Operation Manual
NORMAL (normaal)
Het beeld van 4:3 wordt zoals hij is weergegeven;
het beeld is niet ongelijk omdat de verhoudingen
hetzelfde zijn als voor normaal beeld.
Opmerkingen
! Voor elke videobron kunnen andere instellin-
gen worden opgeslagen.
! Als een video wordt bekeken op breedbeeld
terwijl dit niet het normale beeldformaat is,
kan het er anders uitzien.
! Vergeet niet dat als u het breedbeeld van dit
systeem voor commerciële of openbare verto-
ningen bekijkt, dit een inbreuk kan zijn op de
auteursrechten die door de wet worden be-
schermd.
! De video wordt korrelig als het beeld in de
stand CINEMA of ZOOM wordt bekeken.
! Het beeld van de navigatiekaart en de achter-
uitrijcamera is altijd FULL.
Beeldinstellingen aanpassen
U kunt BRIGHT (helderheid), CONTRAST (con-
trast), COLOR (kleur) en HUE (tint) voor elke
bron en de achteruitrijcamera aanpassen.
! De afstellingen van BRIGHT en CONTRAST
worden apart opgeslagen voor licht omge-
vingslicht (overdag) en donker omgevings-
licht (avond). Er wordt een zon
of
maan
weergegeven links van respectieve-
lijk BRIGHT en CONTRAST terwijl de omge-
vingslichtsensor waarneemt hoe licht of
donker het is.
! U kunt HUE niet voor PAL-video aanpassen.
! U kunt COLOR en HUE niet voor de audio-
signaalbron aanpassen.
1 Druk op MENU op het hoofdtoestel en
houd deze toets ingedrukt om
PICTURE ADJUST weer te geven.
Druk op MENU tot PICTURE ADJUST op het
display verschijnt.
# U kunt MENU niet op de afstandsbediening
gebruiken.
2 Raak een van de volgende toetsen op
het aanraakpaneel aan om de aan te pas-
sen functie te selecteren.
De functienamen voor de afstellingen worden
weergegeven en de aanpassingen die u kunt
selecteren zijn gemarkeerd.
! BRIGHT Zwarte intensiteit afstellen
! CONTRAST Contract afstellen
! COLOR Kleurintensiteit afstellen
! HUE Toon van de kleur afstellen (rood of
groen worden benadrukt)
! DIMMER Helderheid van de weergave af-
stellen
! B.Camera Weergave voor beeldafstelling
voor de achteruitrijcamera inschakelen
! SOURCE Terug naar weergave voor beeld-
afstelling voor elke bron
# U kunt de beeldafstelling voor de achteruitrij-
camera alleen aanpassen als BACK UP CAMERA
is ingeschakeld. (Raadpleeg Achteruitrijcamera in-
stellen op bladzijde 103.)
# SOURCE verschijnt op het display in plaats
van B.Camera als u B.Camera aanraakt.
# Bij sommige achteruitrijcameras kan de beel-
dinstelling niet worden gebruikt.
3 Raak c of d aan en pas de geselec-
teerde functie aan.
Telkens als u c of d aanraakt, wordt het ni-
veau van de geselecteerde functie hoger of
lager. Waarden van +24 24 worden weerge-
geven terwijl het niveau hoger of lager wordt.
4 Raak ESC aan om de toetsen van het
aanraakpaneel te verbergen.
Basishandelingen
Nl
25
Hoofdstuk
04
Basishandelingen