Operation Manual
79
09
Andere functies gebruiken
g ! De verzwakker is niet beschikbaar wanneer u de Stream Direct (ANALOG DIRECT) functies gebruikt.
! De verzwakker werkt niet wanneer de luisterfunctie is ingesteld op PURE DIRECT bij AirPlay.
h ! De HDMI Audio-instelling kan niet veranderd worden wanneer er een gesynchroniseerde versterkerbediening wordt uitge-
voerd.
! De gesynchroniseerde versterkerfunctie moet ingeschakeld zijn om de HDMI audio- en video-ingangssignalen die de receiver
ontvangt van de tv te kunnen weergeven wanneer de receiver stand-by staat. Zie Meer over gesynchroniseerde bediening op
bladzijde 74.
i Deze voorziening is alleen beschikbaar wanneer het aangesloten beeldscherm automatische audio/video synchronisatie (‘lip-
synchronisatie’) voor HDMI ondersteunt. Als de automatisch ingestelde vertragingstijd niet geschikt is, zet u A.DELAY op
OFF en stelt dan de vertragingstijd handmatig in. Neem rechtstreeks contact op met de fabrikant voor meer informatie over de
lip-synchronisatiefunctie van uw beeldscherm.
j Alleen beschikbaar wanneer u luistert naar bronnen met 2 kanalen in de modus Dolby Pro Logic IIx Music/Dolby Pro Logic II
Music.
k Alleen beschikbaar als u bronnen met 2 kanalen beluistert in de modus Neo:X CINEMA/MUSIC/GAME.
l ! Dit kan worden ingesteld wanneer MANUAL is geselecteerd voor V.SPs.
! U kunt de virtuele surround-achterkanaalfunctie niet gebruiken wanneer de koptelefoon op deze receiver is aangesloten of
wanneer de stereofunctie, Geavanceerde voorpodium-surround, Sound Retriever Air of Directe stroom is geselecteerd.
! U kunt het virtuele surround-achterkanaal alleen gebruiken als de surroundluidsprekers zijn ingeschakeld en SB is ingesteld
op NO of als 7.1ch Front Bi-Amp of 7.1ch + ZONE 2 is geselecteerd bij Speaker System. De functie kan ook worden gebruikt
wanneer 7.1ch + Speaker B is geselecteerd bij Speaker System en SP:dA+B ON is geselecteerd met de SPEAKERS knop.
! Deze functie is alleen effectief bij materiaal met een bemonsteringsfrequentie van 48 kHz of minder.
m ! Dit kan worden ingesteld wanneer MANUAL is geselecteerd voor V.SPs.
! U kunt de functie virtueel hoogtekanaal niet gebruiken wanneer de koptelefoon op deze receiver is aangesloten of wanneer de
stereofunctie, Geavanceerde voorpodium-surround, Sound Retriever Air of Directe stroom is geselecteerd.
! U kunt de functie virtueel hoogtekanaal alleen gebruiken als de surroundluidsprekers zijn ingeschakeld en FH is ingesteld
op NO. De functie kan ook niet worden gebruikt bij de weergave van signalen die reeds informatie voor een hoogte-voorkanaal
bevatten.
! Deze functie is alleen effectief bij materiaal met een bemonsteringsfrequentie van 48 kHz of minder.
n ! Dit kan worden ingesteld wanneer MANUAL is geselecteerd voor V.SPs.
! U kunt de functie virtuele breedte niet gebruiken wanneer de koptelefoon op deze receiver is aangesloten of wanneer de
stereofunctie, Geavanceerde voorpodium-surround, Sound Retriever Air of Directe stroom is geselecteerd.
! U kunt de functie virtueel breedtekanaal alleen gebruiken als de surroundluidsprekers zijn ingeschakeld en FW is ingesteld
op NO. De functie kan ook niet worden gebruikt bij de weergave van signalen die reeds informatie voor een breedte-voorkanaal
bevatten.
! Deze functie is alleen effectief bij materiaal met een bemonsteringsfrequentie van 48 kHz of minder.
o ! Deze functie is alleen effectief bij materiaal met een bemonsteringsfrequentie van 48 kHz of minder.
! U kunt de functie virtuele diepte niet gebruiken wanneer de koptelefoon op deze receiver is aangesloten of wanneer de functie
Directe stroom is geselecteerd.
p ! Wanneer Speaker System op 7.1ch Front Bi-Amp, 5.1ch Bi-Amp + ZONE 2, 5.1ch F+Surr Bi-Amp of 5.1ch F+C Bi-Amp
staat, is de AMP-instelling op ON vergrendeld en kan deze niet worden veranderd.
! Wanneer Speaker System op 5.1ch C+Surr Bi-Amp staat, kunnen alleen ON en Front OFF worden geselecteerd voor de
AMP-instelling.
De video-opties instellen
Er zijn een aantal extra beeldinstellingen die u kunt maken in het menu VIDEO PARAMETER. De standaardwaar-
den zijn vetgedrukt.
Belangrijk
! De instellingen van het menu VIDEO PARAMETER zijn alleen van invloed op de signalen van de HDMI OUT 1
en HDMI OUT 2-aansluitingen.
! Als een optie niet geselecteerd kan worden in het menu VIDEO PARAMETER, is deze niet beschikbaar voor de
huidige bron, de huidige instelling en/of de status van de receiver.
! Alle onderdelen kunnen worden ingesteld voor elke ingangsfunctie.
! Andere onderdelen dan V.CONV kunnen alleen worden ingesteld wanneer V.CONV op ON staat.
1 Druk op om de bedieningsstand van de receiver te kiezen en druk dan op
VIDEO PARAMETER.
2 Selecteer de instelling die u wilt aanpassen met i/j.
Afhankelijk van de huidige status / functie van de receiver kunt u bepaalde opties mogelijk niet selecteren. In de
volgende tabel vindt u hierover meer informatie.
3 Gebruik k/l om de benodigde instelling te maken.
Raadpleeg de onderstaande tabel voor de beschikbare opties voor elke instelling.
4 Druk op RETURN om te bevestigen en het menu af te sluiten.
Videoparametermenu
Instelling Functie Optie(s)
V.CONV
(Digitale video-omzetter)
<a>
Allen video-ingangssignalen worden omgezet zodat ze via de HDMI
OUT 1 en HDMI OUT 2-aansluitingen kunnen worden uitgevoerd.
ON
OFF
RES
(Resolutie)
<b>
Hiermee geeft u de uitgangsresolutie van het videosignaal op (wan-
neer video-ingangssignalen bij de HDMI OUT-aansluitingen worden
uitgevoerd, stelt u dit onderdeel in overeenkomstig de resolutie van
uw monitor en de beelden die u wilt bekijken).
(“576p” geeft de 480p/576p resolutie-instelling aan.)
AUTO
PURE
576p
720p
1080i
1080p
1080/24p
4K
PCINEMA
(PureCinema)
<c, e>
Deze instelling optimaliseert de werking van het progressive scan-
circuit voor het weergeven van filmmateriaal. Gewoonlijk moet u dit
onderdeel op AUTO instellen. Als het beeld onnatuurlijk is, schakelt u
over naar ON of OFF.
AUTO
ON
OFF
P.MOTION
(Progressieve beweging)
<c, e>
Hiermee wordt de beweging en de kwaliteit van stilstaande beelden
ingesteld wanneer de video-uitvoer op progressief is ingesteld.
c –4 t/m +4 d
Standaard-instelling: 0
STREAM
(Stream Smoother)
<e>
Deze functie verbetert de elementen die de beeldkwaliteit in netwerk-
materiaal kunnen verminderen, zoals mosquito-ruis en blokruis.
Wanneer AUTO is geselecteerd, wordt de Stream Smoother-functie
van dit apparaat automatisch ingeschakeld wanneer netwerkmateri-
aal wordt afgespeeld op een speler die Stream Smoother Link onder-
steunt en die via HDMI op dit apparaat is aangesloten (vooropgesteld
dat de geïntegreerde werking met de Control met HDMI-functie is
ingesteld). (Stream Smoother Link)
OFF
ON
AUTO
V.ADJ
(Geavanceerde videoregeling)
Stelt de optimale beeldkwaliteit in voor het type beeldscherm dat is
aangesloten. Selecteer PDP voor plasmaschermen, LCD voor vloei-
bare kristalschermen (lcd), FPJ voor projectoren, PRO voor profes-
sionele monitoren. Als u de instellingen voor de beeldkwaliteit aan uw
eigen smaak wilt aanpassen, selecteert u MEMORY.
PDP
LCD
FPJ
PRO
MEMORY