Operation Manual

U kunt beslissen of waarschuwingen zicht-
baar en/of hoorbaar worden aangegeven.
Pas de schuifregelaar aan om de relatieve
snelheid in te stellen waarboven de applica-
tie de waarschuwing geeft.
De volgende waarschuwingstypen zijn be-
schikbaar:
Beeld en geluid: Als deze functie is in-
geschakeld, geef t het systeem een hoor-
bare en een zichtbare waarschuwing als
u de maximumsnelheid overschrijdt.
Beeld: Als deze functie is ingeschakeld,
geeft het systeem een zichtbare waar-
schuwing als u de maximumsnelheid
overschrijdt.
! Snelheidslimiet altijd zichtbaar
U kunt instellen of het teken voor de maxi-
mumsnelheid altijd op de kaart wordt weer-
gegeven. Als u de maximumsnelheid
overschrijdt, verandert de kleur van het
teken.
! Waarsch.bij 100 van snelheidslimiet
(buiten stad)
U kunt een waarschuwing krijgen wanneer
u buiten de stad de maximumsnelheid met
het ingestelde percentage overschrijdt.
! Waarsch.bij 100 van snelheidslimiet
(binnen stad)
U kunt een waarschuwing krijgen wanneer
u in de stad de maximumsnelheid met het
ingestelde percentage overschrijdt.
Waarschuwingspunten
Instelling voor het ontvangen van een waar-
schuwing wanneer u een waarschuwingspunt
nadert, zoals een schoolzone of een spoorwe-
govergang. U kunt voor elke categorie afzon-
derlijk een waarschuwing instellen.
De volgende waarschuwingstypen zijn be-
schikbaar:
! Beeld en geluid: Het systeem geeft een
hoorbare en een zichtbare waarschuwing
als u een van deze punten nadert.
! Beeld: Het systeem geeft een zichtbare
waarschuwing als u een van deze punten
nadert.
Voor sommige waarschuwingspunten is de
wettelijke of verwachte maximumsnelheid be-
schikbaar. Bij deze punten kan de geluids-
waarschuwing anders zijn afhankelijk van of u
langzamer of sneller dan de maximumsnel-
heid rijdt.
! Alleen bij te hoge snelheid: Er klinkt al-
leen een waarschuwingsgeluid als u de
maximumsnelheid overschrijdt.
! Bij nadering: Er klinkt altijd een waarschu-
wingsgeluid wanneer u een waarschu-
wingspunt nadert. Om u erop attent te
maken, klinkt er een andere waarschuwing
als u de maximumsnelheid overschrijdt.
Waarschuwingsborden
Kaarten kunnen waarschuwingsinformatie
voor de bestuurder bevatten. Tip deze toets
aan om deze waarschuwingen in of uit te
schakelen en om de afstand tot het gevaar in
te stellen waarop de waarschuwing moet wor-
den ontvangen. Deze afstand kan voor de ver-
schillende waarschuwingstypen afzonderlijk
worden ingesteld.
Instellingen voor Navigatiekaart
Kaartweergave
U kunt het effect zien wanneer u een instelling
verandert.
! Gezichtspunt
U kunt het zoomniveau en de helling die
standaard worden gebruikt instellen. Er zijn
drie niveaus.
! Kleurmodus
U kunt zelf overschakelen tussen de kleur-
standen voor overdag en s nachts of de
software automatisch laten overschakelen
enkele minuten voordat de zon opkomt en
nadat de zon ondergaat.
! Oriëntatiepunten
Instelling om artistieke of blokvormige 3D-
vormen van opvallende of bekende oriënta-
tiepunten te tonen of te verbergen.
! Gebouwen
Nl
56
Hoofdstuk
10
Aanpassen van de voorkeurs instellingen voor de
navigatie