Operation Manual
2 Duw MULTI-CONTROL naar links of
naar rechts om het helderheidsniveau in te
stellen.
U kunt het niveau verhogen of verlagen tussen
de waarden 0 en 15. De waarde wordt op het
display getoond.
# Als de dimmer is ingeschakeld, kan de helder-
heid worden aangepast tussen de waarden 0 en
10.
De achteruitgang en de
subwoofer instellen
U kunt de achteruitgang van dit toestel (de
aansluiting voor de luidspreker achterin en de
RCA-achteruitgang) gebruiken om een luid-
spreker met volledig bereik (Rear SP :F.Range)
of een subwoofer (Rear SP :S/W) aan te slui-
ten. Als u de achteruitgang op Rear SP :S/W
zet, kunt u de luidspreker achterin recht-
streeks op een subwoofer aansluiten, zonder
een externe versterker te gebruiken.
Standaard is dit toestel ingesteld voor het aan-
sluiten van een luidspreker achterin met volle-
dig bereik (Rear SP :F.Range).
1 Selecteer met MULTI-CONTROL de in-
stelling S/W control in het menu met be-
gininstellingen.
Raadpleeg De begininstellingen aanpassen op
bladzijde 34.
2 Druk op MULTI-CONTROL om een an-
dere instelling voor de achteruitgang te se-
lecteren.
Als u op MULTI-CONTROL drukt, kunt u kie-
zen uit Rear SP :F.Range (luidspreker met vol-
ledig bereik) en Rear SP :S/W (subwoofer). Dit
wordt op het display aangegeven.
# Als er geen subwoofer op de achteruitgang is
aangesloten, selecteert u Rear SP :F.Range (luid-
spreker met volledig bereik).
# Als er een subwoofer op de achteruitgang is
aangesloten, selecteert u Rear SP :S/W (subwoo-
fer).
Opmerkingen
! Als u deze instelling wijzigt, is er pas een uit-
gangssignaal als u ook het uitgangssignaal
voor de subwoofer inschakelt (raadpleeg De
subwoofer-uitgang op bladzijde 31).
! Als u deze instelling wijzigt, wordt de subwoo-
feruitgang in het audiomenu teruggezet naar
de fabrieksinstellingen.
! De uitgangsaansluiting voor de luidsprekers
achterin en de RCA-achteruitgang worden te-
gelijkertijd omgezet.
Het geluid tijdelijk
uitschakelen of dempen
Het geluid van dit toestel kan automatisch
worden uitgeschakeld of gedempt wanneer er
een signaal wordt ontvangen van een apparaat
met uitschakelingsfunctie.
! Wanneer het geluid tijdelijk is uitgescha-
keld of gedempt, verschijnt MUTE of ATT
op het display. U kunt het geluid dan niet
aanpassen.
! Het volume keert terug naar het oorspron-
kelijke niveau wanneer de uitschakeling of
demping wordt geannuleerd.
1 Selecteer met MULTI-CONTROL de in-
stelling Mute in het menu met begininstel-
lingen.
Raadpleeg De begininstellingen aanpassen op
bladzijde 34.
2 Druk op MULTI-CONTROL om te kiezen
tussen het geluid tijdelijk uitschakelen en
dempen.
Als u op MULTI-CONTROL drukt, kunt u kie-
zen uit TEL ATT (dempen) en TEL mute (tijde-
lijk uitschakelen). De instelling wordt op het
display weergegeven.
Begininstellingen
Nl
37
Hoofdstuk
04
Begininstellingen