Operation Manual
8
Nl
Voor het installeren van een stuurprogramma
! Lees eerst zorgvuldig Licentie-overeenkomst voor deze Software.
! Schakel dit apparaat uit met de aan/uit-schakelaar en maak de USB-
kabel tussen dit apparaat en de computer los.
! Als er andere programma’s geopend zijn op de computer, sluit u die
dan.
! Voor het installeren of verwijderen van het stuurprogramma zult
u wellicht toestemming nodig hebben van de beheerder van uw
computer. Meld u aan als de beheerder van uw computer voordat u
begint met het installeren.
! Als u dit apparaat aansluit op uw computer zonder eerst het stuur-
programma te installeren, kan er iets fout gaan in uw computer,
afhankelijk van uw besturingssysteem.
! Als de installatie van een stuurprogramma om enige reden tussen-
tijds wordt onderbroken, start u de installatieprocedure dan weer
helemaal opnieuw vanaf het begin.
1 Zet de computer aan.
2 Plaats de bijgeleverde CD-ROM met
stuurprogramma’s in het CD-station van de computer.
3 Wanneer het menu van de CD-ROM verschijnt,
dubbelklikt u op [Pioneer_DDJ_Driver_XXXXX.exe].
4 Volg voor de installatieprocedure de aanwijzingen
die op uw scherm verschijnen.
Als er [Windows-beveiliging] op het scherm verschijnt tijdens het
installationproces, klikt u op [Dit stuurprogramma toch installeren]
om door te gaan met installeren.
! Bij installeren onder Windows XP
Als er [Hardware-installatie] op het scherm verschijnt tijdens het
installationproces, klikt u op [Toch doorgaan] om door te gaan met
installeren.
! Wanneer het installatieproces voltooid is, verschijnt er een medede-
ling ter afsluiting.
Verbinding maken tussen dit toestel en een
computer
1 Sluit dit apparaat aan op uw computer via een
USB-kabel.
Nadere aanwijzingen voor het aansluiten vindt u onder Aansluiten van de
in/uitgangsaansluitingen op bladzijde 11.
2 Schuif de [ON/OFF]-schakelaar van dit toestel naar de
[ON]-stand.
Schakel dit apparaat in.
! De melding [Apparaatstuurprogramma installeren] kan verschij-
nen wanneer dit toestel voor het eerst op de computer wordt aange-
sloten of wanneer het wordt aangesloten op een andere USB-poort
van de computer. Wacht eventjes tot de mededeling [De apparaten
zijn gereed voor gebruik] verschijnt.
Aanpassen van de buffercapaciteit
Dit apparaat functioneert als een audio-apparaat volgens de
ASIO-normen.
! Als er applicatieprogramma’s dit apparaat gebruiken als hun vaste
audio-apparaat (zoals DJ-programma’s, enz.), sluit u die program-
ma’s dan voordat u de buffercapaciteit aanpast.
Klik op het Windows [Starten]-menu >[Alle
programma's)]>[Pioneer]>[DDJ]>[Pioneer DDJ ASIO
instellingen hulpprogramma].
! Een ruime buffercapaciteit is nuttig om de kans op het wegvallen
van geluid (dropouts) te voorkomen, maar verhoogt daarentegen de
geringe vertraging in de audiosignaaltransmissie (latency).
! Als de kernel buffer groot is, kunnen er minder makkelijk onderbre-
kingen in de geluidsweergave voorkomen, maar zal daarentegen wel
de vertraging toenemen.
! Gebruik de procedure hieronder om de buffergrootte en kernelbuffer
in te stellen.
Als de geluidsweergave niet wordt onderbroken bij de
standaarinstellingen
1 Verlaag de buffergrootte geleidelijk aan en stel de kleinste
waarde in waarbij de geluidsweergave niet worden onderbroken.
2 Stel de kernelbuffergrootte in op [2] en controleer of de geluids-
weergave wordt onderbroken.
— Als de geluidsweergave wordt onderbroken, stelt u de kernelbuf-
fergrootte in op [3].
Als de geluidsweergave wordt onderbroken bij de
standaarinstellingen
1 Stel de kernelbuffergrootte in op [4] en stel de buffergrootte
vervolgens in op de minimumwaarde waarbij de geluidsweergave
niet wordt onderbroken.