Operation Manual

Elke keer dat u de toets aantipt, verandert de
instelling.
4 Tip de volgende toets aan.
Terugkeren naar het kaartscherm.
p Als u op de MAP toets drukt, keert u terug
naar het kaartscherm.
De kijkhoek van de kaart wijzigen
U kunt de kijkhoek van de kaart in horizontale
en verticale richting wijzigen.
p De verticale kijkhoek van de kaart kan al-
leen in de 3D-modus worden gewijzigd.
= Zie Overschakelen tussen weergaven 2D, 3D
en 2D Noorden boven op bladzijde 33 voor
details.
1 De MAP toets indrukken.
Het kaartscherm verschijnt.
2 Tip de kaart tijdens de navigatie op een
willekeurige plaats aan.
De kaart stopt met het volgen van de huidige
positie en de bedieningstoetsen verschijnen.
3 Tip de volgende toets aan om het ca-
merastandpunt van de kaart te wijzigen.
Omhoog kantelen.
Omlaag kantelen.
Naar links draaien.
Naar rechts draaien.
p Wanneer de toets even wordt aangetipt ver-
andert de kijkhoek in grote stappen en als
de toets wordt vastgehouden verandert de
kijkhoek doorlopend en gelijkmatig.
4 Tip de volgende toets aan.
Terugkeren naar het kaartscherm.
p Als u op de MAP toets drukt, keert u terug
naar het kaartscherm.
De kaart naar de plaats
verschuiven die u wilt zien
1 De MAP toets indrukken.
Het kaartscherm verschijnt.
2 Tip de kaart aan en sleep deze in de ge-
wenste richting om hem te verschuiven.
p Wanneer de cursor op de gewenste locatie
wordt geplaatst, wordt er voor de locatie die
wordt weergegeven een kort informatie-
overzicht getoond bovenaan op het scherm,
waaronder de straatnaam en andere infor-
matie voor die locatie.
p De grootte van de schuifstappen hangt af
van de sleepafstand.
3 Tip de volgende toets aan.
Terugkeren naar het kaartscherm.
p Als u op de MAP toets drukt, keert u terug
naar het kaartscherm.
Nl
34
Hoofdstuk
04
Het gebruik van de kaart