Operation Manual
Black plate (154,1)
3 Tip [Autosnelweg] aan.
Het instellingenscherm verschijnt.
4 Tip het item aan dat u wilt instellen.
! Gebruiken (standaardinstelling):
Berekent een route waarin als standaard
mogelijk snelwegen voorkomen.
! Vermijden:
Berekent een route waarbij snelwegen wor-
den vermeden.
Instellen om uw route
automatisch te selecteren met de
functie voor alternatieve routes
U kunt van tevoren instellen of er een nieuwe
route moet worden gevolgd of de huidige
route wanneer het navigatiesysteem automa-
tisch een nieuwe alternatieve route aanbeveelt
zonder een keuze te hoeven maken.
1 Geef het “Instell. navig.” scherm weer.
= Zie Het scherm voor de navigatiefunctie-in-
stellingen weergeven op bladzijde 148 voor
details.
2 Tip [Begeleiding] aan.
3 Tip [Optie aut. omleiden] aan.
Het instellingenscherm verschijnt.
4 Tip het item aan dat u wilt instellen.
! Huidige Route (standaardinstelling):
Selecteert de huidige route.
! Alternatieve Route:
Selecteert een alternatieve route.
Weergeven van de afstand en
de geschatte tijd
U kunt de display-informatie van de geschatte
aankomsttijd in de routebegeleiding instellen.
1 Geef het “Instell. navig.” scherm weer.
= Zie Het scherm voor de navigatiefunctie-in-
stellingen weergeven op bladzijde 148 voor
details.
2 Tip [Begeleiding] aan.
3 Tip [Afstand/ETA] aan.
Het instellingenscherm verschijnt.
4 Tip het item aan dat u wilt instellen.
! Bestemming (standaardinstelling):
Toont de afstand en de voortgang tot de be-
stemming, de verstreken tijd en de ge-
schatte aankomsttijd.
! Tussenstop:
Toont de afstand en de voortgang tot het
volgende tussenpunt, de verstreken tijd en
de geschatte aankomsttijd.
De functie voor alternatieve routes
instellen om verkeersopstop-
pingen en afgesloten/
geblokkeerde wegen te vermijden
Wanneer zowel “Zonder druk verkeer” als
“Automatisch omleiden” is ingesteld op
“Aan”, kan dit navigatiesysteem een route be-
rekenen waarbij verkeersopstoppingen en af-
gesloten/geblokkeerde wegen worden
vermeden als het systeem verkeersinformatie
ontvangt.
1 Geef het “Instell. navig.” scherm weer.
= Zie Het scherm voor de navigatiefunctie-in-
stellingen weergeven op bladzijde 148 voor
details.
2 Tip [Begeleiding] aan.
3 Tip [Zonder druk verkeer] en [Automa-
tisch omleiden] aan.
Het instellingenscherm verschijnt.
4 Tip het item aan dat u wilt instellen.
! Aan (standaardinstelling):
Er wordt een alternatieve route voorgesteld
om incidenten op de route te vermijden.
! Uit:
Berekent niet automatisch een route.
<CRB4233-A>154
Nl
154
Hoofdstuk
26
Voorkeursinstellingen aanpassen