Operation Manual

04
24
Du
Display
1 SIGNAL -indicators
Deze branden om het momenteel geselecteerde
ingangssignaal aan te geven. AUTO brandt wanneer de
receiver zo is ingesteld dat het ingangssignaal
automatisch wordt geselecteerd (bladzijde 30).
2 Indicators van de programma-indeling
Deze veranderen naar gelang de kanalen die actief zijn in
digitale bronnen.
L – Linkervoorkanaal
C – Middenkanaal
R – Rechtervoorkanaal
SL – Linker-surround-kanaal
S – Surround-kanaal (mono)
SR – Rechter-surround-kanaal
SBL – Linker-surround-achterkanaal
SB – Surround-achterkanaal (mono)
SBR – Rechter-surround-achterkanaal
LFE – Lagefrequentie-effectkanaal
3 Indicators van de digitale indeling
Deze lampjes branden wanneer een signaal dat is
gecodeerd met de bijbehorende indeling wordt
aangetroffen.
4 S.RTRV
Dit lampje brandt wanneer de Sound Retriever-functie is
ingeschakeld
(bladzijde 32) .
5 SOUND
Dit lampje brandt wanneer de Midnight-, Loudness- of
toonregelingfunctie is geselecteerd (
bladzijde 32 ).
6 DIALOG E
Dit lampje brandt wanneer de Dialog Enhancement-
functie is ingeschakeld.
7 PHASE CONTROL
Dit lampje brandt wanneer fasecontrole is ingeschakeld
(bladzijde 10).
8 OVER / ATT
OVER brandt om aan te geven dat het niveau van een
analoge bron te hoog is. ATT brandt wanneer u de
verzwakker (ANALOG ATT) gebruikt om het te verlagen.
9V.SB
Dit lampje brandt wanneer de virtuele surround-
achterkanaalfunctie actief is
(bladzijde 31) .
10 TUNER -indicators
TUNED – Brandt wanneer een uitzending wordt
ontvangen.
STEREO – Brandt tijdens de ontvangst van een stereo
FM-uitzending in de automatische stereofunctie.
MONO – Brandt wanneer de monofunctie wordt
ingesteld met de MPX-knop.
11 EON / RDS-indicators
EON – Licht op wanneer de EON-functie is ingesteld
(knipppert tijdens EON-ontvangst). De indicator
licht op wanneer de huidige zender de EON-service
aanbiedt (bladzijde 37).
RDS – Licht op wanneer een RDS-uitzending wordt
ontvangen (bladzijde 36).
12 Hoofdvolumeniveau
13
SR+
Dit lampje brandt wanneer de SR+-functie is
ingeschakeld (bladzijde 51).
14 STREAM DIRECT
Brandt wanneer de functie Directe stroom is geselecteerd
(
bladzijde 30 ).
15 Luidsprekerindicators
Geven het momenteel gebruikte luidsprekersysteem aan,
A en/of B (bladzijde 48) .
16 Luisterfunctie-indicators
THX – Brandt wanneer een Home THX-functie is
geselecteerd.
ADV.SURROUND – Brandt wanneer een Advanced
Surround-functie is geselecteerd (bladzijde 28).
STEREO – Brandt wanneer de stereofunctie is
geselecteerd (bladzijde 29).
STANDARD – Brandt wanneer een Standard
Surround-functie is ingeschakeld (zie Luisteren in
surround-geluid op bladzijde 27).
17 SLEEP
Brandt wanneer de receiver in de slaapstand staat
(bladzijde 55).
18 Indicators van matrix-decoderingsindelingen
2PRO LOGIC IIx – Dit lampje brandt om aan te
geven dat 2 Pro Logic II- / 2 Pro Logic
IIx-decodering wordt gebruikt (bladzijde 27).
Neo:6 – Wanneer een van de Neo:6-functies van de
receiver is ingeschakeld, brandt dit lampje om de
Neo:6-verwerking aan te geven (bladzijde 27).
19 Lettertekendisplay
Hierop worden diverse systeemgegevens weergegeven.
STREAM DIRECT
L C R
SL S SR
SBL SB
LFE
SBR
AUTO
ADV.SURROUND
STANDARD
SLEEP
THX
STEREO
SP
AB
DIGITAL
PRO LOGIC
DIGITAL
WMA9 Pro
SR+
DTS
OVER
AT T
S.RTRV
MONO
dB
DIALOG E
PHASE CONTROL
STEREO
V. S B
TUNED
EON
RDS
N eo : 6
2
2
ANALOG
SOUND
21 3 87 10 11 12 1
3
1915 17 18
4 6 9
16
14
5
VSX-1017_HY_Du.book Page 24 Thursday, March 8, 2007 4:41 PM