Operation Manual
Als een luidspreker is aangesloten op een
versterker met een hoger uitgangssignaal
dan de maximaal toegestane ingangscapa-
citeit van de luidspreker.
! Als de microfoon op een ongeschikte positie
is geplaatst, kan de meettoon luid worden en
kan de meting langer duren, waardoor de
accu sneller leegloopt. Zorg dat de microfoon
op de aangegeven positie is aangebracht.
Voordat u de functie auto TA en
EQ gebruikt
! Voer de auto TA en EQ uit op een zo rustig
mogelijk plaats terwijl de motor en de air-
conditioning zijn uitgeschakeld. Onder-
breek de voeding naar autotelefoons of
mobiele telefoons in de auto of verwijder ze
uit de auto voordat u de auto TA en EQ uit-
voert. Andere geluiden dan de meettoon
(geluiden uit de omgeving, van de motor,
het rinkelen van een telefoon) kunnen een
correcte meting van de akoestische ken-
merken in de auto verstoren.
! Zorg dat de auto TA en EQ met de meegele-
verde microfoon wordt uitgevoerd. Als u
een andere microfoon gebruikt, kan dit de
meting verhinderen of een onjuiste meting
van de akoestische kenmerken in de auto
tot gevolg hebben.
! Als de voorste luidspreker niet is aangeslo-
ten, kan de auto TA en EQ niet worden uit-
gevoerd.
! Als het toestel is aangesloten op een ver-
sterker met regeling van het ingangsni-
veau, kan de auto TA en EQ niet mogelijk
zijn als u het ingangsniveau van de verster-
ker verlaagt. Stel het ingangsniveau van de
versterker in op de standaardpositie.
! Als dit toestel is aangesloten op een ver-
sterker met een LPF, moet u het LPF op de
versterker uitschakelen voordat u auto TA
en EQ kunt uitvoeren. Daarnaast moet de
drempelfrequentie voor het ingebouwde
LPF van een actieve subwoofer worden in-
gesteld op de hoogste frequentie.
! De waarde voor de tijduitlijning die wordt
berekend bij auto TA en EQ, kan in de vol-
gende gevallen afwijken van de werkelijke
afstand. Als de afstand echter met de com-
puter is berekend als de optimale vertra-
ging, zodat de resultaten in deze
omstandigheden het nauwkeurigst zijn,
blijf deze waarde dan gebruiken.
Als het weerkaatste geluid binnen een
voertuig sterk is en er zich een vertra-
ging voordoet.
Als er zich vertragingen voor lage gelui-
den voordoen door de invloed van het
LPF op actieve subwoofers of externe
versterkers.
! Auto TA en EQ wijzigt de audio-instellingen
als volgt:
De instellingen van de fader/balans
gaan opnieuw in de middelste stand.
(Raadpleeg bladzijde 86.)
De equalizercurve gaat naar FLAT.
(Raadpleeg bladzijde 84.)
Deze wordt automatisch ingesteld op de
instelling voor het high-passfilter voor
de voorste, middelste en achterste luid-
spreker.
! Als u auto TA en EQ uitvoert terwijl er al
een eerdere instelling voor is ingesteld,
wordt deze instelling vervangen.
Auto TA en EQ uitvoeren
1 Zet de auto stil op een zo rustig moge-
lijke plek, sluit alle portieren, ramen en het
schuifdak en zet daarna de motor uit.
Als de motor blijft draaien, kan het geluid van
de motor een correcte auto TA en EQ verhinde-
ren.
Audio-instellingen
Nl
92
Hoofdstuk
16