Owner's Manual

201
NL
Training
Basisverloop van de training
Tijdens uw training registreert dit apparaat een aantal sensorgegevens en GPS-locatiegegevens. In het apparaat wordt de
gehele training van begin tot einde een "trainingsessie" genoemd.
Basisverloop van de training
[Start]
Lap1 Lap2
Lap3 Lap3 Lap4
Lap5
[Lap]
[Lap]
[Stop]
[Start]
[Lap]
[Lap]
[Stop]
[Lap]
(1 sec.)
Training
Timer
Resetten
1
Op de [START/STOP]-toets drukken om het
optekenen te starten.
Er verschijnt [Timer gestart].
2
Op de [START/STOP]-toets drukken om het
optekenen te stoppen.
Er verschijnt [Timer gestopt].
Zolang het apparaat ingeschakeld is kunt u het optekenen
op welk ogenblik dan ook starten of stoppen, behalve
wanneer het apparaat met een pc verbonden is, en
gedurende het initialiseren van de instelling.
Een optekenbewerking kan doorgaan tot 360.000 punten.
Wanneer tijdens registratie op de [LAP]-toets wordt gedrukt,
wordt een traject opgetekend. Tot 300 trajecten kunnen
worden opgetekend in een enkele optekenbewerking.
Optekeningsinterval
Met de initiële standaardinstellingen van de fabriek is
het apparaat gecongureerd om verschillende types van
gegevens op te slaan met intervallen van 1 seconde bij het
optekenen.
U kunt de instellingen veranderen zodat het
optekeningsinterval kan worden aangepast aan de
rijsnelheid van de ets.
Het optekeningsinterval wordt korter naarmate de rijsnelheid
van de ets stijgt, en langer als de rijsnelheid daalt.
Ü
Optekenen (pagina 226)
Optekenen starten/stoppen