Operation Manual
U kunt ook nog andere specifieke eenheden
voor bepaalde landen in dit systeem instel-
len om verschillende waarden weer te
geven.
! Tijdzone:
Als standaard wordt de tijdzone ingesteld
op basis van de kaartinformatie en wordt
deze aangepast aan uw huidige locatie.
Hier kunnen de tijdzone en de zomertijd
handmatig worden ingesteld.
De Ritmonitor instellen
Ritlogs bevatten waardevolle informatie over
uw ritten. Ritlogs kunnen handmatig worden
opgeslagen wanneer u uw bestemming be-
reikt of u kunt hier de automatische opslag-
functie activeren. U heeft toegang tot deze
logs in de “Ritmonitor”.De“Ritmonitor” is
beschikbaar vanaf het “Meer...” menu.
1 Geef het instellingenscherm weer.
= Voor details omtrent de bediening verwijzen
wij u naar Het instellingenscherm weerge-
ven op bladzijde 60.
2 Tip [Ritmonitor] aan.
3 Tip [Meer] en daarna [Instellingen rit-
monitor] aan.
4 Tip het item aan dat u wilt instellen.
! Automatisch opslaan inschakelen:
De ritmonitor legt de statistische gegevens
van uw ritten vast. Als u deze logs later
nodig hebt, kunt u dit systeem de logs auto-
matisch laten opslaan.
! Afmeting rit database:
U kunt dit niet selecteren. Deze lijn toont de
huidige grootte van de ritdatabase, dit is de
som van alle rit- en routelogs die zijn opge-
slagen.
! Routelog opslaan:
Routelogs, dit zijn de opeenvolgende posi-
ties gegeven door de GPS-ontvanger, kun-
nen samen met de ritlogs worden
opgeslagen. Zij kunnen later op de kaart
worden weergegeven. U kunt dit systeem
de routelog laten opslaan telkens wanneer
een rit wordt opgeslagen.
De configuratiewizard starten
U kunt de basisparameters van de software
wijzigen die tijdens de eerste installatie zijn in-
gesteld.
= Zie De eerste maal inschakelen op bladzijde
19 voor details.
1 Geef het instellingenscherm weer.
= Voor details omtrent de bediening verwijzen
wij u naar Het instellingenscherm weerge-
ven op bladzijde 60.
2 Tip [Start configuratiewizard] aan.
3 Selecteer de taal die u wilt gebruiken
voor de stembegeleidingsberichten en tip
dan [Volgende] aan.
p U kunt dit later weer veranderen in de “Ge-
luid en waarschuwingen” instellingen.
= Zie Het volume en de begeleidingsstem voor
het navigatiesysteem instellen op bladzijde
60 voor details.
4 Indien gewenst, verandert u de instel-
lingen voor de tijdweergave en de eenheid
en tipt dan [Volgende] aan.
p U kunt dit later weer veranderen in de “Re-
gionaal” instellingen.
= Zie De regionale instellingen aanpassen op
de vorige bladzijde voor details.
5 Indien gewenst, verandert u de stan-
daardopties voor het plannen van de route
en tipt dan [Volgende] aan.
p U kunt dit later weer veranderen in “Route-
instellingen”.
= Zie De routeberekening instellen op blad-
zijde 48 voor details.
Nl
67
Hoofdstuk
11
Voorkeursinstellingen aanpassen
Voorkeursinstellingen aanpassen