Operation Manual

! De aanpassingen van BRIGHT en
CONTRAST worden apart opgeslagen voor
licht omgevingslicht (overdag) en donker
omgevingslicht (s avonds). Er wordt een
zon
of maan links van respectievelijk
BRIGHT en CONTRAST weergegeven, ter-
wijl de omgevingslichtsensor bepaalt hoe
licht of donker het is.
! U kunt HUE niet voor PAL-video aanpassen.
! U kunt COLOR of HUE niet voor de audio-
signaalbron aanpassen.
1 Houd V.ADJ ingedrukt om
PICTURE ADJUST weer te geven.
Druk op V.ADJ tot PICTURE ADJUST op het
display verschijnt.
2 Raak één van de volgende toetsen op
het aanraakpaneel aan om de aan te pas-
sen functie te selecteren.
De functienamen voor de afstellingen worden
weergegeven en de aanpassingen die u kunt
selecteren zijn gemarkeerd.
! BRIGHT Zwarte intensiteit afstellen
! CONTRAST Contract afstellen
! COLOR Kleurintensiteit afstellen
! HUE De kleurtoon afstellen (rood of groen
wordt benadrukt)
! DIMMER Helderheid van de weergave af-
stellen
! BACK-CAMERA Weergave voor beeldaf-
stelling voor de achteruitrijdcamera inscha-
kelen
# U kunt de beeldafstelling voor de achteruitrijd-
camera alleen aanpassen als B-CAM is ingescha-
keld. (Raadpleeg Instelling voor
achteruitrijdcamera op bladzijde 103.)
# Bij sommige achteruitrijdcameras kan het
beeld niet worden aangepast.
3 Raak c of d aan en pas het geselec-
teerde item aan.
Telkens als u c of d aanraakt, wordt het ni-
veau van het geselecteerde item hoger of
lager. Waarden tussen +24 24 zullen op het
display verschijnen terwijl het niveau wordt
verhoogd of verlaagd.
4 Raak ESC aan om de toetsen van het
aanraakpaneel te verbergen.
Dimmer aanpassen
Het aanpassen van DIMMER wordt apart voor
elk omgevingslicht opgeslagen; overdag,
avond en nacht. De helderheid van het LCD-
scherm wordt automatisch op het optimale ni-
veau ingesteld aan de hand van het omge-
vingslicht op basis van de instellingswaarden.
1 Houd V.ADJ ingedrukt om
PICTURE ADJUST weer te geven.
Druk op V.ADJ tot PICTURE ADJUST op het
display verschijnt.
2 Raak DIMMER aan.
Het niveau van het omgevingslicht dat wordt
gebruikt als standaard voor de aanpassing van
DIMMER verschijnt boven de niveaubalk.
! Rode zon De helderheid voor helder
omgevingslicht aanpassen (overdag)
! Witte zon
Helderheid voor gemiddeld
omgevingslicht aanpassen (avond)
! Blauwe maan
Helderheid voor donker
omgevingslicht aanpassen (nacht)
3 Raak c of d aan en pas de helderheid
aan.
Telkens als u c of d aanraakt, verplaatst u de
toets naar links of naar rechts.
Het niveau geeft de helderheid aan van het
scherm dat wordt aangepast. Hoe verder de
toets naar rechts gaat, hoe helderder het
scherm wordt.
4 Raak ESC aan om de toetsen van het
aanraakpaneel te verbergen.
Basishandelingen
Nl
21
Hoofdstuk
04
Basishandelingen