Operation Manual
De lage tonen versterken
De bass boost-functie versterkt de lage tonen
met een frequentie lager dan 100 Hz. Als de
lage tonen worden versterkt, wordt het geluid
in zijn geheel voller. Als u deze functie in com-
binatie met de subwoofer gebruikt, wordt het
geluid onder de drempelfrequentie versterkt.
1 Raak BASS BOOSTER aan op het audio-
functiemenu.
2 Raak c of d aan en selecteer het ge-
wenste niveau.
U kunt het niveau verhogen of verlagen tussen
de waarden 0 en +6. De waarde wordt op het
display getoond.
Het high pass filter gebruiken
Als u wilt dat de luidsprekers voorin of achter-
in geen lage tonen (tonen uit het frequentiebe-
reik van de subwoofer) weergegeven, kunt u
het HPF (high pass filter) aanzetten. De luid-
sprekers voorin of achterin geven dan alleen
frequenties boven het geselecteerde bereik
weer.
1 Raak HPF aan op het audiofunctieme-
nu.
2 Raak d naast HPF aan om het high pass
filter in te schakelen.
# Raak c aan om het high pass filter uit te scha-
kelen.
3 Raak c of d naast FREQUENCY aan om
de drempelfrequentie te selecteren.
Telkens als u c of d aanraakt, wordt er als
volgt een drempelfrequentie geselecteerd:
50 Hz—63 Hz—80 Hz—100 Hz— 125 Hz
De luidsprekers voorin of achterin geven dan
alleen frequenties boven het geselecteerde be-
reik weer.
Het bronniveau aanpassen
Met de functie SLA (Source Level Adjustment,
bronniveauregeling) kunt u het volumeniveau
van alle signaalbronnen afzonderlijk instellen.
Hierdoor kunt u plotselinge volumewisselin-
gen voorkomen wanneer u naar een andere
signaalbron overschakelt.
! De instellingen zijn gebaseerd op het FM-
volumeniveau, dat u niet kunt wijzigen.
1 Vergelijk het volumeniveau van de sig-
naalbron die u wilt aanpassen met het FM-
volumeniveau.
2 Raak NEXT aan op het audiofunctieme-
nu.
3 Raak SLA aan.
4 Raak c of d aan om het bronvolume
aan te passen.
Telkens als u c of d aanraakt, wordt het ni-
veau van het bronvolume verhoogd of ver-
laagd.
U kunt het volume van de signaalbron verho-
gen of verlagen tussen de waarden +4 en –4.
De waarde wordt op het display getoond.
Opmerkingen
! Het MW/LW-volumeniveau kan ook met de
functie SLA worden aangepast.
! Video-CD, CD, gecomprimeerde audio en DivX
worden automatisch op hetzelfde volumeni-
veau ingesteld.
! Extern toestel 1 en extern toestel 2 worden au-
tomatisch op hetzelfde volumeniveau inge-
steld.
De luisteromgeving aanpassen
U kunt de luisteromgeving in het voertuig aan-
passen aan het type muziek waarnaar u luis-
tert (of de film waarnaar u kijkt).
Bediening van het toestel
Nl
44
Hoofdstuk
03