Operation Manual

4 Tip [Ingang camera achter] zo vaak als
nodig aan tot de gewenste instelling ver-
schijnt.
! Uit (standaard):
De ingang van de achteruitkijkcamera uit-
schakelen.
! Aan:
De ingang van de achteruitkijkcamera in-
schakelen.
De polariteit van de
achteruitkijkcamera instellen
p Deze functie is beschikbaar wanneer In-
gang camera achter op Aan staat.
= Zie voor details De achteruitkijkcamera acti-
veren op bladzijde 148.
1 Druk op de HOME toets om het begin-
menuscherm weer te geven.
2 Tip de volgende toetsen aan in de aan-
gegeven volgorde.
Het Systeem scherm verschijnt.
3 Tip [Camera-instellingen] aan.
Het volgende scherm verschijnt.
4 Tip [Polariteit Camera] zo vaak als
nodig aan tot de gewenste instelling ver-
schijnt.
! Batterij (standaard):
Als de polariteit van de aangesloten draad
positief is wanneer de schakelhendel in de
ACHTERUIT (R) stand staat.
! Aarding:
Als de polariteit van de aangesloten draad
negatief is wanneer de schakelhendel in de
ACHTERUIT (R) stand staat.
Wanneer de schakelhendel in de ACHTERUIT
(R) stand wordt gezet nadat de achteruitkijkca-
mera is ingesteld, verschijnt het beeld van de
achteruitkijkcamera.
De camera instellen voor
de stand Cameraweergave
Als u Cameraweergave altijd wilt weergeven,
moet u Cameraweergave instellen op
Aan.
p Als u de achteruitkijkcamera wilt instellen
voor de Cameraweergave stand, moet u
Ingang camera achter instellen op
Aan.
= Zie voor details De achteruitkijkcamera acti-
veren op bladzijde 148.
p Als u de 2de camera wilt instellen voor de
Cameraweergave stand, moet u AV in-
gang instellen op Camera.
= Zie voor details Het AV-ingangssignaal in-
stellen op bladzijde 147.
1 Druk op de HOME toets om het begin-
menuscherm weer te geven.
2 Tip de volgende toetsen aan in de aan-
gegeven volgorde.
Het Systeem scherm verschijnt.
Nl
149
Hoofdstuk
28
Systeeminstellingen
Systeeminstellingen