Operation Manual
Bedieningselementen en displays
04
27
Du
9 ATT
Licht op wanneer
INPUT ATT
wordt gebruikt om het
niveau van het analoge ingangssignaal de verzwakken
(verlagen).
10 OVER
Licht op om aan te geven dat het niveau van een analoge
bron te hoog is. Gebruik de verzwakker (
INPUT ATT
) om
het niveau te verlagen.
11 Hoofdvolumeniveau
Geeft het algehele volumeniveau aan.
–80dB
is het
minimumniveau,
+12dB
is het maximumniveau.
12 EON/RDS-indicators
EON
EON
licht op wanneer de EON-functie is ingesteld en
knippert tijdens de ontvangst van een EON-
uitzending. De indicator (figuur) licht op wanneer
de huidige zender de EON-service aanbiedt
(bladzijde 53).
RDS
Licht op wanneer een RDS-uitzending wordt
ontvangen (bladzijde 52).
13 DE
Licht op wanneer de functie voor het benadrukken van de
dialogen (
DIALOG E
) is ingeschakeld (bladzijde 38).
14 TUNER-indicators
(bladzijde 50)
STEREO
Licht op tijdens de ontvangst van een stereo FM-
uitzending in de automatische stereomodus.
MONO
Licht op wanneer de monofunctie is ingesteld met de
MPX
-toets.
TUNED
Licht op wanneer een uitzending wordt ontvangen.
15 Lettertekendisplay
Hier wordt allerlei informatie over het systeem getoond
(bijvoorbeeld, de reden waarom een bediening niet
mogelijk is kan knipperen op het display).
16 SR+
Licht op wanneer de regelfunctie SR+ is ingeschakeld
(zie
Gebruik van de SR+-functie met een Pioneer-
plasmadisplay
op bladzijde 65).
17 SLEEP
Licht op wanneer de receiver in de slaapstand staat
(bladzijde 39).
VSX-1015_DU.book 27 ページ 2005年3月7日 月曜日 午後8時50分