Operation Manual
3 Raak a of b aan en selecteer
SUB WOOFER (subwoofer).
Als u a of b herhaaldelijk aanraakt, worden
de luidsprekers in deze volgorde geselecteerd:
FRONT (voorluidsprekers)—CENTER (midden-
luidspreker)—REAR (achterluidsprekers)—
SUB WOOFER (subwoofer)—PHASE (instel-
ling subwoofer)
4 Raak d aan om het uitgangssignaal
voor de subwoofer in te schakelen.
# Raak c aan om het uitgangssignaal voor de
subwoofer uit te schakelen.
5 Raak b en daarna c of d aan en selec-
teer de fase van het uitgangssignaal van
de subwoofer.
Raak d aan om de normale fase te selecteren;
NORMAL verschijnt op het display. Raak c
aan om de omgekeerde fase te selecteren;
REVERSE verschijnt op het display.
Opmerking
Als u een monosignaalbron met twee kanalen
met Pro Logic aan afspeelt, kan het volgende zich
voordoen:
! Er is geen geluid als de instelling van de mid-
denluidspreker SMALL of LARGE is en er
geen middenluidspreker is geïnstalleerd.
! U hoort alleen geluid via de middenluidspre-
ker (indien gemonteerd) en de instelling voor
de middenluidspreker is SMALL of LARGE.
Het uitgangsniveau van de
luidsprekers aanpassen
U kunt het niveau van de luidspreker nauw-
keurig afstellen door te luisteren. Luister eerst
naar de testtoon om het niveau ongeveer in te
stellen en gebruik vervolgens deze functie om
het niveau nauwkeurig in te stellen.
1 Raak NEXT aan in het DSP-functieme-
nu.
2 Raak SPEAKER LEVEL aan.
3 Raak a of b aan en selecteer de luid-
spreker die u wilt aanpassen.
Als u a of b herhaaldelijk aanraakt, worden
de luidsprekers in deze volgorde geselecteerd:
FRONT L (voorluidspreker links)—CENTER
(middenluidspreker)—FRONT R (voorluidspre-
ker rechts)—REAR R (achterluidspreker
rechts)—REAR L (achterluidspreker links)—
SUB WOOFER (subwoofer)
# U kunt geen luidsprekers selecteren die zijn
ingesteld op OFF. (Raadpleeg De luidsprekers in-
stellen op de vorige bladzijde.)
4 Raak c of d aan om het uitgangsni-
veau van de luidspreker aan te passen.
Telkens als u c of d aanraakt, wordt het uit-
gangsniveau van de luidspreker verhoogd of
verlaagd. U kunt het niveau verhogen of verla-
gen tussen de waarden +10 en –10. De waar-
de wordt op het display getoond.
Opmerking
Het aanpassen van het uitgangssignaalniveau
van de luidsprekers in deze stand gaat hetzelfde
als het aanpassen van het uitgangssignaalniveau
van de luidsprekers met TEST TONE. Beide pro-
cedures leveren hetzelfde resultaat op.
De kantelfrequentie selecteren
U kunt een frequentie selecteren waaronder
het geluid via de subwoofer wordt gereprodu-
ceerd. Als de grootte van één van de gemon-
teerde luidsprekers is ingesteld op SMALL,
kunt u een frequentie selecteren waaronder
geluiden worden gereproduceerd via een
LARGE-luidspreker of de subwoofer.
1 Raak NEXT aan in het DSP-functieme-
nu.
2 Raak CROSS OVER aan.
3 Raak a of b aan en selecteer de luid-
spreker die u wilt aanpassen.
Als u a of b herhaaldelijk aanraakt, worden
de luidsprekers in deze volgorde geselecteerd:
<
CRB2962-A/N>83
Verkrijgbare accessoires
Nl
83
Hoofdstuk
04
Verkrijgbare accessoires