Operation Manual
Black plate (33,1)
De meeste informatie die door uw navigatiesysteem wordt gegeven, kan op de kaart worden gezien. U
moet vertrouwd raken met de manier waarop de informatie op de kaart wordt getoond.
Het kaartscherm aflezen
Dit voorbeeld toont een 2D-kaartscherm.
1
5
ed
c
6
2
3
a
9
7
8
4
b
p De informatie met een sterretje (*) wordt al-
leen weergegeven wanneer de route be-
paald is.
p Afhankelijk van de voorwaarden en basisin-
stellingen worden bepaalde onderdelen
niet weergegeven.
1 Huidige tijd
2 Aanraaktoets voor kaartschaal
Tip [+] of [–] aan om de schaal van de kaart te
veranderen.
U kunt de schaal van de kaart instellen tussen
10 meter en 2 000 kilometer (10 yard en 1 000
mijl).
p Het hieronder getoonde “_” teken geeft
de schaalafstand aan (alleen 2D-weer-
gave).
3 Kaartbesturing
Het “Bekijk” scherm verschijnt waarop de
weergavemodus en de oriëntatie van de kaart
kunnen worden ingesteld.
= Voor details omtrent de bediening ver-
wijzen wij u naar Omschakelen van de
weergave op bladzijde 37.
= Zie Omschakelen van de oriëntatie van
de kaart op bladzijde 38 voor details.
4 Huidige positie
Toont de huidige locatie van uw voertuig. De
punt van het driehoeksteken geeft aan in
welke richting u rijdt en het teken beweegt au-
tomatisch met het rijden mee.
p De punt van het driehoeksteken is de
feitelijke positie van het voertuig.
5 Informatiebalk
Tip deze toets enkele malen aan om de dis-
play-informatie als volgt te veranderen.
! De informatie die aangeef t waar uw
voertuig langs of door rijdt
<CRB4233-A>33
Nl
33
Hoofdstuk
03
Het gebruik van de kaart
Het gebruik van de kaart