Operation Manual
2 Druk op MULTI-CONTROL om beschik-
bare mobiele telefoons te zoeken.
Tijdens het zoeken knippert Searching. Als er
mobiele telefoons met Bluetooth draadloze
technologie worden gevonden, wordt de naam
daarvan weergegeven. Als de naam niet be-
kend is, wordt Name not found weergegeven.
# Als dit toestel geen beschikbare mobiele tele-
foons vindt, wordt Not found weergegeven.
3 Duw MULTI-CONTROL omhoog of om-
laag om de naam te selecteren van het ap-
paraat waarmee u verbinding wilt maken.
4 Druk op MULTI-CONTROL om verbin-
ding te maken met de geselecteerde mobi-
ele telefoon.
Tijdens de verbindingsopbouw knippert
Connecting. Controleer om de verbinding te
voltooien de naam van het apparaat (Pioneer
BT Unit) en voer de koppelingscode op de mo-
biele telefoon in. Als de verbinding is gemaakt,
wordt Connected weergegeven.
# De standaardinstelling van de pincode is
0000. U kunt deze code wijzigen in de beginin-
stellingen. Raadpleeg De pincode invoeren voor
Bluetooth draadloze verbinding op bladzijde 39.
Verbinding maken vanaf een
mobiele telefoon
1 Selecteer met MULTI-CONTROL in het
functiemenu Connection open.
Raadpleeg Functies en bediening op de vorige
bladzijde.
2 Druk op MULTI-CONTROL om de verbin-
ding te openen.
Always waiting knippert en het toestel is
stand-by om verbinding te maken met een mo-
biele telefoon.
3 Maak de verbinding met dit toestel
vanaf de mobiele telefoon.
# De standaardinstelling van de pincode is
0000. U kunt deze code wijzigen in de beginin-
stellingen. Raadpleeg De pincode invoeren voor
Bluetooth draadloze verbinding op bladzijde 39.
De verbinding met een mobiele
telefoon verbreken
1 Selecteer met MULTI-CONTROL in het
functiemenu Disconnect phone.
Raadpleeg Functies en bediening op de vorige
bladzijde.
De apparaatnaam van de verbonden telefoon
verschijnt op het display.
2 Druk op MULTI-CONTROL om de verbin-
ding met de mobiele telefoon te verbre-
ken.
Als de verbinding is verbroken, wordt
Disconnected weergegeven.
Een aangesloten mobiele
telefoon registreren
1 Selecteer met MULTI-CONTROL in het
functiemenu Set phone.
Raadpleeg Functies en bediening op de vorige
bladzijde.
2 Duw MULTI-CONTROL omhoog of om-
laag en selecteer onder welke toewijzing
de telefoon gepaird wordt.
P1 (gebruikerstelefoon 1)—P2 (gebruikerstele-
foon 2)—P3 (gebruikerstelefoon 3)—G1 (gast-
telefoon 1)—G2 (gasttelefoon 2)
# Als u een registratienummer selecteert, kunt
u zien of er al een telefoon aan dat nummer is
toegewezen. Als het nummer leeg is, wordt
No data weergegeven. Als het registratienummer
al bezet is, verschijnt de naam van de telefoon.
Als u een geregistreerde telefoon door een an-
dere telefoon wilt vervangen, moet u eerst de ge-
registreerde telefoon verwijderen. Raadpleeg Een
geregistreerde telefoon verwijderen op de volgende
bladzijde voor meer informatie.
3 Druk op MULTI-CONTROL om de aange-
sloten telefoon te registreren.
Als de registratie is voltooid, wordt
Reg.Completed weergegeven.
# Als de registratie is mislukt, wordt
Reg.ERROR weergegeven. Ga in dit geval terug
naar stap 1 en probeer het opnieuw.
Verkrijgbare accessoires
Nl
49
Hoofdstuk
06
Verkrijgbare accessoires