Operation Manual

28
Sp/Du
Primeros pasos
Basisfuncties4
Funciones del menú del MD
Las funciones de reproducción a las que se
accede a través del menú MD son:
PROGRAM - Especifica el orden de las pistas de un disco
(página 34)
RANDOM PLAY - El grabador reproduce las pistas con un
orden aleatorio (página 37)
REPEAT MODE - Configura la pista o disco actual para la
repetición de reproducción (página 36)
PLAY MODE - Limita la reproducción a un solo grupo
(página 31)
Las funciones de grabación a las que se accede
a través del menú MD son:
AUTO MARK - Especifica cuándo debe iniciarse una nueva
pista (páginas 38)
INPUT SELECT - Selecciona la grabación de entrada
analógica o digital (página 43)
REC MODE - Especifica grabación estéreo normal, LP2, LP4
o mono de larga duración (página 39)
DIGITAL VOLUME - Ajusta el nivel de grabación digital
(página 41)
Las funciones de edición a las que se accede a
través del menú MD son:
ALL ERASE - Elimina todas las pistas de un disco (página
57)
COMBINE - Une dos pistas en una nueva (página 54)
DISC NAME - Asigna un nombre a un disco que aparecerá
cuando se cargue dicho disco (página 49)
DIVIDE - Separa una única pista en dos pistas separadas
(página 53)
GROUP CANCEL - Cancela uno o todos los grupos (página
33)
GROUP EDIT - Cambia los grupos configurados
anteriormente (página 32)
GROUP NAME - Asigna un nombre a un grupo (página 52)
MOVE - Asigna a una pista del disco un número nuevo
(página 55)
NEW GROUP - Agrupa pistas (página 30)
TRACK ERASE - Elimina una pista del disco (página 58)
TRACK NAME - Asigna un nombre a una pista que
aparecerá cuando ésta se reproduzca (página 51)
UNDO - Deshace la última edición (página 59)
De MD-menufuncties
In het MD-menu vindt u de volgende
weergavefuncties:
PROGRAM - Bepaal de trackvolgorde van een disk (pagina 34)
RANDOM PLAY - De recorder speelt de tracks in een
willekeurige volgorde af (pagina 37)
REPEAT MODE - Activeer de herhalingsfunctie voor de track
of disk die nu wordt afgespeeld (pagina 36)
PLAY MODE - Beperk de weergave tot een enkele groep
(pagina 31)
In het MD-menu vindt u de volgende
opnamefuncties:
AUTO MARK - Bepaal wanneer een nieuwe track moet
worden gestart (pagina’s 38)
INPUT SELECT - Stel in of de bron waarvan u opneemt
analoog of digitaal is (pagina 43)
REC MODE - Stel in of de opname moet gebeuren in de
standen voor gewone stereo, LP2, LP4 of long-play mono
(pagina 39)
DIGITAL VOLUME - Stel het digitale opnamegeluidsniveau
in (pagina 41)
In het MD-menu vindt u de volgende
bewerkingsfuncties:
ALL ERASE - Wis alle tracks op een disk (pagina 57)
COMBINE - Voeg twee tracks samen in één nieuwe track
(pagina 54)
DISC NAME - Geef aan een disk een naam, die op het display
verschijnt wanneer u de disk in het apparaat plaatst (pagina
49)
DIVIDE - Splits één track op in twee afzonderlijke tracks
(pagina 53)
GROUP CANCEL - Wis een of alle groepen (pagina 33)
GROUP EDIT - Verander eerder ingestelde groepen (pagina
32)
GROUP NAME - Geef een naam aan een groep (pagina 52)
MOVE - Geef aan een track op de disk een nieuw
tracknummer (pagina 55)
NEW GROUP - Maak een trackgroep (pagina 30)
TRACK ERASE - Wis een track op de disk (pagina 58)
TRACK NAME - Geef aan een track een naam, die op het
display verschijnt wanneer de track wordt afgespeeld (pagina
51)
UNDO - Maak de laatste bewerking ongedaan (pagina 59)