Operation Manual
6 Tip [Route weergeven] aan.
Er verschijnt een korte samenvatting van de
routeparameters en vervolgens een kaart die
de hele route toont. De route wordt automa-
tisch berekend.
p Desgewenst kunt u een of meer parameters
voor de routebepaling wijzigen voordat u
een bestemming selecteert.
= Zie Instellingen voor “Routevoorkeuren”
op bladzijde 53 voor details.
7 Tip [Start navigatie] aan.
Uw navigatiesysteem begint met de routebe-
geleiding.
p Desgewenst kunt u een keuze maken uit al-
ternatieve routes of de methode voor het
plannen van de route wijzigen voordat de
navigatie wordt gestart.
= Zie Alternatieve routes bekijken bij het
plannen van de route op bladzijde 43
voor details.
Een locatie selecteren die u
recentelijk hebt opgezocht
De plaatsen die u voorheen hebt ingesteld als
bestemmingen of tussenpunten zijn automa-
tisch in “Historiek” opgeslagen.
Historiek
1 De MAP toets indrukken.
Het kaartscherm verschijnt.
2 Tip de volgende toets aan.
Het navigatiemenu op het kaart-
scherm weergeven.
3 Tip [Nieuwe route] aan.
Het “Nieuwe route naar...” scherm ver-
schijnt.
4 Tip [Historiek] aan.
De lijst van de recente bestemmingen ver-
schijnt.
5 Tip het gewenste item aan.
De gevonden locatie wordt op het kaartscherm
weergegeven.
6 Tip [Als bestemming selecteren] aan.
Er verschijnt een korte samenvatting van de
routeparameters en vervolgens een kaart die
de hele route toont. De route wordt automa-
tisch berekend.
p Desgewenst kunt u een of meer parameters
voor de routebepaling wijzigen voordat u
een bestemming selecteert.
= Zie Instellingen voor “Routevoorkeuren”
op bladzijde 53 voor details.
7 Tip [Start navigatie] aan.
Uw navigatiesysteem begint met de routebe-
geleiding.
p Desgewenst kunt u een keuze maken uit al-
ternatieve routes of de methode voor het
plannen van de route wijzigen voordat de
navigatie wordt gestart.
= Zie Alternatieve routes bekijken bij het
plannen van de route op bladzijde 43
voor details.
Smart-historiek
Smart-historiek is een functie die eerder ge-
bruikte locaties voorstelt als bestemming op
basis van uw gebruikelijke routes en variabe-
len zoals de huidige tijd, de dag van de week
en uw huidige locatie.
Twee items uit de smart-historiek zijn snel toe-
gankelijk in het “Nieuwe route naar...”
scherm.
Een locatie zoeken met
“Gecombineerd zoeken”
Met de functie “Gecombineerd zoeken” kunt
u eenvoudig een plaats vinden met behulp van
de naam en het zoekgebied.
1 De MAP toets indrukken.
Het kaartscherm verschijnt.
Nl
40
Hoofdstuk
05
Een locatie zoeken en selecteren