Operation Manual
Bedieningselementen en displays
1
1
8
ALC/STANDARD SURR
– Indrukken voor
standaarddecodering en om te schakelen tussen de
modes 2 Pro Logic II, 2 Pro Logic IIx, 2 Pro Logic IIz en
NEO:6, en de Auto Level Control Stereo-modus
(bladzijde 34
).
ADVANCED SURROUND
– Hiermee wisselt u tussen de
verschillende surroundmodi (bladzijde 35
).
13
MCACC SETUP MIC-aansluiting
Wordt gebruikt om een microfoon aan te sluiten tijdens het
uitvoeren van de AUTO MCACC-setup (bladzijde 23
).
14
iPod iPhone iPad/USB-aansluitpunt
Wordt gebruikt om uw Apple iPod of USB-opslagapparaat aan
te sluiten als een audiobron (bladzijde 22
).
15
SOUND RETRIEVER AIR
Als de toets wordt ingedrukt, schakelt de ingang over naar
ADAPTER en wordt de luistermodus automatisch op S.R AIR
ingesteld (bladzijde 31
).
16
iPod iPhone iPad DIRECT CONTROL
Wijzig de ingang van de receiver naar iPod en activeer de
iPod-functies op de iPod (bladzijde 28
).
Display
17
PHASE
Gaat branden wanneer de Phase Control wordt ingeschakeld
(bladzijde 36
).
18
AUTO
Gaat branden wanneer Auto Surround aan staat
(bladzijde 34
).
19
Tuner-indicators
RDS – Brandt wanneer een RDS-uitzending wordt
ontvangen (bladzijde 33
).
ST – Brandt als er een FM-stereouitzending ontvangen
wordt in automatische stereomodus (bladzijde 32
).
TUNE – Gaat branden wanneer een gewoon kanaal wordt
uitgezonden.
PRESET – Geeft aan wanneer een voorkeuzezender wordt
geregistreerd of opgeroepen.
MEM – Knippert wanneer een voorkeuzezender wordt
geregistreerd.
kHz/MHz – Gaat branden als de tekendisplay de huidige
AM/FM-uitzendfrequentie toont.
20
Luidsprekerindicators
Geeft weer of het luidsprekersysteem aan staat of niet
(bladzijde 14
).
21
Slaaptimer-indicator
Gaat branden wanneer de receiver in de slaapstand staat
(bladzijde 9
).
22
PRESET-informatie of ingangssignaal-indicator
Toont het ingestelde nummer van de tuner of het type
ingangssignaal, enz.
23
Lettertekendisplay
Toont uiteenlopende systeeminformatie.
24
DTS-indicatoren
DTS – Gaat branden wanneer een met DTS gecodeerde
geluidsbron wordt gedetecteerd.
HD – Gaat branden wanneer een bron met DTS-EXPRESS
of DTS-HD gecodeerde audiosignalen wordt gedetecteerd.
ES – Lampje brandt om de DTS-ES-decodering aan te
geven.
96/24 – Gaat branden wanneer een met DTS 96/24
gecodeerde geluidsbron wordt gedetecteerd.
NEO:6 – Wanneer een van de NEO:6-functies van de
receiver is ingeschakeld, brandt dit lampje om de NEO:6-
verwerking aan te geven (bladzijde 34
).
25
Dolby Digital-indicators
2 D – Gaat branden wanneer een Dolby Digital
gecodeerd geluidssignaal wordt gedetecteerd.
2 D+ – Gaat branden wanneer een bron met Dolby
Digital Plus-gecodeerde audiosignalen wordt
gedetecteerd.
2HD – Gaat branden wanneer een bron met Dolby
TrueHD-gecodeerde audiosignalen wordt gedetecteerd.
EX – Lampje brandt om de Dolby Digital EX-decodering
aan te geven.
2PLII(x) – Lampje brandt om aan te geven dat
2 Pro Logic II-/2 Pro Logic IIx-decodering wordt
gebruikt. Lampje gaat uit tijdens 2 Pro Logic IIz-
decodering (zie Luisteren in surroundgeluid
op
bladzijde 34 voor meer informatie hierover).
26
ADV.S.
Gaat branden wanneer een van de Advanced Surround-
instellingen geselecteerd is (zie Gebruik van de Advanced
Surround op bladzijde 35 voor meer informatie).
27
SIGNAL SELECT-indicators
DIGITAL – Gaat branden wanneer een digitaal
audiosignaal geselecteerd is. Het lampje knippert
wanneer een digitaal audiosignaal is geselecteerd en de
geselecteerde audio-ingang niet beschikbaar is.
HDMI – Gaat branden wanneer een HDMI-signaal
geselecteerd is. Het lampje knippert wanneer een HDMI-
signaal is geselecteerd en de geselecteerde HDMI-ingang
niet beschikbaar is.
28
Up Mix/DIMMER-indicator
Gaat branden wanneer de Up Mix-functie is ingesteld op ON
(bladzijde 36
). Licht ook op wanneer DIMMER uitgeschakeld
is.
29
DIR.
Gaat branden wanneer de DIRECT- of de PURE DIRECT-
modus wordt ingeschakeld (bladzijde 35
).
Verwijderen van de cover van het voorpaneel
Bevestigen van de cover van het voorpaneel
MCACC
SETUP
MIC
VIDEO
iPod
iPhone
iPad
USB
5 V
2.1
A
MCACC
SETUP
MIC
VIDEO
iPod
iPhone
iPad
USB
1
2