Operation Manual

Black plate (29,1)
Hiermee kunt u letters en cijfers invoeren.
4 Spatie
Hiermee kunt u spaties invoeren.
Het aantal spaties dat wordt ingevoerd is ge-
lijk aan het aantal keren dat de toets wordt
aangetipt.
5 Overige
Hiermee kunt u andere tekens van het alfabet
invoeren.
p Wanneer u A, Ä, Å, Æ gebruikt,
zal het weergegeven resultaat hetzelfde
zijn.
6 Symb.
Hiermee kunt u tekst invoeren met symbolen
zoals &, + of cijfers.
7 OK
Hiermee bevestigt u de invoer en gaat u door
naar de volgende stap.
8
Hiermee kiest u een andere indeling van het
toetsenbord.
9
Hiermee wist u de ingevoerde tekst letter voor
letter, beginnend bij het einde van de tekst.
Door de toets te blijven aantippen wordt de
hele tekst gewist.
a
Hiermee kunt u de cursor een aantal tekens
naar rechts of links verplaatsen gelijk aan het
aantal keren dat de toets wordt aangetipt.
b Tekstvakje
Toont de tekens die zijn ingevoerd. Als er geen
tekst in het vakje is, wordt er informatieve
tekst getoond.
Veeghandeling
U kunt sommige navigatie- en audiofuncties
bedienen door uw vinger verticaal en horizon-
taal te schuiven terwijl u met de vinger het
scherm aantipt.
1 Tip het veegresponsgebied aan en
houd dit vast.
p Het veegresponsgebied verschilt afhankelijk
van het weergegeven scherm.
Voorbeeld: CD
Veegresponsgebied
j
Bedieningsgids
De bedieningsgids verschijnt.
2 Terwijl u het scherm aantipt, schuift u
uw vinger naar de functie die u wilt uitvoe-
ren en neemt dan uw vinger van het
scherm af.
j
<CRB4233-A>29
Nl
29
Hoofdstuk
02
Basisbediening
Basisbediening