Operation Manual

101
12
De menu’s System Setup en Other Setup
ZONE-instellingen
De volume-instelling en de toon voor de secundaire zones die met deze receiver kunnen worden gebruikt, kunnen
hier worden veranderd en afgesteld.
WAARSCHUWING
! Houd er rekening mee dat wanneer Volume Level op 0 dB Fixed is ingesteld, de audio-uitvoer van de AUDIO
ZONE 2 OUT-aansluitingen op maximum staat. Tevens kan afhankelijk van de volume-instelling op de aan-
gesloten versterker het geluid toch met groot volume worden weergegeven, zelfs wanneer Volume Level op
–40 dB Fixed is ingesteld.
1 Selecteer ‘ZONE Setup’ in het menu Other Setup.
2 Selecteer ‘ZONE 2’ of ‘ZONE 3’ en druk hierna op ENTER.
3 Selecteer de gewenste Volume Level instelling.
Wanneer de verbindingen voor gebruik in meerdere zones zijn gemaakt met behulp van de AUDIO ZONE 2 OUT
of AUDIO ZONE 3 OUT-aansluitingen en er muziek in Zone 2 of Zone 3 wordt weergegeven, kunt u kiezen of het
volume voor Zone 2 of Zone 3 op de receiver wordt ingesteld of dat er een vast volumeniveau wordt ingesteld
(–40 dB Fixed of 0 dB Fixed). Bij het verlaten van de fabriek staat dit onderdeel op Variable, wat betekent dat het
volume op de receiver kan worden ingesteld. Wilt u het volume vanaf de aangesloten versterker instellen, maak
dan de onderstaande instelling.
Voor ZONE 2 is deze instelling niet mogelijk als de instellingen voor gebruik in meerdere zones zijn gemaakt met
behulp van de luidsprekeraansluitingen en Speaker System is ingesteld op 7.1ch + ZONE 2. In dit geval stelt u
het volume voor de secundaire zones in op de receiver.
! Variable (standaardinstelling) – Het volume voor Zone 2/Zone 3 wordt geregeld op de receiver.
! –40 dB Fixed/0 dB Fixed – De volume-uitvoer voor Zone 2/Zone 3 vanaf de receiver ligt vast op de hier inge-
stelde waarde.
4 Selecteer de gewenste Power ON Level-instelling.
Het volume van de secundaire zone wordt ingesteld op het volume dat hier is geselecteerd wanneer de secun-
daire zone wordt ingeschakeld met behulp van de functie voor gebruik in meerdere zones. Zone 2 en 3 kunnen
afzonderlijk worden ingesteld.
Wanneer Volume Level op –40 dB Fixed of 0 dB Fixed is ingesteld, ligt het volume vast op die waarde en kan
het volume hier niet worden ingesteld.
! LAST (standaardinstelling) – Wanneer MULTI-ZONE wordt ingeschakeld, wordt het volume ingesteld op het
niveau dat was ingesteld toen u de laatste keer luisterde in die zone.
!---” – Wanneer MULTI-ZONE wordt ingeschakeld, wordt het volume voor die zone ingesteld op minimum.
! –80.0dB tot 0dB – Wanneer MULTI-ZONE wordt ingeschakeld, wordt het volume ingesteld op het niveau dat
hier is ingesteld. Het volume kan worden ingesteld tot de waarde die is ingesteld bij Volume Limit hieronder.
5 Selecteer de gewenste Volume Limit-instelling.
Het maximumvolume voor de zone geselecteerd in stap 2 kan worden ingesteld.
! OFF (standaardinstelling) – Het maximumvolume is niet beperkt.
! –20.0dB/–10.0dB – Het maximumvolume is beperkt tot de hier ingestelde waarde.
6 Selecteer de gewenste Mute Level-instelling.
Het dempingsniveau voor de zone geselecteerd in stap 2 kan worden ingesteld.
Hiermee stelt u in hoeveel het volume wordt verlaagd wanneer MUTE wordt ingedrukt.
! FULL (standaardinstelling) – Geen geluid.
! –40.0dB/–20.0dB – Het volume wordt verlaagd tot het hier opgegeven niveau.
7 Stel Lch Level en Rch Level in.
Het kanaalniveau voor de zone geselecteerd in stap 2 kan worden ingesteld.
Het niveau kan in stapjes van 1 dB worden ingesteld tussen –12.0dB en +12.0dB.
8 Selecteer de gewenste HPF (hoogdoorlaatfilter)-instelling.
Dit onderdeel kan alleen worden ingesteld wanneer ZONE 2 is geselecteerd in stap 2.
De uitvoer van de lagere frequenties via de AUDIO ZONE 2 OUT-aansluitingen is afgesneden. Wanneer een sub-
woofer in Zone 2 is aangesloten, raden wij u aan dit onderdeel op “ON” te zetten. Deze instelling is alleen geldig
wanneer Zone 2 is aangesloten via gebruik van de AUDIO ZONE 2 OUT-aansluitingen.
! OFF (standaardinstelling) – De hoogdoorlaatfilterfunctie is uitgeschakeld.
! ON – De hoogdoorlaatfilterfunctie is ingeschakeld.
9 Selecteer de gewenste TONE-instelling.
Dit onderdeel kan alleen worden ingesteld wanneer ZONE 2 is geselecteerd in stap 2.
De lage en hoge tonen voor ZONE 2 kunnen worden ingesteld. Wanneer BYPASS wordt geselecteerd, wordt het
oorspronkelijke geluid onveranderd weergegeven. Wanneer ON wordt geselecteerd, kunnen BASS en TREBLE
worden ingesteld.
! Wanneer de luidsprekeraansluitingen voor ZONE 2 worden gebruikt, wordt het ZONE 2 TONE-effect toege-
past wanneer Speaker System op 7.1ch FH/FW + ZONE 2, 5.1ch Bi-Amp + ZONE 2 of 5.1ch + ZONE 2+3 is
ingesteld. Bij de 7.1ch + ZONE 2-instelling wordt het ZONE 2 TONE-effect niet toegepast.
10 Stel de lage tonen (BASS) en hoge tonen (TREBLE) naar wens in.
Dit onderdeel kan alleen worden ingesteld wanneer ZONE 2 in stap 2 is geselecteerd en ON in stap 8 is
geselecteerd.
De BASS en TREBLE kunnen in stapjes van 1 dB worden ingesteld tussen –10.0dB en +10.0dB.
11 Druk op RETURN wanneer u klaar bent.
U keert terug naar het menu Other Setup.
Extensie instellen
! Standaardinstelling: OFF
De los verkrijgbare CU-RF100 kan worden gebruikt om de receiver via RF-communicatie te bedienen. Om dit te
doen, zet u het onderdeel EXTENSION op ON. Wanneer ON wordt ingesteld, kan de receiver ook worden bediend
wanneer het apparaat in de stand-bystand staat.
1 Selecteer ‘EXTENSION Setup’ in het menu Other Setup.
2 Selecteer de gewenste EXTENSION instelling.
3 Druk op RETURN wanneer u klaar bent.
U keert terug naar het menu Other Setup.
Instellingen voor het beeldschermdisplay
Wanneer de receiver wordt bediend, wordt de status (ingangsnaam, luisterfunctie enz.) over de videoweergave heen
op het scherm getoond. Deze statusaanduiding kan worden uitgeschakeld door dit onderdeel op OFF te zetten.
! Standaardinstelling: ON
1 Selecteer ‘On Screen Display Setup’ in het menu Other Setup.
2 Selecteer de gewenste On Screen Display-instelling.
3 Druk op RETURN wanneer u klaar bent.
U keert terug naar het menu Other Setup.
Opmerking
! Er is geen beeldschermdisplay bij videoweergave van de HDMI OUT 2 en VIDEO MONITOR
OUT-aansluitingen.
! Er is geen beeldschermdisplay wanneer de video-uitgangsresolutie 480i/576i of 4K is.
! De grootte van de weergegeven tekens verschilt afhankelijk van de uitgangsresolutie.