Operation Manual
04
26
Du
6
(TUNE/ST) /
ENTER
Gebruik de pijltoetsen wanneer u het surround-
geluidssysteem (bladzijde 38) instelt. Deze knop wordt
ook gebruikt om DVD-menu’s/opties te kiezen en voor de
bediening van deck 1 van een dubbel cassettedeck.
Gebruik de TUNE/-knoppen om te zoeken naar
radiofrequenties en ST/ om te zoeken naar
voorkeurzenders (bladzijde 35).
7 TV CONTROL-knoppen
Deze knoppen zijn gereserveerd voor de bediening van de
TV die is toegewezen aan de knop TV CTRL. Als u slechts
één TV op dit systeem hebt aangesloten, wijst u deze toe
aan de ingangsbrontoets TV CTRL. Als u twee TV’s hebt,
wijst u de hoofd-TV toe aan de knop TV CTRL (zie
bladzijde 57 voor meer informatie).
TV – Hiermee zet u de TV aan of uit.
TV VOL +/– – Hiermee regelt u het volume van de TV.
INPUT SELECT – Hiermee selecteert u het
ingangssignaal van de TV.
TV CH +/– – Hiermee selecteert u kanalen.
8 Apparaatbedieningsknoppen
De hoofdknoppen (, enz.) worden gebruikt voor de
bediening van een apparaat nadat u het hebt gekozen
met de knoppen voor ingangsbronnen.
De bedieningsfuncties boven deze knoppen zijn
beschikbaar na het selecteren van de overeenkomstige
ingangsbronknop (bijvoorbeeld DVD, DVR1 of TV). U
kunt de volgende bedieningselementen gebruiken
wanneer u luistert naar de ingebouwde tuner:
MPX – Hiermee schakelt u tussen stereo- en
mono-ontvangst van FM-uitzendingen. Als het
signaal zwak is, kunt u de geluidskwaliteit verbeteren
door over te schakelen naar mono (bladzijde 35).
DISP – Hiermee schakelt u tussen voorkeurzenders
met een naam en radiofrequenties (bladzijde 36).
Deze knop wordt tevens gebruikt voor weergave van
RDS-informatie (bladzijde 36).
EON –
Hiermee kunt u zoeken naar programma’s die
verkeersinformatie of nieuws uitzenden
(bladzijde 37)
.
9 Bedieningselementen voor de receiver
THX – Druk hierop om een Home THX-luisterfunctie
te selecteren (bladzijde 28).
STANDARD –
Druk hierop voor standaarddecodering
en om te schakelen tussen de verschillende opties
voor
2
Pro Logic IIx en Neo:6 (
bladzijde 27
).
ADV.SURR – Hiermee schakelt u tussen de
verschillende surround-functies (bladzijde 28).
STEREO/F.S.SURR – Hiermee schakelt u tussen de
stereo weergavefunctie (bladzijde 29) en de functie
Geavanceerde voorpodium-surround (bladzijde 29).
AUTO SURR – Druk op deze knop om de functie
Automatische surround (bladzijde 27) of Directe
stroom (bladzijde 30) te kiezen. Bij Directe
stroom-weergave worden de toonregelingen en elke
andere signaalverwerking genegeerd. Dit geeft de
meest nauwkeurige bronweergave (bladzijde 30).
ACOUSTIC EQ – Druk hierop om een automatische
calibratie-EQ instelling te kiezen (bladzijde 30).
SIGNAL SEL – Hiermee kiest u een ingangssignaal
(bladzijde 30).
10
MULTI OPE
Gebruik deze knop om meerdere bewerkingen uit te
voeren (bladzijde 58).
11
SHIFT
Druk op deze knop als u de bedieningselementen in de
witte vakken wilt gebruiken (bijvoorbeeld INPUT SELECT
), of als u de momenteel geselecteerde ingangsbron
wilt weergeven op het display van de afstandsbediening.
12
SOURCE
Hiermee zet u apparaten die zijn aangesloten op de
receiver aan en uit (zie bladzijde 57 voor meer
informatie).
13 Lettertekendisplay (LCD)
Op dit display ziet u informatie wanneer
bedieningssignalen worden verstuurd.
De volgende opdrachten worden getoond wanneer u de
afstandsbediening instelt voor de bediening van andere
apparaten (zie De rest van het systeem bedienen op
bladzijde 57):
SETUP – Geeft de instelfunctie aan, waarin u de
onderstaande opties kunt kiezen.
PRESET – Zie Vooraf ingestelde codes rechtstreeks
kiezen op bladzijde 57.
MULTI OP – Zie De functies Multi Operation en
System Off op bladzijde 58.
SYS OFF – Zie De functies Multi Operation en System
Off op bladzijde 58.
DIRECT F – Zie Directe functie op bladzijde 57.
RESET – Zie De vooraf ingestelde instellingen van de
afstandsbediening herstellen op bladzijde 57.
READ ID – Zie Vooraf ingestelde codes controleren op
bladzijde 57.
14 RECEIVER
Hiermee stelt u de afstandsbediening in voor bediening
van de receiver (deze knop wordt gebruikt om de groene
opdrachten boven de cijfertoetsen (ANALOG ATT enz.)
te selecteren). Gebruik deze knop ook om het
surround-geluid in te stellen (bladzijde 8, bladzijde 38).
15 VOL +/–
Hiermee stelt u het luistervolume in.
16 MUTE
Hiermee dempt u het geluid of herstelt u het
oorspronkelijke geluidsniveau nadat het geluid is
gedempt (door het regelen van het volume wordt het
geluidsniveau eveneens hersteld).
17 EFFECT/CH SEL en
LEVEL +/–
Druk verschillende malen op deze knop om een
kanaal te kiezen en pas vervolgens het niveau aan
met +/– (Tip op bladzijde 44). Hiermee wordt tevens
het niveau van de parameters voor de geavanceerde
surround-effecten, de Dolby Pro Logic IIx Music en de
Neo:6 Music, en ook de instelling voor de
geluidsvertraging aangepast (bladzijde 29). U kunt
daarna de +/– knoppen gebruiken om deze
instellingen te maken.
VSX-1017_HY_Du.book Page 26 Thursday, March 8, 2007 4:41 PM