Operation Manual

# Als u de HOME toets ingedrukt houdt, wordt
de afstelling geannuleerd.
7 Tip voorzichtig het midden van de +
markering op het scherm aan.
De markering geeft de volgorde aan.
Nadat u alle tekens hebt aangetipt, worden de
aangepaste positiegegevens opgeslagen.
# Als u op de HOME toets drukt, keert het sys-
teem terug naar de vorige afstelpositie.
# Als u de HOME toets ingedrukt houdt, wordt
de afstelling geannuleerd.
8 Druk op de HOME toets en houd de
toets ingedrukt.
De resultaten van de instelling worden opge-
slagen.
Het beeld instellen
U kunt het beeld aanpassen voor iedere bron
en de achteruitkijkcamera.
BELANGRIJK
Om veiligheidsredenen kunnen sommige naviga-
tiefuncties niet gebruikt worden wanneer het
voertuig rijdt. Als u deze functies wilt gebruiken,
moet u het voertuig op een veilige plaats parkeren
en de handrem aantrekken. Raadpleeg de Be-
langrijke informatie voor de gebruiker (een aparte
handleiding).
1 Geef het scherm weer dat u wilt instel-
len.
2 Druk op de HOME toets om het begin-
menuscherm weer te geven.
3 Tip de volgende toetsen aan in de aan-
gegeven volgorde.
Het Systeem scherm verschijnt.
4 Tip [Beeldaanpassing] aan.
Het volgende scherm verschijnt.
5 Tip een van de volgende toetsen aan
om de functie te selecteren die u wilt aan-
passen.
De mogelijke instellingen worden weergege-
ven.
! Helderheid:
Intensiteit van de zwartweergave instellen.
! Contrast:
Contrast instellen.
! Kleur:
Kleurintensiteit instellen.
! Tint:
De kleurtoon aanpassen (instellen welke
kleur wordt benadrukt, rood of groen).
! Dimmer:
De helderheid van het display aanpassen.
! Temperatuur:
De kleurtemperatuur aanpassen. Hiermee
kunt u de witbalans verbeteren.
p U kunt Tint alleen aanpassen als het kleur-
systeem is ingesteld op NTSC.
# Als u [Achteruitzicht]of[2de camera] aan-
tipt, verandert de stand naar de geselecteerde ca-
merastand. Tip [Bron], [Navi]of[Apps] aan om
terug te keren naar de geselecteerde stand.
p Apps is beschikbaar op de AVIC-F60DAB,
AVIC-F960DAB en AVIC-F960BT.
6 Tip de volgende toetsen aan om het ge-
selecteerde item aan te passen.
Het niveau van het geselecteerde item
verlagen.
Het niveau van het geselecteerde item
verhogen.
Nl
155
Hoofdstuk
28
Systeeminstellingen
Systeeminstellingen