Operation Manual

Een locatie aan de hand
van de coördinaten zoeken
Voer de breedtegraad en de lengtegraad in om
de locatie te bepalen.
1 De MAP toets indrukken.
Het kaartscherm verschijnt.
2 Tip de volgende toets aan.
Het navigatiemenu op het kaart-
scherm weergeven.
3 Tip [Nieuwe route] aan.
Het Nieuwe route naar... scherm verschijnt.
# Dit scherm bevat meerdere opties. Tip aan
om de volledige lijst te tonen.
4 Tip [Coördinaat] aan.
Het Coördinaat scherm verschijnt.
5
Voer de breedtegraad in en tip [OK] aan.
p
U kunt de breedtegraad en de lengtegraad
op een van de volgende wijzen invoeren: de-
cimale graden; graden en decimale minuten;
of graden, minuten en decimale seconden.
#
Als u de coördinaten in UTM-indeling invoert, tip t
u
aan en vervolgens [Eenheden en formaten].
6 Voer de lengtegraad in en tip [Vertrek!]
aan.
De gevonden locatie wordt op het kaartscherm
weergegeven.
7 Tip [Als bestemming selecteren] aan.
Er verschijnt een korte samenvatting van de
routeparameters en vervolgens een kaart die
de hele route toont. De route wordt automa-
tisch berekend.
p Desgewenst kunt u een of meer parameters
voor de routebepaling wijzigen voordat u
een bestemming selecteert.
= Zie Instellingen voor Routevoorkeuren
op bladzijde 53 voor details.
8 Tip [Start navigatie] aan.
Uw navigatiesysteem begint met de routebe-
geleiding.
p Desgewenst kunt u een keuze maken uit al-
ternatieve routes of de methode voor het
plannen van de route wijzigen voordat de
navigatie wordt gestart.
= Zie Alternatieve routes bekijken bij het
plannen van de route op bladzijde 43
voor details.
Een locatie zoeken door de
kaart te verschuiven
Wanneer u de locatie opgeeft nadat u de kaart
hebt verschoven, kunt u de gekozen positie als
bestemming of tussenpunt instellen.
1 De MAP toets indrukken.
Het kaartscherm verschijnt.
2 Tip de kaart aan en sleep deze in de ge-
wenste richting om hem te verschuiven.
3 Tip de locatie aan die u als uw bestem-
ming wilt selecteren.
De cursor verschijnt.
4 Tip [Als bestemming selecteren] aan.
Er verschijnt een korte samenvatting van de
routeparameters en vervolgens een kaart die
de hele route toont. De route wordt automa-
tisch berekend.
p Desgewenst kunt u een of meer parameters
voor de routebepaling wijzigen voordat u
een bestemming selecteert.
= Zie Instellingen voor Routevoorkeuren
op bladzijde 53 voor details.
5 Tip [Start navigatie] aan.
Uw navigatiesysteem begint met de routebe-
geleiding.
p Desgewenst kunt u een keuze maken uit al-
ternatieve routes of de methode voor het
plannen van de route wijzigen voordat de
navigatie wordt gestart.
= Zie Alternatieve routes bekijken bij het
plannen van de route op bladzijde 43
voor details.
Nl
42
Hoofdstuk
05
Een locatie zoeken en selecteren