Operation Manual

19
Appendix
Appendix
Verhelpen van storingen
Fouten opsporen en verhelpen anders dan
onderstaande beschrijving Appendix van
de Bedieningshandleiding
Symptoom Oorzaak Actie (zie)
Er is geen beeld. De kabel van de handrem is niet aangeslo-
ten.
Sluit de kabel van de handrem aan en scha-
kel de handrem in.
De handrem is niet ingeschakeld. Sluit de kabel van de handrem aan en scha-
kel de handrem in.
Het pictogram
wordt weergegeven
terwijl bediening niet
mogelijk is.
Deze handeling is verboden voor deze disc. Deze handeling is niet mogelijk.
Deze handeling is niet compatibel met de
organisatie van de disc.
Deze handeling is niet mogelijk.
Het beeld stopt (wordt
onderbroken) en het
toestel kan niet worden
bediend.
Gegevens kunnen tijdens het afspelen niet
worden afgelezen.
Druk eenmaal op 77
77
en probeer opnieuw af te
spelen.
Het beeld is uitgerekt,
het beeldformaat is on-
juist.
De beeldinstelling is niet juist voor het dis-
play.
Selecteer de juiste instelling voor uw display.
(Pagina 15)
Beeld op het display
achter verdwijnt.
De brondisc waarnaar met behulp van het
toestel wordt geluisterd is uitgeworpen.
• De REAR toets is ingedrukt en de modus
REAR ON is uitgeschakeld.
Er heeft zich eventueel een probleem met
het display achter of een verkeerde draad-
verbinding voorgedaan.
Achteraanzicht is geselecteerd op het
scherm.
Wanneer de versnellingshendel in de ach-
teruitstand [R] staat, worden beelden van
de achteruitkijkcamera weergegeven.
Wanneer “NAVI” is geselecteerd in het
REAR DISP menu.)
Schakel over op een andere signaalbron al-
vorens de disc uit te werpen. Dit probleem
kan zich voordoen wanneer er gebruik
wordt gemaakt van bepaalde aansluitme-
thoden.
• Druk op de REAR toets om de modus
REAR ON in te schakelen.
• Controleer de display achter en de aan-
sluitingen.
• Selecteer een andere kijkmodus dan Ach-
teraanzicht.
Breng de versnellingshendel in een andere
dan de [R] stand. (Selecteer SOURCE in
het REAR DISP menu.)
Er wordt niets weerge-
geven en de tiptoetsen
kunnen niet worden
gebruikt.
De instelling voor de achteruitkijkcamera is
niet juist.
De versnellingshendel is in de [R] stand ge-
zet terwijl de achteruitkijkcamera niet was
aangesloten.
Sluit op de juiste manier een achteruitkijkca-
mera aan.
Druk op de NAVI/AV toets om terug te ke-
ren naar de bronweergave en selecteer ver-
volgens de correcte instelling voor
CAMERA.
De CAMERA instelling
Bedienings-
handleiding
Het LCD-paneel slaat
tegen de console of het
dashboard van uw vo-
ertuig.
Onjuiste instelling van de hoek. Druk op ANGLE (+/–) om de hoek van het
LCD-paneel te wijzigen. Wanneer u het LCD-
paneel met te veel kracht hanteert, raakt het
beschadigd.
Het videobeeld wordt
korrelig weergegeven.
Dit gebeurt wanneer de video’s worden be-
keken in de modus CINEMA of ZOOM.
Selecteer een andere modus om video’s te
bekijken.
CRB1914A_Nederlands.book Page 19 Saturday, February 7, 2004 1:15 AM