User manual
Toetsen en indicators
1
1
9
37
6
4
10
///
(
TUNE
/
,
PRESET
/
),
ENTER
Gebruik de pijlknoppen voor het instellen van uw
surroundgeluidsysteem (bladzijde 33
). Wordt ook gebruikt om
de Blu-ray Disc/DVD-menu’s/opties te bedienen.
TUNE
/
kan worden gebruikt om radiofrequenties te
zoeken, en
PRESET
/
kan worden gebruikt om
vooringestelde radiostations te selecteren (bladzijde 26
).
11
Apparaatbedieningstoetsen
De hoofdknoppen (
,
, enz.) worden gebruikt voor de
bediening van een apparaat nadat u het hebt gekozen met de
ingangsfunctieknoppen.
De bedieningsfuncties boven deze knoppen zijn beschikbaar
na het selecteren van de overeenkomstige
ingangsfunctieknop (
BD
,
DVD
of
CD
). Deze toetsen werken
ook zoals hieronder beschreven.
Druk eerst op voor het openen van:
BASS +/–
,
TRE +/–
– Gebruik deze toetsen om de Bass
(lage tonen) of Treble (hoge tonen) in te stellen.
• Deze functietoetsen worden uitgeschakeld als de
luistermodus op DIRECT of PURE DIRECT is ingesteld.
• Als de voorspeaker op
SMALL
in de Speaker-instellingen
(of automatisch via de Auto MCACC-setup) is ingesteld,
en de X.Over op meer dan 150 Hz is ingesteld, kan het
geluidsniveau van het subwooferkanaal worden
aangepast door op
BASS +/–
te drukken (bladzijde 34).
12
Cijfertoetsen en andere componentbedieningselementen
Gebruik de cijfertoetsen om rechtstreeks een radiofrequentie
(bladzijde 26
) of een track op een CD enz. te kiezen. Andere
toetsen kunnen worden bediend nadat is
ingedrukt. (Bijvoorbeeld
MIDNIGHT
, enz.)
SB CH
– Kan niet voor dit systeem worden gebruikt.
CH SELECT
– Kies met deze knop een kanaal (door
herhaaldelijk drukken), en gebruik dan
LEV +/–
om het
niveau in te stellen (bladzijde 34
).
LEV +/–
– Hiermee stelt u het kanaalniveau in.
MIDNIGHT
– Hiermee schakelt u tussen de
luisterfuncties Midnight en Loudness (bladzijde 31
).
SPEAKERS
– Wordt gebruikt om het luidsprekersysteem
in of uit te schakelen. Wanneer SP OFF is geselecteerd,
dan vindt er geen geluidsweergave plaats vanuit de
speakers die op deze receiver zijn aangesloten.
DIMMER
– Hiermee verlaagt of verhoogt u de helderheid
van het display. De helderheid kan in vier stappen worden
geregeld.
Tijdens de ECO Mode kan de helderheid tussen 2 niveaus
worden afgewisseld. Als het meest gedimde niveau wordt
geselecteerd, verschijnt DIMMER in de display. (Andere
modes dan ECO: 4 niveaus, ECO Mode: 2 niveaus)
13
SOURCE
Hiermee wordt de DVD/DVR-apparatuur van Pioneer in- of
uitgeschakeld als u
BD
,
DVD
of
CD
via de functietoetsen voor
de ingang selecteert.
14
TV CONTROL-toetsen
Deze toetsen functioneren alleen bij gebruik van een Pioneer-TV.
– Hiermee schakelt u de TV in of uit.
INPUT
– Hiermee selecteert u het ingangssignaal van de TV.
CH +/–
– Hiermee selecteert u kanalen.
VOL +/–
– Hiermee regelt u het volume van de TV.
15
VOLUME +/–
Gebruik deze toetsen om het volume in te stellen.
16
MUTE
Hiermee zet u het geluid aan en uit.
17
DISP
Schakelt het scherm van dit apparaat. De luistermodus, het
geluidsvolume of de ingangsnaam kan worden gecontroleerd
door het selecteren van een ingangsbron.
De batterijen plaatsen
De bij het systeem meegeleverde batterijen zijn bestemd voor
het eerste gebruik en niet voor langdurig gebruik. Wij raden u
aan alkalibatterijen te gebruiken die een lange levensduur
hebben.
WAARSCHUWING
•
Gebruik of bewaar batterijen niet in direct zonlicht of op een
hete plaats, zoals in de auto of bij een kachel. Batterijen
kunnen hierdoor gaan lekken, oververhitten, exploderen of
in brand vliegen. Bovendien vermindert dit de levensduur of
prestatie van de batterijen.
LET OP
•
Verkeerd gebruik van de batterijen kan lekkage of het
barsten van de batterijen tot gevolg hebben. Neem de
volgende voorzorgsmaatregelen in acht:
-
Gebruik nooit oude en nieuwe batterijen door elkaar.
-
Plaats de batterijen zodanig dat de plus- en minpolen
overeenkomen met de merktekens in het batterijvak.
-
Batterijen met dezelfde vorm kunnen een verschillende
spanning hebben. Gebruik verschillende soorten
batterijen niet samen.
-
Gebruikte batterijen dienen met inachtneming van de
regelgeving of milieuwetgeving van de overheid in uw
land/zone van de hand te worden gedaan.
-
Wees bij het plaatsen van de batterijen voorzichtig zodat
u de veren op de (–) aansluitingen voor de batterijen niet
beschadigt. Hierdoor kunnen batterijen gaan lekken of
oververhit raken.
Bedieningsbereik van de afstandsbediening
Onder de volgende omstandigheden werkt de
afstandsbediening mogelijk niet goed:
•
Er bevinden zich obstakels tussen de afstandsbediening en
de sensor van de afstandsbediening op de receiver.
•
Er valt direct zonlicht of TL-licht op de
afstandsbedieningssensor.
•
De receiver staat dicht bij een apparaat dat infraroodstralen
uitzendt.
•
De receiver wordt tegelijkertijd met een andere infrarood-
afstandsbediening bediend.
RECEIVER
RECEIVER
30°
7 m
30°