Operation Manual

De AUX-signaalbron
Op dit toestel kunt u maximaal twee externe
apparaten aansluiten, zoals videoapparatuur
of draagbare apparaten (los verkrijgbaar). Aan-
gesloten externe apparaten worden automa-
tisch als een AUX-signaalbron herkend en
toegewezen aan AUX1 of AUX2. Het verschil
tussen de signaalbronnen AUX1 en AUX2
wordt hieronder uitgelegd.
Informatie over AUX1 en AUX2
Externe apparaten kunnen op twee manieren
op dit toeste l worden aangesloten.
AUX1-signaalbron:
Als u een extern apparaat aansluit met een ste-
reo-miniplugkabel
% Steek de stereo-miniplugkabel in de in-
gang van dit toestel.
Raadpleeg Hoofdtoestel op bladzijde 9 voor
meer informatie.
Het externe apparaat wordt autom atisch inge-
steld op AUX1.
AUX2-signaalbron:
Als u een extern apparaat aansluit met een IP-
BUS-RCA-adapter (los verkrijgbaar)
% Met een IP-BUS-RCA-adapter zoals de
CD-RB20/CD-RB10 (los verkrijgbaar) kunt u
externe apparatuur met een RCA-uitgang
op dit toestel aansluiten.
Raadpleeg voor meer informatie de gebrui-
kershandleiding van de IP-BUS-RCA-adapter.
Het externe apparaat wordt autom atisch inge-
steld op AUX2.
# U kunt op deze manier alleen externe appara-
ten aansluiten die voorzien zijn van een RCA-uit-
gang.
De signaalbron AUX selecteren
% Druk op SRC en selecteer AUX als sig-
naalbron.
# De signaalbron AUX kan alleen worden gese-
lecteerd als de externe ingang is ingeschakeld.
Raadpleeg De externe ingang in- of uitschakelen
op bladzijde 36 voor meer informatie.
De AUX-titel instellen
U kunt de naam wijzigen die wordt weergege-
ven voor de signaalbronnen AUX1 en AUX2.
1 Nadat u AUX als signaalbron hebt gese-
lecteerd, selecteert u met MULTI-CONTROL
de optie FUNCTION en vervolgens
TitleInput "A".
2 Voer de titel op dezelfde wijze in als
voor de ingebouwde cd-speler.
Raadpleeg Disctitels invoeren op bladzijde 22
voor meer informatie over de bediening.
Gebruik van een extern toestel
Met een extern toestel wordt een Pioneer-pro-
duct bedoeld (bijvoorbeeld een toekomstig ver-
krijgbaar product) waarvan u de basisfuncties
met dit toestel kunt bedienen. Met dit toestel
kunnen twee externe toestellen worden be-
diend. Als er twee externe toestellen op dit toe-
stel zijn aangesloten, worden deze
automatisch toegewezen als extern toestel 1 of
extern toestel 2.
Hieronder wordt de basisbediening van het ex-
terne toestel uitgelegd. De beschikbare func-
ties zijn afhankelijk van het gebruikte toestel.
Raadpleeg voor meer informatie de handlei-
ding van het externe toestel.
Een extern toestel als
signaalbron selecteren
% Druk op SRC/OFF en kies EXTERNAL als
signaalbron.
Overige functies
Nl
40
Hoofdstuk
05