
Er klinkt geen geluid uit één
luidspreker.
• Controleer de aansluiting van de luidspreker (zie De luidsprekers aansluiten op bladzijde 17).
• Controleer de niveau-instellingen van de luidspreker (zie Kanaalniveau op bladzijde 45).
• Controleer of de luidsprekers niet is ingesteld op NO (zie Luidsprekerinstellingen op bladzijde 45).
• Het kanaal is mogelijk niet opgenomen in de bron. Als u een van de luisterfuncties met geavanceerde
effecten gebruikt, kunt u mogelijk het ontbrekende kanaal toevoegen (zie Luisteren in surround-geluid op
bladzijde 27).
Het geluid van analoge
apparaten wordt weergegeven,
maar dat van digitale apparaten
(DVD, LD, CD-ROM en dergelijke)
niet.
• Controleer of het type ingangsignaal is ingesteld op DIGITAL (zie Het ingangssignaal kiezen op
bladzijde 30).
• Controleer of de digitale ingang op de juiste wijze is toegewezen aan de ingangsaansluiting waarop het
apparaat is aangesloten (zie Het menu Input Setup op bladzijde 63).
• Controleer de instellingen van de digitale uitgang op het bronapparaat.
• Als het bronapparaat een digitale volumeregeling heeft, controleert u of deze niet helemaal zacht staat.
• Controleer of geen analoge ingangen met meerdere kanalen zijn geselecteerd. Selecteer een andere
ingangsbron.
Er is geen geluid of juist ruis
hoorbaar wanneer Dolby Digital/
DTS-software wordt afgespeeld.
• Controleer of de DVD-speler geschikt is voor Dolby Digital-/DTS-discs.
• Controleer de instellingen van de digitale uitgang van de DVD-speler. Controleer of de DTS-signaaluitgang
is ingesteld op On.
• Als het bronapparaat een digitale volumeregeling heeft, controleert u of deze niet helemaal zacht staat.
Er klinkt geen geluid wanneer u
het menu System Setup of Status
gebruikt.
• Als de HDMI-ingangsbron is geselecteerd, staat het geluid uit totdat u deze menu's verlaat.
• Als het geluid uit staat in de secundaire ruimte (ROOM 2), gaat het weer aan als u het menu System Setup
afsluit.
VSX_AX4ASi.book Page 78 Monday, April 10, 2006 8:30 PM