Operation Manual

a9
b
c
6
8
7
3 4521
1 Hier wordt aangegeven dat de achterruitver-
warming is ingeschakeld.
2 Hier wordt aangegeven dat de voorruitverwar-
ming is ingeschakeld.
3 Hier wordt aangegeven dat de recirculatie-
functie is ingeschakeld.
4 Hier wordt aangegeven dat de airconditioning
is ingeschakeld.
5 Hier wordt aangegeven dat de dubbele aircon-
ditioningsfunctie is ingeschakeld.
6 Terugkeren naar het vorige scherm.
p Als u het klimaatbedieningspaneel een
paar seconden niet gebruikt, wordt au-
tomatisch het vorige scherm weergege-
ven.
7 Hier wordt de instelling van de stoelverwar-
ming voor de rechter stoel aangegeven.
8 Hier wordt de instelling van de interne tempe-
ratuur voor de rechter stoel aangegeven.
9 Hier wordt de aanjagerrichting aangegeven.
a Hier wordt de aanjagersnelheid aangegeven.
b Hier wordt de instelling van de interne tempe-
ratuur voor de linker stoel aangegeven.
c Hier wordt de instelling van de stoelverwar-
ming voor de linker stoel aangegeven.
Nl
215
Hoofdstuk
34
De werkingsstatus van de voertuigapparatuur weergeven
De werkingsstatus van de voertuigapparatuur
weergeven