Operation Manual

15
Bediening van het programma (vervolg)
10 Balkgrafiek
Wijzigt de grafiekweergave. Met deze knop wisselt u tussen de bandgrafiek en de balkgrafiek.
11 Bestandsnotitie
Er kunnen notities betreffende het bestand (toestand op het moment van de meting enz.) voor de
verschillende onderdelen worden opgeslagen.
12 Nagalmtype
Geeft aan of de nagalmkarakteristieken gelden vóór ijking (EQ OFF) of na ijking (EQ ON).
(Voor de nagalmkarakteristieken na ijking wordt de EQ ijkingscurve weergegeven.)
13 Legenda
Geeft aan welke kleuren in de grafieken overeenkomen met welke kanalen of frequenties.
14 Freq [Hz]/Kanaal
In de kanaalweergavestand wordt dit de frequentie-as. In de frequentieweergavestand wordt het de
kanaal-as.
15 Keuzetoetsen voor lijstweergave/afzonderlijke aanduidingen
Wanneeer “ALL MEMORY” is geselecteerd worden alle MCACC-geheugens weergegeven. De
afzonderlijke MCACC-geheugens worden weergegeven wanneer de instelling voor afzonderlijke
aanduidingen is gemaakt (“MEMORY1” enz.).
Verplaatsen van
het gezichtspunt
van de tijdas.
Continue
Ga door