Handleiding NAVIGATIESYSTEEM MET VERBORGEN INBOUW VOOR VRACHTWAGENS/CAMPERS AVIC-F130 NAVIGATIESYSTEEM VOOR VERBORGEN INBOUW AVIC-F250 Zie voor details betreffende de software-updates bezoek www.naviextras.com.
Nl
Inhoudsopgave Hartelijk dank voor de aanschaf van dit Pioneer-product. Lees de instructies goed door zodat u het toestel op de juiste manier leert te bedienen. Nadat u de instructies hebt gelezen, bergt u het boekje op een handige plaats op zodat u het altijd snel bij de hand hebt. Belangrijk ! De schermafbeeldingen die in de voorbeelden worden getoond kunnen verschillen van de feitelijke schermafbeeldingen.
Inhoudsopgave Een locatie zoeken en selecteren Een locatie aan de hand van het adres zoeken 31 Een locatie zoeken door het midden van een straat in te voeren 32 Een locatie zoeken door het centrum van de stad/gemeente in te voeren 32 Opzoeken van een locatie aan de hand van de postcode 33 Nuttige plaatsen (POI) zoeken 33 – POI’s zoeken met behulp van “Snelzoeken” 33 – POI’s zoeken met behulp van de voorgeprogrammeerde categorieën 34 POI’s zoeken via de categorieën 35 Rechtstreeks een POI zoeken op basis va
Inhoudsopgave Voorkeursinstellingen aanpassen Het instellingenscherm weergeven 60 Het volume en de begeleidingsstem voor het navigatiesysteem instellen 60 Het snelmenu aanpassen 62 De verkeersinformatie instellen 63 De gebruikersprofielen instellen 63 Aanpassen van de instellingen op het kaartscherm 63 De visuele begeleiding instellen 65 De weergave-instellingen aanpassen 66 De regionale instellingen aanpassen 66 De Ritmonitor instellen 67 De configuratiewizard starten 67 Terugzetten op de standaardinstell
Hoofdstuk 01 Voorzorgsmaatregelen Bepaalde wetten en regels van de landelijke zowel als plaatselijke overheid kunnen de plaatsing en het gebruik van dit systeem in uw voertuig verbieden of beperken. Volg bij het gebruik, de installatie en de bediening van uw navigatiesysteem alle toepasselijke wetten en regels stipt op. Als u zich wilt ontdoen van dit product, mag u het niet met het normale huisvuil mengen.
Hoofdstuk Inleiding Licentieovereenkomst DIT IS EEN WETTIGE OVEREENKOMST TUSSEN U, DE EINDGEBRUIKER EN PIONEER CORP. (JAPAN) (“PIONEER”). LEEST U ALSTUBLIEFT DE VOORWAARDEN VAN DEZE OVEREENKOMST ZORGVULDIG DOOR VOOR U DE SOFTWARE DIE GEÏNSTALLEERD IS OP DE ONDERHAVIGE PIONEER PRODUCTEN GAAT GEBRUIKEN. DOOR DE OP DEZE PIONEER PRODUCTEN GEÏNSTALLEERDE SOFTWARE TE GEBRUIKEN, GAAT U AKKOORD MET DE VOORWAARDEN VAN DEZE OVEREENKOMST.
Hoofdstuk 02 Inleiding 2 AFWIJZING VAN GARANTIE De Programmatuur en de bijbehorende documentatie worden u geleverd “AS IS”, dat wil zeggen in de huidige staat.
Hoofdstuk Inleiding 02 Inleiding 4 WETTELIJKE BEPALINGEN MET BETREKKING TOT DE EXPORT U gaat ermee akkoord en verklaart bij deze dat noch de Programmatuur, noch enige andere technische gegevens ontvangen van Pioneer, noch de directe producten daarop gebaseerd, zullen worden geëxporteerd uit het land of district (het “Land”) onder welks jurisdictie u valt, behalve met autorisatie van en zoals toegestaan door de wetten en regeling van de overheid van dat Land (de “Overheid”).
Hoofdstuk 02 Inleiding GEBRUIKSRECHTOVEREENKOMST MET EINDGEBRUIKERS 10 Nl
Hoofdstuk Inleiding 02 Inleiding Nl 11
Hoofdstuk 02 Inleiding Over de gegevens voor de kaart database ! Wijzigingen aan of in straten, rijkswegen/ autosnelwegen, terreinen, wegwerkzaamheden en andere zaken voor/tijdens de ontwikkelingsperiode zijn mogelijk niet in deze database opgenomen. Vanzelfsprekend zijn wijzigingen na de ontwikkelingsperiode niet in de database verwerkt. ! De gegevens kunnen verschillen van de feitelijke toestand, ongeacht of het om bestaande of nieuw gebouwde dingen gaat.
Hoofdstuk Inleiding ! BELANGRIJK Nadat er een route is berekend, wordt automatisch de route en de stembegeleiding voor de route vastgelegd. Wat de informatie over verkeersregels voor bepaalde dagen of tijden betreft, wordt alleen informatie over verkeersregelingen meegenomen op het moment waarop de route werd berekend. Straten met eenrichtingsverkeer en afsluitingen van straten zijn wellicht niet in de berekening meegenomen.
Hoofdstuk 02 Inleiding ! Neem altijd de geldende beperkingen en aanwijzingen voor weggebruikers in acht, boven het advies en de begeleiding die het navigatiesysteem biedt. Volg strikt de geldende verkeersvoorschriften, ook als het navigatiesysteem tegenstrijdige aanwijzingen geeft. ! De instelling van incorrecte informatie met betrekking tot het lokale tijdstip in het navigatiesysteem kan leiden tot een incorrecte routebeschrijving en verkeerde aanwijzingen voor de begeleiding.
Hoofdstuk Inleiding p Als u de handrem aantrekt om andere functies van het navigatiesysteem in te schakelen, moet u het voertuig op een veilige plaats parkeren en het rempedaal ingedrukt houden voor u de handrem loslaat als het voertuig op een helling geparkeerd is of indien het voertuig op enige andere wijze zou kunnen bewegen als u de handrem loslaat.
Hoofdstuk 02 Inleiding ! Als er gegevens verloren gaan of verminkt worden op het geheugenapparaat, kunnen deze gegevens gewoonlijk niet meer worden hersteld. Pioneer kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade, kosten of uitgaven als gevolg van verlies of onbruikbaar worden van gegevens. ! Tijdens het rijden mag nooit een SD-geheugenkaart worden geplaatst of verwijderd. ! Plaats niets anders dan SD-geheugenkaarten.
Hoofdstuk Inleiding 02 De namen en functies van de onderdelen controleren 23 4 p Wij kunnen geen compatibiliteit met alle SD-geheugenkaarten garanderen. 1 Steek de SD-geheugenkaart in de SDkaartsleuf. Inleiding 1 Een SD-geheugenkaart inbrengen 1 SD-kaartsleuf p Een SD-geheugenkaart wordt alleen gebruikt voor het upgraden van de software van dit product. p Zie de informatie op onze website voor details over de software-upgrades.
Hoofdstuk 02 Inleiding De microprocessor resetten BELANGRIJK Raadpleeg het verband houdende hoofdstuk voordat u begint met wissen. De microprocessor moet in de volgende situaties worden gereset: ! Vóór het eerste gebruik na installatie van dit product. ! Als het product niet correct werkt. ! Als het systeem niet naar behoren werkt. ! Wanneer de samenstelling van de apparatuur wordt veranderd. ! Wanneer randapparatuur die aangesloten is op het navigatiesysteem aangesloten/verwijderd wordt.
Hoofdstuk Voor u begint De eerste maal inschakelen 5 Lees de disclaimer zorgvuldig, controleer de details en tip dan [Akkoord] aan als u met de voorwaarden akkoord gaat. Voor u begint Wanneer u het navigatiesysteem de eerste maal gebruikt, wordt er automatisch een installatieproces gestart. Volg de onderstaande stappen. 03 1 Start de motor om het systeem op te starten. 2 Wacht ongeveer 10 seconden en druk vervolgens op de MODE toets van de AVreceiver.
Hoofdstuk 03 Voor u begint = Zie De regionale instellingen aanpassen op bladzijde 66 voor details. 9 Indien gewenst, verandert u de standaardopties voor het plannen van de route en tipt dan [Volgende] aan. Inschakelen bij normaal gebruik 1 Start de motor om het systeem op te starten. 2 Druk op de MODE toets van de AV-receiver. Na een korte pauze verschijnt het navigatiescherm. p U kunt dit later weer veranderen in “Routeinstellingen”.
Hoofdstuk Gebruik van de navigatiemenuschermen 04 Overzicht van de schermen Navigatiescherm Gebruik van de navigatiemenuschermen Druk op de MODE toets van de AV-receiver. AV-receiverscherm (bijv.
Hoofdstuk 04 Gebruik van de navigatiemenuschermen Wat u in elk menu kunt doen 1 Kaartscherm Tip [Kaart tonen] aan op het “Navigatiemenu” scherm. 2 Snelmenu Door uw favoriete menu-items in snelkoppelingen te registreren kunt u snel naar het geregistreerde menuscherm springen door even aantippen van het snelmenuscherm. Met de hoofdvolume-schuifregelaar onderaan op het scherm kan het volume van het apparaat worden ingesteld. Alle geluiden van dit systeem zullen hierdoor veranderen.
Hoofdstuk Gebruik van de navigatiemenuschermen 3 Terug Terugkeren naar het vorige scherm. Bij aantippen en vasthouden van [Terug] wordt teruggekeerd naar het kaartscherm. 4 Meer Tip [Meer] aan om over te schakelen op een andere indeling van het toetsenbord, bijvoorbeeld om over te schakelen van een Engels toetsenbord naar een Grieks toetsenbord. 5 Resultaten Tip aan om de toetsenbordinvoer af te ronden (de lijst met zoekresultaten te openen).
Hoofdstuk 05 Het gebruik van de kaart De meeste informatie die door uw navigatiesysteem wordt gegeven, kan op de kaart worden gezien. U moet vertrouwd raken met de manier waarop de informatie op de kaart wordt getoond. Het kaartscherm aflezen 1 b 2 a 3 4 9 5 6 8 7 p De informatie met een sterretje (*) wordt alleen weergegeven wanneer de route bepaald is. p Afhankelijk van de voorwaarden en basisinstellingen worden bepaalde onderdelen niet weergegeven.
Hoofdstuk Het gebruik van de kaart Tip [Menu] aan om terug te keren naar het “Navigatiemenu” scherm. = Zie Wat u in elk menu kunt doen op bladzijde 22 voor details. = Zie Bladeren in het gegevensveld op bladzijde 27 voor details. 9 Huidige route* De nu ingestelde route wordt in kleur op de kaart aangegeven. = Zie Aanpassen van de instellingen op het kaartscherm op bladzijde 63 voor details omtrent de POI-pictogrammen. a Verkeersinformatie De aanbevolen route tussen twee punten is niet altijd hetzelfde.
Hoofdstuk 05 Het gebruik van de kaart De huidige positie op de kaart zien De gedetailleerde informatie over de huidige positie controleren 1 Geef het “Navigatiemenu” scherm weer. U kunt de gedetailleerde informatie over de huidige positie (of over de laatst bekende positie als GPS-ontvangst niet beschikbaar is) verkrijgen op het “Waar ben ik?” scherm. U kunt ook naar dichtbijzijnde nuttige plaatsen (POI’s) op het scherm zoeken. Volg de onderstaande stappen om het “Waar ben ik?” scherm te openen.
Hoofdstuk Het gebruik van de kaart Bladeren in het gegevensveld De gegevensvelden zijn verschillend wanneer u de huidige route navigeert en wanneer u geen opgegeven bestemming hebt (de oranje streep wordt niet weergegeven). Het gegevensveld geeft de volgende informatie.
Hoofdstuk 05 Het gebruik van de kaart Knooppuntweergave straatnamen en andere tekst in dezelfde lettergrootte worden weergegeven. 1 Geef het kaartscherm weer. = Voor details omtrent de bediening verwijzen wij u naar Overzicht van de schermen op bladzijde 21. p Als deze gegevens niet voorhanden zijn in de kaartgegevens, is deze informatie niet beschikbaar, ook al ziet u de betreffende aanduidingen op of aan de weg.
Hoofdstuk Het gebruik van de kaart ! Wanneer de route niet is ingesteld: “Smart-zoom” zoomt in wanneer u langzaam rijdt en zoomt uit wanneer u met hoge snelheid rijdt. 05 4 Tip [Terug] aan om de kaart te laten terugkeren naar het volgen van de huidige GPS-positie. De kijkhoek van de kaart wijzigen Omschakelen van de oriëntatie van de kaart 1 Geef het kaartscherm weer. = Voor details omtrent de bediening verwijzen wij u naar Overzicht van de schermen op bladzijde 21.
Hoofdstuk Het gebruik van de kaart 05 Het 2D of 3D kaartscherm kiezen 1 Geef het kaartscherm weer. = Voor details omtrent de bediening verwijzen wij u naar Overzicht van de schermen op bladzijde 21. 2 Tip de kaart tijdens de navigatie op een willekeurige plaats aan. De kaart stopt met het volgen van de huidige positie en de bedieningstoetsen verschijnen. aan om tussen de 2D- en 3 Tip of 3D-kijkmodus om te schakelen. waaronder de straatnaam en andere informatie voor die locatie.
Hoofdstuk Een locatie zoeken en selecteren 06 BELANGRIJK Om veiligheidsredenen zijn de functies voor de bepaling van de route niet beschikbaar zolang het voertuig rijdt. Om deze functies te activeren en een route te bepalen, dient u op een veilige plaats te stoppen en de handrem aan te trekken. Een locatie aan de hand van het adres zoeken 4 Tip [Stad] aan en voer de naam van de stad/gemeente met het toetsenbord in. 5 Tip [Straat] aan en voer de straatnaam met het toetsenbord in.
Hoofdstuk Een locatie zoeken en selecteren 06 p Als het ingevoerde huisnummer niet wordt gevonden, wordt het midden van de straat als de bestemming geselecteerd. = Zie Een route uitzetten naar uw bestemming op bladzijde 42 voor de verdere bedieningsaanwijzingen. De gevonden locatie wordt op het kaartscherm aangegeven. = Zie Een route uitzetten naar uw bestemming op bladzijde 42 voor de verdere bedieningsaanwijzingen.
Hoofdstuk Een locatie zoeken en selecteren Opzoeken van een locatie aan de hand van de postcode Als u de postcode van de locatie die u wilt vinden kent, kunt u hiermee de locatie opzoeken. p Afhankelijk van de zoekresultaten is het mogelijk dat sommige stappen worden overgeslagen. 06 6 Tip [Huisnummer] aan en voer het huisnummer met het toetsenbord in. p Om letters in te voeren, tipt u aan. 7 Wanneer u klaar bent met de invoer, tipt u [Klaar] aan.
Hoofdstuk Een locatie zoeken en selecteren 06 2 Tip [Zoeken] aan en dan [Plaatsen zoeken]. 3 Tip [Snelzoeken Langs route] aan. Er verschijnt een toetsenbordscherm. Begin met het invoeren van de naam van de plaats. 4 Nadat een paar letters zijn ingevoerd, tipt u [Resultaten] aan. p Om de details van de geselecteerde plaats te zien, tipt u aan. Tip [Terug] aan om terug te keren naar het kaartscherm.
Hoofdstuk Een locatie zoeken en selecteren 3 Tip de gewenste POI aan. De gevonden locatie wordt op het kaartscherm aangegeven. = Zie Een route uitzetten naar uw bestemming op bladzijde 42 voor de verdere bedieningsaanwijzingen. POI’s zoeken via de categorieën U kunt naar POI’s zoeken op basis van de categorieën en subcategorieën. 1 Tip op het kaartscherm [Menu] aan. Het “Navigatiemenu” scherm verschijnt.
Hoofdstuk 06 Een locatie zoeken en selecteren ! Langs route: Er wordt gezocht langs de huidige route en niet rondom een bepaald punt. Dit is handig wanneer u zoekt naar een later oponthoud die in een minimale omweg resulteert, zoals bij het zoeken naar benzinestations of restaurants verderop. (De resultatenlijst wordt gerangschikt op de lengte van de vereiste omweg.) p Als u [In een plaats] hebt geselecteerd, selecteert u de stad/gemeente waarin gezocht moet worden.
Hoofdstuk Een locatie zoeken en selecteren = Zie Een route uitzetten naar uw bestemming op bladzijde 42 voor de verdere bedieningsaanwijzingen. Rechtstreeks een POI zoeken op basis van de naam van de faciliteiten U kunt de POI’s ook op naam zoeken. = Voor details omtrent de bediening verwijzen wij u naar Overzicht van de schermen op bladzijde 21. resultatenlijst wordt gerangschikt op de afstand vanaf de bestemming.) ! Langs route: Er wordt gezocht langs de huidige route en niet rondom een bepaald punt.
Hoofdstuk Een locatie zoeken en selecteren 06 8 Gebruik het toetsenbord om het begin van de naam van de plaats in te voeren. De volgende voorgeprogrammeerde zoekcategorieën verschijnen, alle voor het zoeken rondom de huidige positie (of rondom de laatst bekende positie als de huidige positie niet beschikbaar is).
Hoofdstuk Een locatie zoeken en selecteren 4 Verschuif de kaart en pas de schaal aan om uw bestemming te lokaliseren. = Zie Een route uitzetten naar uw bestemming op bladzijde 42 voor details. p U kunt ook een kaartlocatie als de bestemming selecteren door de kaart te verschuiven. = Zie Een locatie zoeken door de kaart te verschuiven op bladzijde 41 voor details. = Zie De voorwaarden voor de routeberekening wijzigen op bladzijde 46 voor details.
Hoofdstuk 06 Een locatie zoeken en selecteren = Voor details omtrent de bediening verwijzen wij u naar Overzicht van de schermen op bladzijde 21. 2 Tip [Zoeken] aan op het “Navigatiemenu” scherm. 3 Tip of aan in het “Historiek” veld. De gevonden locatie wordt op het kaartscherm aangegeven. = Zie Een route uitzetten naar uw bestemming op bladzijde 42 voor de verdere bedieningsaanwijzingen. = Zie Een route uitzetten naar uw bestemming op bladzijde 42 voor de verdere bedieningsaanwijzingen.
Hoofdstuk Een locatie zoeken en selecteren 06 = Zie Een locatie selecteren via gebruik van “Op kaart zoeken” op bladzijde 38 voor details. Een locatie zoeken en selecteren 5 Wanneer u klaar bent, tipt u [Klaar] aan. De gevonden locatie wordt op het kaartscherm aangegeven. = Zie Een route uitzetten naar uw bestemming op de volgende bladzijde voor de verdere bedieningsaanwijzingen.
Hoofdstuk Nadat de locatie is bepaald 07 Een route uitzetten naar uw bestemming 3 Tip [Vertrek!] aan. Uw navigatiesysteem begint met de routebegeleiding. U kunt een route naar uw bestemming instellen met behulp van een gezochte locatie of het “Mijn route” menu. # Tip [Meer] aan om de routeparameters te wijzigen. Een route instellen met behulp van een gezochte locatie 1 Zoek een locatie. = Zie Een locatie zoeken en selecteren op bladzijde 31 voor details.
Hoofdstuk Nadat de locatie is bepaald 4 07 = Voor details omtrent de bediening verwijzen wij u naar Overzicht van de schermen op bladzijde 21. Tip [Alternatieven routes] aan. 2 Tip [Mijn route] aan op het “Navigatiemenu” scherm. 3 Tip [Route maken] aan. 5 Tip een van de alternatieve routes aan om deze op de kaart te zien. 4 Tip aan. Als u geen goede alternatieve route vindt, tipt u [Meer resultaten] aan en gaat dan naar beneden voor routes met andere routeplanningsmethoden.
Hoofdstuk 07 Nadat de locatie is bepaald p Om meer bestemmingen toe te voegen, tipt aan op de plaats waar u het nieuwe u punt in de lijst wilt invoegen en herhaalt dan de bovenstaande stappen. 6 Tip [Ga] aan om de bestemming te bevestigen. Na een korte samenvatting van de routeparameters verschijnt de kaart die de gehele route toont. De route wordt automatisch berekend. p Als u de route naar de bestemming reeds hebt ingesteld, verschijnt [Volgende].
Hoofdstuk De huidige route controleren en wijzigen Het route-overzicht weergeven 1 Tip op het kaartscherm [Menu] aan. Het “Navigatiemenu” scherm verschijnt. = Voor details omtrent de bediening verwijzen wij u naar Overzicht van de schermen op bladzijde 21. 2 Tip [Mijn route] aan op het “Navigatiemenu” scherm. De routeparameters controleren en routegerelateerde functies gebruiken U kunt de diverse parameters van de route controleren die door het navigatiesysteem worden aanbevolen.
Hoofdstuk De huidige route controleren en wijzigen 08 De voorwaarden voor de routeberekening wijzigen U kunt de voorwaarden voor de routeberekening wijzigen en de huidige route laten herberekenen. Het gebruikte voertuig wijzigen U kunt het voertuigtype instellen dat u gebruikt om de route te navigeren. Op basis van deze instelling worden sommige wegtypen niet in de route opgenomen of wordt er geen rekening gehouden met bepaalde beperkingen bij de routeberekening. 1 Tip op het kaartscherm [Menu] aan.
Hoofdstuk De huidige route controleren en wijzigen Dit systeem berekent de optimale route voor het nieuwe voertuigtype. De oranje streep toont de nieuwe aanbevolen route. ! De voertuigparameters instellen U kunt de parameters van het voertuigprofiel bewerken. 1 Tip op het kaartscherm [Menu] aan. Het “Navigatiemenu” scherm verschijnt. ! = Voor details omtrent de bediening verwijzen wij u naar Overzicht van de schermen op bladzijde 21. Tip [Meer...] aan en dan [Instellingen].
Hoofdstuk 08 De huidige route controleren en wijzigen ! Vracht: Selecteer een of meerdere gevaartypen als het voertuig gevaarlijke materialen vervoert. U kunt ook nog de volgende optie instellen: ! Bevestig parameters voor elke routeplanning: Indien ingeschakeld, verschijnt altijd de lijst met voertuigparameters voordat de routeberekening wordt uitgevoerd. U kunt dan nog snel de parameters wijzigen wanneer sommige (bijv. werkelijk gewicht) vaak veranderen.
Hoofdstuk De huidige route controleren en wijzigen De gebruikte wegtypen wijzigen Om de huidige route opnieuw te berekenen met andere voorkeuren voor het wegtype, volgt u de onderstaande stappen. p Om de route aan uw wensen aan te passen, kunt u ook instellen welke wegtypen, indien mogelijk, wel of niet in de route moeten worden opgenomen. Het vermijden van een wegtype is een voorkeur. Het wil niet zeggen dat er in het geheel geen gebruik van het wegtype wordt gemaakt.
Hoofdstuk 08 De huidige route controleren en wijzigen ! Carpool*: Hiermee wordt ingesteld of carpool of carpoolstroken worden inbegrepen. Standaard worden carpool of carpoolstroken door het navigatiesysteem niet inbegrepen. p Carpool of carpoolstroken kunnen gebruikt worden als een bepaald aantal passagiers in het voertuig meereizen. ! Onverharde wegen: Stel in om onverharde wegen in de route op te nemen. Als standaard maakt het navigatiesysteem geen gebruik van onverharde wegen.
Hoofdstuk De huidige route controleren en wijzigen 4 Tip [Tijdsinstellingen rit configureren] aan. 5 Maak de standaardinstellingen voor de reistijdtimer voor de chauffeur. 08 De route wijzigen Wanneer de navigatie reeds is begonnen, zijn er een paar manieren om de huidige route te wijzigen. In de volgende paragrafen worden enkele van de opties beschreven. Een nieuwe bestemming selecteren wanneer er reeds een route is uitgezet 6 Wanneer u klaar bent, tipt u [Terug] aan en houdt deze toets vast.
Hoofdstuk 08 De huidige route controleren en wijzigen ! Eindbestemming: Tip deze toets aan om de nieuw geselecteerde bestemming aan het einde van de route toe te voegen. De andere bestemmingen van de route blijven bestaan. De oude eindbestemming wordt het laatste tussenpunt. 4 Tip op de eerste regel (gewoonlijk de huidige GPS-positie) aan en bevestig de handeling op het waarschuwingsberichtscherm.
Hoofdstuk De huidige route controleren en wijzigen # Tip [GPS inschakelen] aan. U keert terug naar normale navigatie. = Zie De huidige positie op de kaart zien op bladzijde 26 voor details. U kunt de route bewerken door de lijst met bestemmingen te wijzigen. U kunt bestemmingen toevoegen of verwijderen, het beginpunt wijzigen of de rangschikking van de lijst veranderen. 1 Tip op het kaartscherm [Menu] aan. Het “Navigatiemenu” scherm verschijnt.
Hoofdstuk De huidige route controleren en wijzigen 08 1 Tip op het kaartscherm [Menu] aan. Het “Navigatiemenu” scherm verschijnt. = Voor details omtrent de bediening verwijzen wij u naar Overzicht van de schermen op bladzijde 21. U keert terug naar het kaartscherm. Het navigatiesysteem berekent opnieuw de route. De oranje streep toont de nieuwe aanbevolen route. 2 Tip [Mijn route] aan op het “Navigatiemenu” scherm. De routesimulatie bekijken 3 Tip [Meer] aan. 4 Tip [Alternatieven routes] aan.
Hoofdstuk De huidige route controleren en wijzigen 08 De huidige route controleren en wijzigen p Tijdens de simulatie kunt u de volgende bedieningstoetsen gebruiken (deze toetsen verdwijnen na een paar seconden, maar u kunt ze weer laten verschijnen door de kaart aan te tippen). : ! U springt naar het vorige begeleidingspunt (richtingswijziging). : ! De simulatie wordt gepauzeerd. : ! U springt naar het volgende begeleidingspunt (richtingswijziging).
Hoofdstuk Locaties registreren en bewerken 09 Een locatie in “Favorieten” opslaan Een locatie als een waarschuwingspunt opslaan Door uw favoriete locaties in “Favorieten” op te slaan, bespaart u tijd en moeite omdat u de betreffende informatie niet steeds opnieuw hoeft in te voeren. In “Favorieten” kunt u uw thuislocatie, favoriete plaatsen, bestemmingen die u reeds geregistreerd hebt of willekeurige andere locaties op de kaart opslaan. Waarschuwingspunten zijn vooraf in uw navigatiesysteem geladen.
Hoofdstuk Locaties registreren en bewerken 9 Stel de vereiste parameters in. 10 Tip [Opslaan] aan. De locatie wordt als een nieuw waarschuwingspunt opgeslagen. p De waarschuwingsfunctie voor verkeersveiligheidcamera’s (zoals snelheidscamera’s) werkt niet wanneer u in een land bent waar waarschuwingen voor verkeersveiligheidcamera’s verboden zijn.
Hoofdstuk Verkeersinformatie gebruiken 10 p U kunt deze functie uitschakelen op bijv. publieke feestdagen, zodat er geen rekening wordt gehouden met de verkeersfiles op normale weekdagen. ! Als u de verkeersinformatiefunctie in Rusland wilt gebruiken, ga dan eerst naar www.naviextras.com en activeer de service. ! Voor het activeren van de service worden kosten in rekening gebracht.
Hoofdstuk Verkeersinformatie gebruiken Om deze berekening nauwkeurig af te stellen, kunt u de minimale vertraging instellen waarbij de route opnieuw wordt berekend of u kunt de software zo instellen dat de nieuwe aanbevolen route eerst door u moet worden bevestigd voordat deze van kracht wordt. U kunt dit instellen in de “Verkeer” instellingen. 3 Tip een van de items op de lijst aan om de details te zien en het betreffende weggedeelte op de kaart aan te geven.
Hoofdstuk Voorkeursinstellingen aanpassen 11 Het instellingenscherm weergeven 1 Tip op het kaartscherm [Menu] aan. Het “Navigatiemenu” scherm verschijnt. = Voor details omtrent de bediening verwijzen wij u naar Overzicht van de schermen op bladzijde 21. 2 Tip [Meer...] aan. 3 Tip [Instellingen] aan. 4 Tip het item aan dat u wilt instellen.
Hoofdstuk Voorkeursinstellingen aanpassen U kunt het waarschuwingstype voor de verschillende categorieën waarschuwingspunten afzonderlijk instellen. De volgende waarschuwingstypen zijn beschikbaar: ! Beeld en geluid: er kunnen pieptonen klinken (natuurlijke stem) of het type waarschuwing kan worden aangekondigd (TTS) wanneer u een van deze punten nadert, terwijl een extra waarschuwing kan worden gegeven als u de maximumsnelheid tijdens het naderen overschrijdt.
Hoofdstuk Voorkeursinstellingen aanpassen 11 Het snelmenu aanpassen U kunt de items van het snelmenu aan uw wensen aanpassen. 1 Geef het instellingenscherm weer. = Voor details omtrent de bediening verwijzen wij u naar Het instellingenscherm weergeven op bladzijde 60. 2 Tip [Snelmenu aanpassen] aan. 3 Tip de toets in de lijst aan die u wilt instellen. ! Favorieten: Toont de lijst van uw favoriete bestemmingen.
Hoofdstuk Voorkeursinstellingen aanpassen De verkeersinformatie instellen De aanbevolen route tussen twee punten is niet altijd hetzelfde. Wanneer er bruikbare gegevens voorhanden zijn, wordt er rekening gehouden met de verkeersinformatie bij het berekenen van de route. 1 Geef het instellingenscherm weer. = Voor details omtrent de bediening verwijzen wij u naar Het instellingenscherm weergeven op bladzijde 60.
Hoofdstuk Voorkeursinstellingen aanpassen 11 1 Geef het instellingenscherm weer. = Voor details omtrent de bediening verwijzen wij u naar Het instellingenscherm weergeven op bladzijde 60. 2 Tip [Kaartinstellingen] aan. Het “Kaartinstellingen” scherm verschijnt. ! ! 3 Tip het item aan dat u wilt instellen. U kunt het effect zien wanneer u een instelling verandert. ! Modus weergeven: Hiermee schakelt u de kaartweergave tussen een 3D-weergave in perspectief en een 2D-weergave gezien van bovenaf.
Hoofdstuk Voorkeursinstellingen aanpassen De visuele begeleiding instellen U kunt instellen hoe het systeem u met de navigatie helpt met behulp van de verschillende soorten route-gerelateerde informatie op het kaartscherm. 1 ! Geef het instellingenscherm weer. = Voor details omtrent de bediening verwijzen wij u naar Het instellingenscherm weergeven op bladzijde 60. 2 Tip [Instellingen visuele begeleiding] aan. 3 ! Tip het item aan dat u wilt instellen.
Hoofdstuk 11 Voorkeursinstellingen aanpassen ! Tip [Bekijken] aan om het overzicht van de oorspronkelijke route en de omweg te zien om uw keuze te kunnen maken. U kunt de omweg aanvaarden zoals deze wordt aangeboden of het stuk snelweg dat wordt overgeslagen vergroten en dan pas de omweg aanvaarden. ! U kunt ook afslaan naar de voorgestelde nieuwe richting, waarna de route automatisch opnieuw wordt berekend.
Hoofdstuk Voorkeursinstellingen aanpassen U kunt ook nog andere specifieke eenheden voor bepaalde landen in dit systeem instellen om verschillende waarden weer te geven. ! Tijdzone: Als standaard wordt de tijdzone ingesteld op basis van de kaartinformatie en wordt deze aangepast aan uw huidige locatie. Hier kunnen de tijdzone en de zomertijd handmatig worden ingesteld. De Ritmonitor instellen Ritlogs bevatten waardevolle informatie over uw ritten.
Hoofdstuk Voorkeursinstellingen aanpassen 11 Terugzetten op de standaardinstellingen Alle opgeslagen gegevens worden gewist en alle instellingen worden teruggezet op de standaardinstellingen. 1 Geef het instellingenscherm weer. = Voor details omtrent de bediening verwijzen wij u naar Het instellingenscherm weergeven op bladzijde 60. 2 68 Tip [Instellingen resetten] aan.
Hoofdstuk Overige bedieningsfuncties 12 Het Meer menu Het “Meer...” menu voorziet u van diverse opties en extra applicaties. 1 Tip op het kaartscherm [Menu] aan. Het “Navigatiemenu” scherm verschijnt. = Voor details omtrent de bediening verwijzen wij u naar Overzicht van de schermen op bladzijde 21. 2 3 ! Tip [Meer...] aan. Tip het gewenste menu-item aan.
Hoofdstuk 13 Inbouwen Belangrijke veiligheidsvoorschriften WAARSCHUWING Pioneer raadt u af het navigatiesysteem zelf in te bouwen. Wij adviseren u om alleen bevoegd Pioneer onderhoudspersoneel, dat speciaal is opgeleid en ervaring heeft met mobiele elektronica, dit product te laten instellen en inbouwen. VOER NOOIT ZELF ONDERHOUD UIT AAN DIT PRODUCT.
Hoofdstuk Inbouwen OF O STAR STAR ACC-stand F N OF ACC O N F T ! Gebruik dit toestel uitsluitend met een 12 Volt accu met negatieve aarding. Doet u dit niet, dan kunnen brand of storingen het gevolg zijn. ! Om kortsluitingen in het elektrische systeem te voorkomen, moet u de (–) accukabel loskoppelen voor de installatie. WAARSCHUWING ! Het zwarte snoer is de aardverbinding.
Hoofdstuk 13 Inbouwen Voorzorgen voor installatie BELANGRIJK ! Installeer dit product nooit op plaatsen waar, of op een manier waardoor het: ! De bestuurder of passagiers kan verwonden als het voertuig plotseling stopt. ! De bestuurder kan hinderen bij de bediening van het voertuig, bijvoorbeeld op de vloer voor de bestuurdersstoel, of in de buurt van het stuur of de versnelling. ! Controleer of er niets achter het dashboard of de panelen zit wanneer u hierin gaten gaat boren.
Hoofdstuk Inbouwen 13 Steek een uiteinde van de RGB-kabel in de “DATA BUS” sleuf aan de zijkant van dit product en maak de kabel vast met een 11 mm (0,4 inch) schroef (bijgeleverd). Sluit het andere uiteinde van de kabel aan op de RGB IN-ingang aan de achterkant van uw Pioneer AV-receiver. Inbouwen Systeemcomponenten aansluiten AV-receiver RGB-kabel (bijgeleverd) TMC-antenne (bijgeleverd) Bevestig de GPS-antenne aan de “GPS ANTENNA” aansluiting aan de zijkant van dit product.
Hoofdstuk Inbouwen 13 Installeren met klittenband 1 Maal beide oppervlakken goed schoon voor u het klittenband bevestigt. 2 Haal de beschermende laag van de rug van het klittenband en bevestig het op de juiste plaats. Navigatie-eenheid Beschermende laag 3 Bepaal de installatiepositie. 4 Haal de beschermende laag van de rug van het andere stuk klittenband en installeer de navigatie-eenheid op het oppervlak van het handschoenenkastje of een dergelijke locatie.
Aanhangsel Aanhangsel Plaatsbepaling technologie Het Global Positioning System (GPS, systeem voor wereldwijde plaatsbepaling) maakt gebruik van een netwerk van satellieten die om de aarde cirkelen. Elk van deze satellieten, die zich op een hoogte van 21 000 km bevinden, zendt voortdurend radiosignalen uit die informatie verstrekken over de tijd en plaatsbepaling. Dit betekent dat uw apparaat de signalen ontvangt van minimaal drie satellieten op iedere open plek op het oppervlak van de aarde.
Aanhangsel Aanhangsel p Als er gedurende geruime tijd geen GPSsignaal wordt ontvangen, kan er een aanzienlijke afwijking ontstaan tussen de aanduiding op de kaart en de werkelijke locatie van uw voertuig, of wordt de plaatsbepaling niet bijgewerkt. Zodra de GPS-ontvangst wordt hersteld, zal de precisie weer volledig op peil zijn.
Aanhangsel Aanhangsel ! Als u op een lange rechte weg rijdt, of in een lange flauwe bocht. ! Bij een parkeergarage of een soortgelijk gebouw met spiraalvormige in- en uitritten. ! Bij een parkeergarage met een draaiplateau of een soortgelijk gebouw. Aanhangsel ! Bij een steile bergweg met veel hoogteverschillen. ! Als u geruime tijd alleen met horten en stoten of heel langzaam kunt rijden, zoals in een file. ! Als u op de weg komt na een ingewikkelde route over een grote parkeerplaats.
Aanhangsel Aanhangsel Informatie over de routebepaling Regels voor de routekeuze Het navigatiesysteem bepaalt een route naar uw bestemming door een aantal ingebouwde regels toe te passen op de kaartgegevens. Hieronder volgt enige achtergrondinformatie over de manier waarop het systeem een route bepaalt. BELANGRIJK Nadat er een route is berekend, wordt automatisch de route en de stembegeleiding voor de route vastgelegd.
Aanhangsel Aanhangsel Aanhangsel ! De directe omgeving van uw beginpunt en uw plaats van bestemming zal niet altijd verlicht worden aangegeven, evenmin als plaatsen waar het wegennet bijzonder gecompliceerd is. Dan kan de route op de kaart dus wel eens lijken te stoppen of een hiaat vertonen, maar de stembegeleiding zal bij dat punt wel gewoon doorgaan.
Aanhangsel Aanhangsel Display-informatie Bladzijde Bladzijde Meer... Zoeken Adres zoeken 31 Plaatsen zoeken 33, 35 Op kaart zoeken 38 Favorieten 39 Historiek 39 Coördinaat 40 Route maken 43 Route bewerken 52, 53 Overzicht 45 Vermijdingen 45 Route annuleren 53 Meer...
Aanhangsel Aanhangsel Verklarende woordenlijst Begeleidingsstand De stand van het systeem waarin begeleiding wordt gegeven als u naar uw bestemming rijdt; het systeem schakelt automatisch in deze stand zodra de route is bepaald. Routelog Uw navigatiesysteem maakt een log aan van de route die u hebt afgelegd als de routelogfunctie is geactiveerd. Deze opgenomen route wordt de “routelog” genoemd.
Aanhangsel Aanhangsel Specificaties Algemeen Stroomvoorziening ................. 14,4 V gelijkstroom (toegestaan spanningsbereik: 12,0 V tot 14,4 V gelijkstroom) Aarding ......................................... Negatieve accupool Maximaal stroomverbruik ... 0,21 A Afmetingen (B × H × D): ............................................... 134 mm × 29 mm × 84 mm Gewicht ........................................ 140 g GPS-ontvanger Systeem .......................................
Nl 83
PIONEER CORPORATION 1-1, Shin-ogura, Saiwai-ku, Kawasaki-shi, Kanagawa 212-0031, JAPAN PIONEER EUROPE NV Haven 1087, Keetberglaan 1, B-9120 Melsele, Belgium/Belgique TEL: (0) 3/570.05.11 PIONEER ELECTRONICS (USA) INC. P.O. Box 1540, Long Beach, California 90801-1540, U.S.A. TEL: (800) 421-1404 © 2012 PIONEER CORPORATION. Alle rechten voorbehouden.