Operation Manual

92
Andere functies gebruiken
09
Instelling Functie Optie(s)
CONTRAST
<e>
<f>
Hiermee past u het contrast aan tussen licht en donker.
c
0
d
(De afbeelding is alleen een voorbeeld voor het illustreren van het
effect.)
c –6 t/m +6 d
Standaard-instelling: 0
HUE
<e>
<f>
Hiermee regelt u de balans tussen rood en groen.
c
0
d
(De afbeelding is alleen een voorbeeld voor het illustreren van het
effect.)
c –6 t/m +6 d
Standaard-instelling: 0
CHROMA
(Chromaniveau)
<e>
<f>
Hiermee stelt u de verzadiging in van dof tot helder.
c
0
d
(De afbeelding is alleen een voorbeeld voor het illustreren van het
effect.)
c –6 t/m +6 d
Standaard-instelling: 0
BLK SETUP
(Zwartinstelling)
<g>
Instellen van het zwartniveau aan de hand van het video-ingangssig-
naal.
Gewoonlijk moet u 0 selecteren. Als het zwartniveau te hoog is als
gevolg van de combinatie met de aangesloten monitor, selecteert u
7.5.
0
7.5
ASP
(Beeldverhouding)
<h>
Hier geeft u de beeldverhouding op wanneer ingangssignalen bij de
HDMI-uitgang worden uitgevoerd. Maak de gewenste instellingen
terwijl u elke instelling op het beeldscherm controleert (als het beeld
niet bij uw monitortype past, kan het beeld worden afgesneden of
verschijnen er zwarte banden).
THROUGH
NORMAL
a ! De standaardwaarde is afhankelijk van het type ingang (bladzijde 97 ).
! Als het videobeeld slechter wordt wanneer deze instelling op ON wordt gezet, zet u het op OFF.
! Bij aansluiting op een video-apparaat via de componentvideo-ingangsaansluitingen zet u dit onderdeel op ON en kijkt dan
naar video van de HDMI OUT 1 of HDMI OUT 2-aansluiting.
! Bij het upscalen naar 4K of 1080p, kan het voorkomen dat de video niet correct wordt uitgevoerd, afhankelijk van de HDMI-ka-
bel. Stel in dat geval deze instelling in op OFF.
b ! Wanneer een resolutie is ingesteld waarvoor de tv (monitor) niet geschikt is, zal er geen beeld worden weergegeven. Ook zal er
in sommige gevallen geen beeld zijn omdat de signalen voorzien zijn van auteursrechtbeveiliging (copyright). In dit geval moet u
de instelling veranderen.
! Wanneer AUTO is geselecteerd, zal de resolutie automatisch worden geselecteerd overeenkomstig de eigenschappen van het
via HDMI aangesloten beeldscherm. Wanneer PURE wordt geselecteerd, worden de signalen met dezelfde resolutie uitgevoerd
als waarmee ze binnenkomen (zie Meer over de video-omzetter op bladzijde 36 ).
! Wanneer 1080/24p of 4K/24p is geselecteerd, kunnen bewegingen onnatuurlijk of het beeld niet helder zijn, afhankelijk van
het videosignaal dat binnenkomt. In dit geval moet u de resolutie instellen op een andere waarde dan 1080/24p of 4K/24p.
! Als PURE is geselecteerd en het ingangssignaal 480i is, kan het schermdisplay niet worden weergegeven.
c Deze kan uitsluitend worden ingesteld wanneer AUTO, 4K of 4K/24p wordt geselecteerd in SCAL. Dit is effectief bij upscalen
naar 4K van een ingangssignaal dat geen 4K is.
d ! P.MOTION is uitgeschakeld wanneer PCINEMA op ON staat.
! Deze instelling is alleen van invloed op beelden opgenomen met de interlaced scan-indeling (480i/576i of 1080i signalen).
e ! Deze instelling wordt alleen getoond wanneer de onderstaande videosignalen worden ingevoerd:
480i, 576i, 480p, 576p, 720p, 1080i analoge videosignalen
480i, 576i, 480p, 576p, 720p, 1080i, 1080p, 1080p24 HDMI-videosignalen
f Instelling is niet mogelijk als V.ADJ (Geavanceerde videoregeling) niet is ingesteld op MEMORY.
g Deze instelling is alleen mogelijk wanneer 480i signalen binnenkomen via de composiet video-aansluitingen.
h ! Als het beeld niet overeenkomt met uw type beeldscherm, moet u de beeldverhouding op het bronapparaat of op het beeld-
scherm aanpassen.
! Deze instelling wordt alleen weergegeven wanneer 480i/p of 576i/p videosignalen worden ingevoerd.