Operation Manual

p Deze instelling kan alleen worden gebruikt
als u het voertuig op een veilige plaats par-
keert en de handrem aantrekt.
p Deze functie is alleen beschikbaar wanneer
Ingang camera achter op Aan staat.
= Zie voor details De achteruitkijkcamera
activeren op bladzijde 170.
1 Druk op de HOME toets om het begin-
menuscherm weer te geven.
2 Tip de volgende toetsen aan in de aan-
gegeven volgorde.
Het Systeem scherm verschijnt.
3 Tip [Camera-instellingen] aan.
Het volgende scherm verschijnt.
4 Tip [Cam. achter: video omk.] zo vaak
als nodig aan tot de gewenste instelling
verschijnt.
! Uit (standaard):
Het beeld van de achteruitkijkcamera niet
omkeren.
! Aan:
Het beeld van de achteruitkijkcamera
omkeren.
De camera instellen voor
de stand Cameraweergave
Als u Cameraweergave altijd wilt weergeven,
moet u Cameraweergave instellen op
Aan.
p Als u de achteruitkijkcamera wilt instellen
voor de Cameraweergave stand, moet u
Ingang camera achter instellen op
Aan.
= Zie voor details De achteruitkijkcamera
activeren op bladzijde 170.
p Als u de 2e camera voor de stand Camera-
weergave wilt instellen, moet u AV in-
gang op Camera instellen of Ingang
2de camera op Aan instellen.
= Zie voor details Het AV-ingangssignaal
instellen op bladzijde 168.
= Zie voor details De tweede camera-in-
gang instellen op bladzijde 174.
p U kunt deze functie ook instellen door
[Camera View] aan te tippen op het AV-
bronselectiescherm of in de bronnen-
lijst.
1 Druk op de HOME toets om het begin-
menuscherm weer te geven.
2 Tip de volgende toetsen aan in de aan-
gegeven volgorde.
Het Systeem scherm verschijnt.
3 Tip [Camera-instellingen] aan.
Het volgende scherm verschijnt.
4 Tip [Cameraweergave] zo vaak als
nodig aan tot de gewenste instelling ver-
schijnt.
! Uit (standaard):
De cameraweergave uitschakelen.
! Aan:
De cameraweergave inschakelen.
Nl
171
Hoofdstuk
29
Systeeminstellingen
Systeeminstellingen