Operation Manual

De visuele begeleiding
instellen
U kunt instellen hoe het systeem u met de na-
vigatie helpt met behulp van de verschillende
soorten route-gerelateerde informatie op het
kaartscherm.
1 Geef het instellingenscherm weer.
= Voor details omtrent de bediening verwijzen
wij u naar Het instellingenscherm weerge-
ven op bladzijde 60.
2 Tip [Instellingen visuele begeleiding]
aan.
3 Tip het item aan dat u wilt instellen.
! Gegevensvelden:
De gegevensvelden in de hoek van het
kaartscherm kunnen worden aangepast.
Tip deze toets aan en selecteer de waarden
die u wilt zien. De waarden kunnen verschil-
lend zijn wanneer u een route navigeert of
wanneer u zo maar rijdt zonder een be-
paalde bestemming. U kunt algemene ritge-
gevens selecteren zoals uw huidige
snelheid of de hoogte, of routegegevens die
verband houden met uw eindbestemming
of het volgende tussenpunt op uw route.
! Snelwegdiensten aanbieden:
Soms heeft u een benzinestation of een res-
taurant nodig op uw reis. Deze functie zorgt
voor een nieuwe toets op de kaart wanneer
u op snelwegen rijdt. Tip deze toets aan om
een paneel te openen met details over de
volgende paar afritten of benzinestations.
Tip een item aan om dit op de kaart weer te
geven of voeg het indien nodig als een tus-
senpunt op uw route in.
! Type faciliteiten:
Selecteer de typen faciliteiten die bij de
snelwegafritten worden weergegeven. Kies
uit de POI-categorieën.
! Wegwijzer:
Wanneer de vereiste informatie beschikbaar
is, wordt rijbaaninformatie die ongeveer
hetzelfde is als de feitelijke informatie op de
wegwijzers boven de weg aangegeven bo-
venaan de kaart. U kunt deze functie in- of
uitschakelen.
! Knooppuntweergave:
Als u een snelwegafrit of een ingewikkelde
kruising nadert en de vereiste informatie be-
staat, wordt de kaart vervangen door een
3D-weergave van het knooppunt. U kunt
deze functie inschakelen of u laat de functie
uit zodat de kaart gedurende de gehele
route wordt weergegeven.
! Tunnelweergave:
Wanneer u een tunnel inrijdt, kunnen de
wegen en gebouwen hinderlijk zijn. Deze
functie toont een generiek beeld van een
tunnel in plaats van de kaart. Er wordt ook
een overzicht van de tunnel vanaf boven ge-
toond en de resterende afstand wordt weer-
gegeven.
! Voortgangsbalk route:
Schakel de voortgangsbalk voor de route in
om uw route als een rechte lijn op de linker-
zijde van de kaart te zien. De blauwe pijl
toont uw huidige positie en gaat omhoog
tijdens de rit. Tussenpunten en verkeersge-
beurtenissen worden ook op de lijn aange-
geven.
! Omweg aanbieden bij files op snelweg:
Wanneer het verkeer op een snelweg lang-
zamer gaat en er een kans bestaat dat u in
een file terechtkomt, biedt dit systeem u
een omweg bij de volgende afrit. Het be-
richt toont de afstand tot de afrit en het ver-
schil in afstand en geschatte tijd in
vergelijking met de oorspronkelijke route. U
kunt een van de volgende opties kiezen:
! Tip [Negeren] aan of negeer het bericht
als u de oorspronkelijke route wilt blijven
rijden.
Nl
65
Hoofdstuk
11
Voorkeursinstellingen aanpassen
Voorkeursinstellingen aanpassen