Operation Manual
Black plate (144,1)
6 GPS-antenne
Hier worden de verbindingsstatus van de
GPS-antenne, de ontvangstgevoeligheid en
het aantal satellieten waarvan het signaal
wordt ontvangen aangegeven.
Kleur
Signaalcom-
municatie
Wordt ge-
bruikt voor
plaatsbepa-
ling
Oranje Ja Ja
Geel Ja Nee
p Wanneer de GPS-antenne op dit naviga-
tiesysteem is aangesloten, wordt “OK”
aangegeven.
Wanneer de GPS-antenne niet op dit na-
vigatiesysteem is aangesloten, wordt
“–––” aangegeven.
p Als de ontvangst slecht is, moet u de in-
stallatiepositie van de GPS-antenne ver-
anderen.
7 Installatie
De installatiepositie van het navigatiesys-
teem wordt weergegeven.
Wanneer het correct geïnstalleerd is, ver-
schijnt “OK”. Er wordt aangeduid of de in-
stallatiepositie van het navigatiesysteem al
of niet correct is. Wanneer het navigatiesys-
teem is gemonteerd onder een hoek die
groter is dan de toegestane montagehoek,
zal “NOK” worden aangegeven. Wanneer
de hoek van het navigatiesysteem gewijzigd
is, verschijnt “NOK”.
8 Bluetooth 1
De naam van het aangesloten Bluetooth ap-
paraat, het adres van het Bluetooth appa-
raat en de gebruikte profielnaam worden
weergegeven. De toestand van de elektri-
sche golven tussen dit product en het
Bluetooth apparaat wordt in de afbeelding
getoond.
9 Bluetooth 2
De naam van het aangesloten Bluetooth ap-
paraat, het adres van het Bluetooth appa-
raat en de gebruikte profielnaam worden
weergegeven. De toestand van de elektri-
sche golven tussen dit product en het
Bluetooth apparaat wordt in de afbeelding
getoond.
a Bluetooth 3
De naam van het aangesloten Bluetooth ap-
paraat, het adres van het Bluetooth appa-
raat en de gebruikte profielnaam worden
weergegeven. De toestand van de elektri-
sche golven tussen dit product en het
Bluetooth apparaat wordt in de afbeelding
getoond.
De leerstatus van de sensor
en de rijstatus controleren
p Het navigatiesysteem kan automatisch het
sensorgeheugen gebruiken, gebaseerd op
de afmeting van de omtrek van de banden.
1 Geef het “Informatie” scherm weer.
= Zie Het informatiescherm weergeven op
bladzijde 143 voor details.
2 Tip [Systeeminformatie] aan.
Het “Systeeminformatie” scherm verschijnt.
3 Tip [Status 3D-kalibratie] aan.
Het “Status 3D-kalibratie” scherm verschijnt.
2
3
4
1
5
6
1 Leren
De huidige rijstatus wordt aangegeven.
2 Afstand
De rijafstand wordt aangegeven.
3 Versnelling of vertraging/Rotatiesnel-
heid
De versnelling of vertraging van uw voertuig
wordt aangegeven. Tevens wordt de rotatie-
snelheid bij een bocht naar links of rechts
aangegeven.
<CRB4233-A>144
Nl
144
Hoofdstuk
26
Voorkeursinstellingen aanpassen