Operation Manual
Overige functies
Inleiding tot de
systeemaanpassingen
1
1 Het systeemmenu
Hierin worden de namen van de systeemfunc-
ties weergegeven.
1 Raak A.MENU en vervolgens
SYSTEM MENU aan om de namen van de
systeemfuncties weer te geven.
De namen van de systeemfuncties worden
weergegeven en de functies die u kunt selecte-
ren zijn gemarkeerd.
# Raak NEXT aan om naar de volgende groep
functienamen te gaan.
# Raak PREV aan om naar de vorige groep func-
tienamen te gaan.
2 Raak ESC aan om terug te keren naar
het display van een signaalbron.
# Raak BACK aan om terug te keren naar het vo-
rige display.
Breedbeeldstand wijzigen
U kunt de gewenste vergrotingsmodus voor
een beeld van 4:3 naar 16:9 selecteren.
1 Raak WIDE MODE aan in het systeem-
menu.
2 Raak de gewenste breedte-instelling
aan.
3 Raak ESC aan om de toetsen van het
aanraakpaneel te verbergen.
FULL (volledig)
Een beeld van 4:3 wordt alleen horizontaal ver-
groot, waardoor u een TV-beeld van 4:3 (normaal
beeld) krijgt zonder weggevallen delen.
JUST (passend)
Het beeld wordt iets vergroot in het midden en de
vergroting neemt horizontaal toe tot de uiteinden,
waardoor u een beeld van 4:3 krijgt zonder dat
het beeld ongelijk aan doet, ook niet bij breed-
beeld.
CINEMA (cinema)
Het beeld wordt in dezelfde verhouding vergroot
als FULL of ZOOM in de horizontale richting en
in een tussenliggende verhouding tussen FULL
en ZOOM in verticale richting. Dit is ideaal voor
een bioscoopbeeld (breedbeeld) waarbij de on-
dertiteling buiten het beeld valt.
ZOOM (zoom)
Een beeld van 4:3 wordt in dezelfde verhouding
vergroot, zowel verticaal als horizontaal; ideaal
voor bioscoopbeeld (breedbeeld).
NORMAL (normaal)
Het beeld van 4:3 wordt weergegeven zoals het is;
het beeld wordt niet ongelijk omdat de verhoudin-
gen gelijk zijn aan die voor normaal beeld.
Opmerkingen
! Voor elke videobron kunnen andere instellin-
gen worden opgeslagen.
! Als u een video bekijkt op breedbeeldformaat
terwijl dit niet het normale beeldformaat is,
kan het beeld er anders uitzien.
Bediening van het toestel
Nl
54
Hoofdstuk
03