Operation Manual

Weergave met NETWORK-functies
6
6
48
66
7
4
Proxy Hostname/Proxy Port
Deze instelling is vereist wanneer u de receiver via een
proxyserver op het internet aansluit. Voer het IP-adres van uw
proxyserver in het “
Proxy Hostname
” veld in. Voer ook het
poortnummer van uw proxyserver in het “
Proxy Port
” veld in.
1
Selecteer ‘Network Configuration’ in het menu
Network Setup.
2
Selecteer ‘IP Address, Proxy’ in het menu Network
Configuration.
3
Selecteer de gewenste DHCP-instelling.
Wanneer u ON selecteert, worden de netwerkinstellingen
automatisch gemaakt en hoeft u stap 4 niet uit te voeren.
Ga door naar stap 5.
Als er geen DHCP-server op het netwerk is en u selecteert
ON, dan maakt deze receiver gebruik van zijn eigen Auto
IP-functie om het IP-adres vast te stellen.
Het IP-adres bepaalt door de automatische IP-functie
is 169.254.X.X. U kunt niet naar een internet-
radiozender luisteren als het IP-adres is ingesteld door
de automatische IP-functie.
4
Voer het IP-adres, de Subnet Mask, de
standaardtoegangspoort, Primary DNS Server en
Secondary DNS Server in.
Druk op
/
om een nummer te selecteren en op
/
om de cursor te verplaatsen.
5
Selecteer ‘OFF’ of ‘ON’ voor de instelling Enable Proxy
Server om de proxyserver te activeren of deactiveren.
Als u OFF selecteert, gaat u door naar stap 8. Als u
daarentegen ON selecteert, gaat u door naar stap 6.
6
Voer het adres van uw proxyserver of de domeinnaam in.
Gebruik
/
om een teken te selecteren,
/
om de
plaats in te stellen en
ENTER
om uw selectie te
bevestigen.
7
Voer het poortnummer van uw proxyserver in.
Gebruik
/
om een teken te selecteren,
/
om de
plaats in te stellen en
ENTER
om uw selectie te bevestigen.
8
Selecteer ‘OK’ om het IP-adres/proxy-instelling te
bevestigen.
Zelfgekozen naam
1
Selecteer ‘Network Configuration’ in het menu
Network Setup.
2
Selecteer ‘Friendly Name’ in het menu Network
Configuration.
3
Selecteer ‘Edit Name’ en selecteer daarna ‘Rename’.
Als u na de wijziging de naam weer wilt terugstellen naar
de standaardnaam, selecteert u Default.
4
Voer de gewenste naam in.
Gebruik
/
om een teken te selecteren,
/
om de
plaats in te stellen en
ENTER
om uw selectie te
bevestigen.
Kinderslot
Stel beperkingen in voor het gebruik van internetdiensten.
Stel ook het wachtwoord in dat bij de gebruiksbeperkingen
hoort.
Na verzending door de fabrikant is het wachtwoord
ingesteld op “0000”.
1
Selecteer ‘Network Configuration’ in het menu
Network Setup.
2
Selecteer ‘Parental Lock’ in het menu Network
Configuration.
3
Voer het wachtwoord in.
Gebruik
/
om een teken te selecteren,
/
om de
plaats in te stellen en
ENTER
om uw selectie te
bevestigen.
4
Geef aan of Parental Lock moet worden in- of
uitgeschakeld.
OFF – Internetdiensten zijn niet beperkt.
ON – Internetdiensten zijn beperkt.
5
Als u het wachtwoord wilt wijzigen, selecteert u
‘Change Password’.
In dat geval gaat de procedure terug naar stap 3.
Language
De taal kan in het OSD-scherm van de NETWORK-functie
worden ingesteld.
1
Selecteer ‘Language’ in het menu Network Setup.
2
Selecteer de gewenste taal.
3
Druk op
RETURN
wanneer u klaar bent.
U keert terug naar het menu Netwerkinstellingen.
Firmware-update
Gebruik deze procedure om de firmware van de receiver te
updaten.
Als een updatebestand niet aanwezig is op de website van
Pioneer, dan hoeft de firmware voor de receiver niet te worden
geüpdatet.
Updaten via een USB-geheugenapparaat gaat door het
updatebestand eerst te downloaden met een computer, dan
dit bestand over te brengen naar een USB-geheugenapparaat
en tenslotte dit USB-geheugenapparaat in de USB-poort op
het voorpaneel van de receiver te steken. Met deze procedure
moet het USB-geheugenapparaat met het juiste
updatebestand eerst correct worden ingebracht in de USB-
poort op het voorpaneel van de receiver.
Als er een updatebestand beschikbaar is op de Pioneer
website, download dit dan naar uw computer. Wanneer u
een updatebestand downloadt van de Pioneer website naar
uw computer, wordt dit bestand opgeslagen als ZIP-
bestand (gecomprimeerd archief). Pak het ZIP-bestand uit
voor u het opslaat op het USB-geheugenapparaat. Als er op
het USB-geheugenapparaat oude gedownloade
updatebestanden staan, of updatebestanden voor andere
modellen, moet u die eerst verwijderen.
Belangrijk
Trek NOOIT de netsnoerstekker los tijdens het bijwerken.
Het USB-geheugenapparaat mag tijdens het updaten niet
worden verwijderd.
Verifieer de firmwareversie van de receiver in het System
Info-menu voorafgaande aan de update en bevestig dat de
firmware in het USB-geheugenapparaat een latere versie is.