Operation Manual
Het menu voor de audio/video-instellingen
13
110
Du
Hoofdstuk 13
Het menu voor de audio/video-
instellingen
Met het Video/Audio Adjust menu kunt u de beeldkwaliteit voor de ingebouwde tuner en de externe ingangen en voor
het afspelen en opnemen van discs instellen.
Instellen van de beeldkwaliteit voor
de TV en de externe ingangen
Met Picture Creation kunt u een groep
beeldkwaliteitinstellingen voor de ingebouwde TV-tuner
en voor elke externe ingang kiezen. Er zijn verscheidene
vaste instellingen (presets) die geschikt zijn voor diverse
bronnen en u kunt ook drie groepen zelf gemaakte
instellingen vastleggen.
Kiezen van een preset
1 Terwijl de recorder in de stopstand staat, drukt u
op HOME MENU en selecteert dan ‘Video/Audio
Adjust’.
2 Selecteer ‘Video Adjust’.
3 Gebruik de / (cursor links/rechts) toetsen om
de preset te veranderen.
• Gebruik de INPUT SELECT toets voor het
omschakelen tussen de ingebouwde TV-tuner en de
externe ingangen.
• Gebruik de CHANNEL +/– toetsen om het kanaal van
de ingebouwde TV-tuner te veranderen.
Er zijn zes presets beschikbaar:
• Tuner – geschikt voor algemene TV-uitzendingen
• VCR – geschikt voor videocassettes
• LDP – geschikt voor Laserdiscs
• Memory1 – gebruikerpreset 1
• Memory2 – gebruikerpreset 2
• Memory3 – gebruikerpreset 3
U kunt op DISPLAY drukken om de afzonderlijke
instellingen voor de huidige preset te zien.
4 Druk op ENTER om de preset te selecteren.
Een preset met uw eigen instellingen maken
U kunt drie groepen instellingen die u zelf hebt gemaakt
in de gebruikerpresets vastleggen.
1 Volg de aanwijzingen in Kiezen van een preset
hiervoor en selecteer een van de gebruikerpresets
(Memory 1, 2 of 3).
2 Selecteer ‘Detailed Settings’.
3 Gebruik de / (cursor omhoog/omlaag)
toetsen om de beeldkwaliteitinstelling te selecteren
die u wilt afstellen.
U kunt de volgende instellingen maken:
• Prog. Motion – Hiermee stelt u de beeldkwaliteit van
de bewegende en de stilstaande beelden in wanneer
de video-uitvoer is ingesteld op progressive.
• PureCinema – Dit onderdeel optimaliseert het beeld
voor filmmateriaal wanneer de video-uitvoer is
ingesteld op progressive-scan. Gewoonlijk dient u de
Auto instelling te kiezen; probeer de Off instelling
als het beeld onnatuurlijk is.
• Subtitle Adjust – Wanneer de video-uitvoer is
ingesteld op progressive-scan, is het mogelijk dat de
ondertiteling van sommige speelfilms niet normaal
verdwijnt. Selecteer in dat geval de On instelling.
• 3-D Y/C – Hiermee stelt u de helderheid/kleur
scheiding in (alleen voor NTSC-video).
• YNR – Hiermee stelt u de hoeveelheid
ruisonderdrukking (NR) in die op de Y (helderheid)
component wordt toegepast.
• CNR – Hiermee stelt u de hoeveelheid
ruisonderdrukking (NR) in die op de C (kleur)
component wordt toegepast.
• Detail – Hiermee stelt u de scherpte van de randen
in.
GUIDE Plus+
Disc Navigator
Copy
Easy Timer
Disc History
Disc Setup
Initial Setup
Video/Audio Adjust
Play Mode
PhotoViewer
Tuner
Detailed Settings
Pr 5
Memory1
Detailed Settings
Pr 5
Memory1
Off Max
Detail
Motion Still
3-D Y/C
Subtitle Adjust
Prog. Motion
PureCinema
Fast
Slow
Off Max
Off Max
YNR
CNR
Pr 5
Auto
Off