Operation Manual
Dit toestel is voorzien van een in- en uitschakelbare
subwooferuitgang.
1 Druk op M.C. om de instellingenmodus weer te
geven.
2 Draai aan M.C. en selecteer de gewenste instel-
ling.
NORMAL (normale fase)—REVERSE (tegenge-
stelde fase)—OFF (subwoofer uit)
3 Druk op M.C. om de selectie te bevestigen.
SUBWOOFER2 (subwoofer aanpassen)
Als de subwooferuitgang is ingeschakeld, kunt u de
drempelfrequentie en het uitgangsniveau van de sub-
woofer instellen.
De subwoofer geeft alleen frequenties beneden de ge-
selecteerde waarde weer.
1 Druk op M.C. om de instellingenmodus weer te
geven.
2 Druk op M.C. om de drempelfrequentie of het uit-
gangsniveau van de subwoofer te kiezen.
Drempelfrequentie (weergave drempelfrequentie
knippert)—Uitgangsniveau (weergave uitgangsni-
veau knippert)
3 Draai aan M.C. en selecteer de gewenste instel-
ling.
Drempelfrequentie: 50HZ—63HZ—80HZ—
100HZ—125HZ
Uitgangsniveau: -24 tot +6
SLA (bronniveauregeling)
Met de functie SLA (bronniveauregeling) kunt u het
volumeniveau van elke signaalbron afzonderlijk instel-
len. Hierdoor kunt u plotselinge volumewisselingen
voorkomen wanneer naar een andere signaalbron
wordt overgeschakeld.
! De instellingen zijn gebaseerd op het FM-volume-
niveau, dat zelf niet gewijzigd kan worden.
! Het MW/LW-volumeniveau kan ook met de deze
functie worden aangepast.
! Wanneer FM als signaalbron wordt gebruikt, kunt
u niet overschakelen naar SLA.
1 Druk op M.C. om de instellingenmodus weer te
geven.
2 Draai aan M.C. om het bronvolume te regelen.
Instelbereik: +4 tot –4
3 Druk op M.C. om de selectie te bevestigen.
Begininstellingen
Belangrijk
Als het toestel van de accu wordt losgekoppeld,
wordt PW SAVE (energiezuinige modus) uitge-
schakeld. Deze moet u weer inschakelen als het
toestel terug met de accu wordt verbonden. Als
het voertuig niet van een contactschakelaar met
accessoirestand (ACC) is voorzien, is het (afhan-
kelijk van de aansluiting) mogelijk dat het toestel
de accu blijft belasten als PW SAVE (energiezui-
nige modus) is uitgeschakeld.
1 Houd S (SRC/OFF) ingedrukt tot het toe-
stel uit gaat.
2 Houd S (SRC/OFF) ingedrukt tot de
functienaam op het display verschijnt.
3 Draai aan M.C. en selecteer de beginin-
stelling.
Nadat u de begininstelling geselecteerd hebt,
stelt u deze als volgt in.
FM STEP (FM-afstemstap)
Standaard wordt er bij automatisch afstemmen een
FM-afstemstap van 50 kHz gebruikt, en 100 kHz als de
functie AF of TA is ingeschakeld. Maar soms krijgt u
een beter resultaat als ook bij het afstemmen op alter-
natieve frequenties (AF) een afstemstap van 50 kHz
wordt gebruikt.
! Bij handmatig afstemmen blijft de afstemstap 50
kHz.
1 Druk op M.C. om de instellingenmodus weer te
geven.
2 Draai aan M.C. om de FM-afstemstap te selecte-
ren.
50 KHZ (50 kHz)—100 KHZ (100 kHz)
3 Druk op M.C. om de selectie te bevestigen.
AUTO-PI (automatisch PI-zoeken)
Als deze functie is ingeschakeld, probeert het toestel
bij slechte ontvangst automatisch een andere zender
met gelijkaardige programma ’s te vinden, ook als u
een voorkeuzezender selecte erde.
1 Druk op M.C. om de automatische PI-zoekfunctie
in of uit te schakelen.
AUX (externe aansluitin g)
Schakel deze instelling in als een extern apparaat op
dit toestel is aangesloten.
1 Druk M.C. om AUX in of uit te schakelen.
Nl
17
Hoofdstuk
02
Bediening van het toestel
Bediening van het toestel