Operation Manual
183
Appendix
De afstandsbediening werkt niet.
Mogelijke oorzaken:
(1) De batterijen zijn bijna leeg.
(2) De batterijen zijn verkeerd-om ingelegd.
(3) De afstandsbediening is niet goed op de beeldschermeenheid gericht.
(4) Er valt direct zonlicht op de afstandsbedieningssensor van het beeldscherm.
(5) De modusschakelaar van de afstandsbediening (of de dipschakelaar) is niet juist ingesteld.
Oplossingen:
(1) Vervang beide batterijen door nieuwe.
(2) Zorg dat de batterijen met de + en - polen in de juiste richting liggen.
(3) Verwijder eventuele obstakels en richt de afstandsbediening recht op de beeldschermeenheid.
(4) Houd de afstandsbediening dichter bij de beeldschermeenheid.
(5) Stel de modusschakelaar (of de dipschakelaar) van de afstandsbediening juist in (zie “Dipschake-
laars selecteren” op pagina 13 van de “Handleiding bij de hardware”).
Het beeld trilt.
Mogelijke oorzaken:
De instelling van “Schermtype” in het menu Basisinstellingen is niet juist.
Oplossingen:
Verander de instelling van “Schermtype” (zie “Schermtype” op pagina 99) in de juiste instelling.
Als het scherm niet meer reageert...
Parkeer uw auto op een veilige plaats en zet de motor uit. Zet het contact uit. Start de motor en
schakel het hoofdapparaat opnieuw in. Als de storing nog niet is verholpen, druk dan de reset toets
op het hoofdapparaat in.