Operation Manual
De versnelling of vertraging van het voertuig
wordt aangegeven. Tevens wordt de rotatie-
snelheid bij een bocht naar links of rechts
aangegeven.
4 Helling
De hellingshoek van de straat waar u op
rijdt wordt aangegeven.
5 Snelheidspuls
Het totaal aantal snelheidspulsen wordt
aangegeven.
6 Mate van leren
De sensorleersituaties voor de afstand (Af-
stand), rechterbocht (Naar rechts), linker-
bocht ( Naar links) en 3D-detectie (3D-
sensor) worden aangegeven door de lengte
van de balken.
p Wanneer de banden worden vervangen
of kettingen worden gemonteerd, zal het
systeem, wanneer u de snelheidspuls in-
schakelt, detecteren dat de diameter
van de band is veranderd, en zal het de
waarde voor de afstandsberekening au-
tomatisch vervangen.
p Als een los verkrijgbare snelheidspuls-
generator (ND-PG1) is aangesloten, kan
de waarde voor de berekende afstand
niet automatisch worden vervangen.
De status wissen
U kunt de verkregen gegevens wissen die zijn
opgeslagen in “Afstand”, “Snelheidspuls” of
“Leren”.
1 Tip [Afstand] of [Snelheidspuls] aan.
Er wordt gevraagd om bevestiging voor het
wissen van de gegevens.
2 Tip [Ja] aan.
De resultaten in “Afstand” en “Snelheids-
puls” worden gewist.
3 Tip [Leren] aan.
Het pop-upmenu verschijnt.
4 Tip [Alles resetten] aan.
Alle resultaten worden gewist.
p Tip [Alles resetten] aan voor de volgende
situaties:
! Wanneer u de montagepositie van het
navigatiesysteem gewijzigd hebt
! Wanneer u de montagehoek van het na-
vigatiesysteem gewijzigd hebt
! Wanneer u het navigatiesysteem hebt
overgebracht naar een ander voertuig
# Als u [Afstand resetten] aantipt, worden alle
verkregen gegevens in “Afstand” gewist.
De aansluiting van de
kabels controleren
Controleer of de kabels tussen dit product en
het voertuig goed zijn aangesloten. Controleer
ook of ze op de juiste plaatsen zijn aangeslo-
ten.
1 Druk op de HOME toets om het begin-
menuscherm weer te geven.
2 Tip de volgende toetsen aan in de aan-
gegeven volgorde.
Het “Systeem” scherm verschijnt.
3 Tip [Systeeminformatie] aan.
Het volgende scherm verschijnt.
4 Tip [Verbindingsstatus] aan.
Het “Verbindingsstatus” scherm verschijnt.
Nl
158
Hoofdstuk
28
Systeeminstellingen