Operation Manual

3 Tip de volgende toetsen aan in de aan-
gegeven volgorde.
Het Geluid scherm verschijnt.
4 Tip [Time Alignement] aan.
Het Time Alignement scherm verschijnt.
5 Tip de volgende toetsen aan om de luis-
terpositie te selecteren indien gewenst.
De luisterpositie selecteren.
! Uit:
De luisterpositie-instelling uitschakelen.
! Linksvoor:
De luisterpositie op de linker voorzetel in-
stellen.
! R voor:
De luisterpositie op de rechter voorzetel in-
stellen.
! Voor:
De luisterpositie op de voorzetels instellen.
! Alle:
De luisterpositie op alle zetels instellen.
p Als u de instelling van de luisterpositie wij-
zigt, wordt het uitgangsniveau van alle luid-
sprekers aan die instelling aangepast.
6 Tip de volgende toetsen aan om de af-
stand tussen de geselecteerde luidspreker
en de luisterpositie aan te passen.
De afstand tussen de geselecteerde
luidspreker en luisterpositie verkleinen.
De afstand tussen de geselecteerde
luidspreker en luisterpositie vergroten.
p U kunt de correctieafstand instellen tussen
0.0 cm en 500.0 cm. De waarde wordt
op het display getoond.
! Linksvoor:
De afstand tussen de luidspreker links voor
en de geselecteerde luisterpositie wijzigen.
! R voor:
De afstand tussen de luidspreker rechts
voor en de geselecteerde luisterpositie wijzi-
gen.
! L achter:
De afstand tussen de luidspreker links ach-
ter en de geselecteerde luisterpositie wijzi-
gen.
! R achter:
De afstand tussen de luidspreker rechts
achter en de geselecteerde luisterpositie
wijzigen.
! Subwoofer:
De afstand tussen de subwoofer en de ge-
selecteerde luisterpositie wijzigen.
# Als u [TA aan] aantipt, wordt de tijduitlijning
geforceerd uitgeschakeld.
p Deze functie is alleen beschikbaar als de
luisterpositie is ingesteld op Linksvoor of
R voor.
# Als u [Auto EQ toep.] aantipt, wordt het re-
sultaat van Auto EQ & TA meting toegepast op
de instelling van de tijduitlijning.
p Om deze functie te gebruiken, moet de
akoestiek van het voertuig op voorhand ge-
meten worden.
Automatische
volumeaanpassing
Tijdens het rijden verandert het geluid in het
voertuig voortdurend afhankelijk van de rijsnel-
heid en de weggesteldheid. De functie Auto-
matische volumeaanpassing (ASL) reageert
op deze variërende omgevingsgeluiden, en ver-
hoogt automatisch het volume als het geluid
van buitenaf toeneemt. U kunt de gevoeligheid
van de ASL-functie (de volumewijziging ten op-
zichte van het achtergrondgeluidsniveau) op
vijf niveaus instellen.
Nl
167
Hoofdstuk
29
Audio-instellingen
Audio-instellingen