Operation Manual

5 Raak Start aan om de gegevensover-
drachtsmodus weer te geven.
# Volg de aanwijzingen op het scherm om het
bijwerken van de firmware te voltooien.
# Wanneer het bijwerken van de firmware is ge-
slaagd, wordt het toestel automatisch gereset.
Opmerkingen
! Wanneer de firmware wordt bijgewerkt, wordt
de bron uitgeschakeld en de Bluetooth-verbin-
ding verbroken.
! Als op het scherm Update mislukt ! wordt
weergegeven, raak dan Verdergaan aan om
verder te gaan en de herstelprocedure te
starten.
De firmwareversie weergeven
Als dit toestel niet correct werkt, zult u mis-
schien contact moeten opnemen met uw leve-
rancier voor reparatie. In dat geval kan
gevraagd worden wat de firmwareversie van
uw toestel is. Voer de volgende procedure uit
om de versie van uw toestel op te vragen.
1 Druk op de toets Home om naar het be-
ginscherm te gaan.
2 Raak de systeemtoets aan om het sys-
teemmenu te openen.
3 Raak Firmware Informatie aan om de
firmwareversie van het toestel weer te ge-
ven.
De MIXTRAX-stand instellen
Raadpleeg De MIXTRAX-stand instellen op blad-
zijde 46.
De beeldinstellingen
aanpassen
Voor elke bron en de achteruitrijcamera kunt u
de volgende instellingen aanpassen:
Helderheid (helderheid), Contrast (contrast),
Kleur (kleur), Tint (tint), Dimmer (dimmer) en
Temperatuur (temperatuur).
! Tint kan niet aangepast worden voor de au-
diosignaalbron.
! Kleur en Tint kunnen niet aangepast wor-
den voor NAVI en Apps.
1 Druk op de toets Home om naar het be-
ginscherm te gaan.
2 Raak de systeemtoets aan om het sys-
teemmenu te openen.
3 Als u Beeldaanpassing aanpast, selec-
teert u het toestel.
NAVI
Apps
Beeldaanpassing voltooien voor
het navigatiesysteem wanneer de
RGB-ingang is ingesteld op NAVI
(QVGA) of Navi(VGA).
Beeldaanpassing voltooien voor
AppRadio Mode wanneer de
RGB-ingang is ingesteld op
iPhone.
Beeldaanpassing aanpassen voor
de achteruitrijcamera.
Source
Beeldaanpassing aanpassen voor
de bron.
4 Gebruik de volgende aanraaktoetsen
op het paneel om de gewenste functie te
bedienen.
De onderdelen in Beeldaanpassing worden
weergegeven.
! Helderheid Helderheid
! Contrast Contrast
! Kleur Kleurverzadiging
! Tint Tint (rood of groen wordt benadrukt)
! Dimmer Helderheid van het display
! Temperatuur Kleurtemperatuur. Hiermee
kunt u de witbalans verbeteren.
# U kunt Tint alleen aanpassen als het kleursys-
teem is ingesteld op NTSC.
# Bij sommige achteruitrijcameras kan het
beeld niet worden aangepast.
Nl
66
Hoofdstuk
17
Systeeminstellingen