Operation Manual

Table Of Contents
De aansluiting van de
kabels controleren
Controleer of de kabels tussen dit product en
het voertuig goed zijn aangesloten. Controleer
ook of ze op de juiste plaatsen zijn aangeslo-
ten.
1 Druk op de HOME toets om het begin-
menuscherm weer te geven.
2 Tip de volgende toetsen aan in de aan-
gegeven volgorde.
Het Systeem scherm verschijnt.
3 Tip [Systeeminformatie] aan.
4 Tip [Verbindingsstatus] aan.
Het Installatie scherm verschijnt.
! Verlichting
Wanneer de koplampen of dimlichten van
het voertuig aanstaan, wordt Aan aange-
geven. Wanneer de dimlichten van het voer-
tuig uit zijn, wordt Uit aangegeven. (Als
de oranje/witte kabel niet is aangesloten,
wordt Uit aangegeven.)
! Voertuigbus
Wanneer de optionele voertuigbusadapter
is aangesloten, wordt OK aangegeven. In-
dien deze niet is aangesloten, wordt NOK
aangegeven.
Nl
107
Hoofdstuk
19
Systeeminstellingen
Systeeminstellingen