Operation Manual

11
Nl
Nederlands
Aansluitingen en namen van onderdelen
! Wacht tot alle verbindingen tussen de apparatuur gemaakt zijn voor
u de netstroomadapter aansluit.
Schakel altijd eerst de stroom uit en trek de stekker uit het stopcon-
tact voor u verbindingen tussen apparatuur maakt of verandert.
Zie tevens de gebruiksaanwijzingen van de aan te sluiten apparatuur.
! Gebruik uitsluitend de met dit toestel meegeleverde
netstroomadapter.
! Dit toestel kan van stroom worden voorzien door de netstroomadap-
ter of via de USB-aansluiting.
Dit toestel ook zonder de netstroomadapter kan worden gebruikt
door het met een USB-kabel aan te sluiten op een computer.
! Sluit dit toestel en de computer direct op elkaar aan met behulp van
de meegeleverde USB-kabel.
! Een USB-verdeelstekker (hub) kan niet worden gebruikt.
Opmerkingen over gebruik van dit toestel met
stroomvoorziening via de USB-aansluiting
! Bij gebruik van dit toestel op stroom via de USB-aansluiting moet de
aangesloten computer gevoed worden met netstroom. Gebruik de
computer niet op de accu.
! In gevallen zoals hieronder beschreven kan de stroomvoorziening
tekortschieten en kan dit toestel geen gebruik maken van de USB-
aansluiting voor de stroomvoorziening.
Wanneer de stroomcapaciteit van de USB-aansluiting van de
computer ontoereikend is.
Wanneer er andere USB-apparatuur is aangesloten op de
computer.
Als dit toestel niet naar behoren functioneert bij stroomvoorziening
via de USB-aansluiting, moet u de meegeleverde netstroomadapter
gebruiken.
! De volgende beperkingen zijn van toepassing bij stroomvoorziening
via de USB-aansluiting:
De indicator voor de instelknop licht niet op.
Het [MASTER OUT 1] (XLR-uitgangssignaal) kanaal wordt niet
geproduceerd.
De [MIC1], [MIC2] en [AUX IN]-aansluitingen kunnen niet wor-
den gebruikt.
De aanduidingen zijn donkerder dan bij gebruik op de
netstroomadapter.
Om het toestel zonder deze beperkingen te kunnen gebruiken, moet
u de meegeleverde netstroomadapter gebruiken.
Aansluiten van de in/
uitgangsaansluitingen
Voorpaneel
PHONES
MIC 2
MIC/AUX THRU
ONOFF
PHONES
MIC 2
MIC/AUX THRU
ONOFF
1
2
3
Hoofdtelefoon
Microfoon
Hoofdtelefoon-
snoer
Naar
hoofdtelefoon
Microfoonkabel
Naar microfoon
1 PHONES-aansluitingen
Sluit hierop een hoofdtelefoon aan.
Zowel stereostekkers (Ø 6,3 mm) als mini-stereostekkers (Ø 3,5 mm)
kunnen worden gebruikt.
Zie Meeluisteren via een hoofdtelefoon op bladzijde 30 voor verdere
informatie.
! Er zijn twee ingangsaansluitingen, stereo-hoofdtelefoonaanslui-
ting en een mini-hoofdtelefoonaansluiting, maar deze kunnen
niet tegelijkertijd gebruikt worden. Als ze tegelijkertijd gebruikt
worden, zal het volume van de een plotseling hoger of lager
worden wanneer de andere wordt losgekoppeld of aangesloten.
2 MIC/AUX THRU keuzeschakelaar
Stel deze in op [ON] als u de [MIC2] en [AUX]-kanalen direct wilt
laten weergeven.
= Direct weergeven van geluid van de microfoon en de AUX-
aansluiting (blz.32)
3 MIC2-aansluiting
Voor aansluiten van een microfoon.
= Gebruik van een microfoon (blz.31)
Achterpaneel
VOLAUX INMASTER OUT 2MASTER OUT 1MASTER ATT.
MAX
LRLL
1GND
2 HOT
3 COLD
RR
-12 dB -6 dB 0 dB
MIN
ONUSBOFF DC IN
5 V
VOLAUX INMASTER OUT 2MASTER OUT 1MASTER ATT.
MAX
LRLL
1GND
2 HOT
3 COLD
RR
-12 dB -6 dB 0 dB
MIN
R
L
R
L
51
2
3 4
ONUSB OFF DC IN
5 V
ITCH
8 9 a6 7
Naar de
audio-ingangen
Naar de
audio-uitgangen
Draagbare
audio-
apparatuur
Apparatuur, versterkers,
luidsprekers met eigen
stroomvoorziening enz.
Computer
Netstroomadapter
(meegeleverd)
Naar stopcontact
1 MASTER ATT.
Stelt het niveau in voor het verzwakken van het geluid dat wordt
weergegeven via de [MASTER1]-aansluiting.
2 MASTER OUT 1-aansluitingen
Hierop kunt u luidsprekers met eigen stroomvoorziening enz.
aansluiten.
3 MASTER OUT 2-aansluitingen
Voor aansluiten van een eindversterker e.d.