Operation Manual
Black plate (186,1)
Symptoom Oorzaak Handeling (Referentie)
De persoon aan de andere zijde
van de telefoon kan het gesprek
niet horen als gevolg van een
echo.
De stem van de persoon met wie u
belt wordt weergegeven via de luid-
sprekers en wordt daarna opnieuw
opgepikt door de microfoon, waar-
door een echo ontstaat.
Gebruik een van de volgende methoden om
de echo te verminderen:
—Verlaag het volume van het inkomende ge-
sprek
—Laat beide partijen even pauzeren voordat
ze spreken
Er is geen beeld. De kabel van de handrem is niet
aangesloten.
Sluit de kabel van de handrem aan en trek de
handrem aan.
De handrem is niet ingeschakeld. Sluit de kabel van de handrem aan en trek de
handrem aan.
De achtergrondverlichting van het
LCD-paneel is uitgeschakeld.
Schakel de achtergrondverlic hting in. (Blad-
zijde 23)
Er is geen beeld op het achter-
display.
De brondisc waarnaar met behulp
van het navigatiesysteem wordt ge-
luisterd is uitgeworpen.
Schakel over op een andere signaalbron alvo-
rens de disc uit te werpen. Dit probleem kan
zich voordoen wanneer er gebruik wordt ge-
maakt van bepaalde aansluitmethoden.
Er is een probleem met het achter-
display, zoals bijvoorbeeld een de-
fecte draadverbinding.
Controleer het achterdisplay en de aansluitin-
gen.
Er is een AV-bron geselecteerd die
geen signaal naar het achterdisplay
kan uitvoeren.
Selecteer een geschikte AV-bron.
Er wordt niets weergegeven en
de aanraaktoetsen kunnen niet
worden gebruikt.
De instelling voor de achteruitkijkca-
mera is niet juist.
Selecteer de juiste instelling voor de achter-
uitkijkcamera.
De versnellingshendel is in de [R]
stand gezet terwijl de achteruitkijk-
camera niet was aangesloten.
Selecteer de juiste polariteitsinstelling voor
“Instell. Achteruitrijcamera”. (Bladzijde 175)
Er gebeurt niets wanneer de
aanraaktoetsen worden aange-
raakt of de functie van een an-
dere toets wordt uitgevoerd.
De aanraaktoetsen wijken om de
een of andere reden af van de eigen-
lijke posities die reageren op uw
aanraking.
Voer de kalibrering van het aanraakpaneel uit.
(Bladzijde 159)
Het externe geheugenapparaat
(USB, SD) kan niet worden ge-
bruikt.
Het USB-geheugenapparaat werd
verwijderd meteen nadat het was
aangesloten.
Parkeer uw voertuig op een veilige plaats en
zet de motor af. Zet de contactschakelaar uit
(ACC OFF). Start de motor daarna opnieuw
en schakel het navigatiesysteem weer in.
Het scherm reageert niet meer. Er heeft zich een fout voorgedaan. Parkeer uw voertuig op een veilige plaats en
zet de motor af. Zet de contactschakelaar uit
(ACC OFF). Start de motor daarna opnieuw
en schakel het navigatiesysteem weer in.
De smartphone is niet opgela-
den.
Het opladen stopte omdat de tem-
peratuur van de smartphone steeg
als gevolg van langdurig gebruik
van de smartphone tijdens het opla-
den.
Maak de smartphone los van de kabel en
wacht tot de smartphone voldoende is afge-
koeld.
Er werd meer batterijvermogen ver-
bruikt dan via opladen werd verkre-
gen.
Dit probleem kan worden opgelost door onno-
dige services op de smartphone uit te zetten.
<CRB4233-A>186
Nl
186
Aanhangsel
Aanhangsel